Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De drie verdachten in de Hato-zaak die blijven ontkennen iets te maken te hebben gehad met de schietpartij op 15 juli vorig jaar, hoorden gisteren de maximale straffen tegen zich eisen. Tweemaal levenslang en eenmaal 24 jaar.
Het Openbaar Ministerie (OM) stelt dat Judrin Martis en Adrian Martha de schutters zijn geweest die bendeleden Jais Juliana en Shantley Arnhem hebben omgebracht met automatische machinegeweren. Martis zou zijn vuurwapen leeg hebben geschoten op het hoofd van Juliana.
,,Verdachten kiezen met hun houding ter zitting en strafblad voor een crimineel leven buiten de gevestigde orde. Het gemak en de koelbloedigheid waarmee in de onderhavige zaak met automatische wapens op mensen is geschoten, doen gezien deze omstandigheden, vrezen voor de toekomst”, zo stelden officieren van justitie Clarelli Hato-Willems en Gert Rip. De eis voor Bart is gebaseerd op het feit dat hij rugdekking zou hebben gegeven aan de twee schutters.
Naast de moord op de twee bendeleden van Buena Vista City en het verwonden van zeven omstanders daarbij, hebben verdachten bij het wegvluchten ook nog op twee agenten geschoten die de achtervolging hadden ingezet, aldus het OM. ,,De nietsontziende wijze waarop verdachten de agenten onder vuur hebben genomen, kenmerkt hun kille en uitermate gewelddadige handelwijze.”
De drie verdachten hadden een andere opstelling dan een dag eerder, op de eerste zitting in de Hato-zaak waarbij Givency Maria en Renaldo Martina terechtstonden. Zij betuigden spijt, gaven toe op Hato te zijn geweest en wapens bij zich te hebben gedragen, maar zij zouden in de auto zijn blijven zitten. Zij verklaren dat Martha en Martis de schutters waren. Martha beweerde gisteren tegenover de rechter nooit op Hato te zijn geweest. Hij zou die bewuste avond samen met zijn vriendin op bed televisie hebben gekeken en gespeeld te hebben met haar zwangere buik.
Onzin, beweert het Openbaar Ministerie. In de tas van de vriendin zou tijdens een huiszoeking een brief zijn gevonden waarin Martha zijn moeder, broer en vriendin smeekt tegenover de politie te verklaren dat zij die bewuste avond met hem thuis waren, en hij roept hen op in die brief anderen te vinden die hetzelfde kunnen verklaren.
Ook Martis zegt nooit op Hato te zijn geweest die avond, want hij was uit eten bij Cabana Beach. Ene Kenchi zou hem daar gezien hebben, maar de betreffende persoon laat tegenover de politie weten hem die bewuste avond niet gezien te hebben. ,,Er wordt veel gelogen”, verklaart Martis tegenover de rechter. ,,Ik ben niet de schutter, ik heb er niets mee te maken. Deze mensen zijn vieze leugenaars, ze zijn niet goed bij hun hoofd, ik was niet op de airport. Ze schuiven het in mijn schoenen. Psychopaten zijn het. Ik ben echt boos. Wat ik nu voel is onrecht. Ik zal niemand dit toewensen.” Martis verliet de rechtszaal huilend. Op 18 juni zal rechter Constantijn van Dam van Isselt een vonnis vellen.
