Van onze correspondent
Den Haag - ,,Dames en heren, wij hebben een heel grote stap gezet.”
Zo kondigde Ipko-voorzitter Jeroen Recourt gistermiddag na een paar spannende uren het akkoord aan dat de vier landendelegaties met hangen en wurgen hadden bereikt over de totstandkoming van een geschillenregeling voor het Koninkrijk.
,,Wij gaan een stuk uitdelen waar de delegaties zich in kunnen vinden over iets wat in het vorige Ipko nog onbespreekbaar was. Alle partijen zijn bereid gebleken over hun eigen schaduw heen te springen. Ik wil daarom iedereen complimenteren met het bereikte resultaat.”
Elmer Wilsoe die namens de Curaçaose Staten had onderhandeld, sprak van een heel mooi groot geschenk, noemde het resultaat zeer positief en dankte de andere delegaties voor hun inzet. Sarah Wescot-Williams verklaarde namens Sint Maarten ontzettend blij te zijn: ,,Wij moesten voordat wij hier zouden weggaan een knoop doorhakken. Iedereen heeft water bij de wijn moeten doen om deze heel grote stap te kunnen zetten.”
René Herdé: ,,Dit is een bijzondere gelegenheid. Dit akkoord heeft een lange voorgeschiedenis, maar nu kunnen wij samen vooruit. Laat dit akkoord een voorbeeld zijn voor andere onderwerpen waarover wij het eens moeten worden.”
Het Arubaanse Statenlid kan als de geestelijk vader van de geschillenregeling worden beschouwd. Hij was het namelijk die samen met zijn (inmiddels) oud-collega Juan David Yrausquin in april 2010 een motie indiende die met een overgrote meerderheid door de Tweede Kamer werd aangenomen en vervolgens zijn weerslag in het Statuut kreeg. Tot uitvoering kwam het nooit omdat Curaçao aanvullende eisen stelde: de regeling moest niet alleen betrekking hebben op juridische geschillen, maar ook op politieke kwesties zoals rijkswetten. Dat was voor Nederland onverteerbaar, zoals Den Haag er ook niet voor voelde dat uitspraken bindend zouden zijn.
Marijke Linthorst, voorzitter van de Nederlandse delegatie: ,,Als Ipko hebben wij een gigantische prestatie geleverd. Wij weten allemaal dat er grote verschillen van inzicht bestonden. De andere delegaties hebben de beperktheid van de regeling moeten slikken, wij hebben geslikt dat de regeling bindend is.”
Van de bereidheid elkaar tegemoet te komen was in de ochtenduren nog helemaal niets te merken, hoewel er bij de aftrap van het debat over de geschillenregeling nog geen vuiltje aan de lucht leek. André Bosman verklaarde dat de Nederlandse delegatie afwacht of er tijdens de Koninkrijksconferentie van 16 juni door de regeringen overeenstemming wordt bereikt.
De Caribische delegaties wilden echter helemaal niet wachten. Herdé: ,,Wij praten er al heel lang over. Wij hebben er in het Ipko van januari 2013 afspraken over gemaakt, wij waren er bijna maar zijn daarna schijnbaar niet veel verder gekomen. Het is mijn overtuiging dat we veel spanning tussen de landen hadden kunnen voorkomen als deze regeling er eerder was geweest. Laten we daarom alles op alles zetten om vandaag consensus te krijgen.”
Wilsoe: ,,Wat is het belang van het Koninkrijk? Met elkaar vechten? Ik dacht het niet. De insteek van het Statuut is op zoek te gaan naar wat ons bindt, naar een constructieve samenwerking. Wij moeten proberen vandaag een raamwerk vast te stellen dat wij aan de regeringen kunnen aanbieden om er uit te komen.”
Vervolgens kreeg Alex Rosaria de gelegenheid om zijn door de drie landen in een resolutie (waarover deze krant gisteren al berichtte) vastgelegde voorstel te presenteren. Hij benadrukte dat een geschillenregeling hoort bij democratische grondbeginselen en integriteit van bestuur. Daarna kondigde hij aan het (dinsdag) op schrift gestelde voorstel uit te delen waarvan de reikwijdte aanzienlijk verstrekkender is dan wat Herdé en Yrausquin destijds met hun motie beoogden.
Tot een inhoudelijke bespreking kwam het niet. Linthorst herinnerde er aan dat de andere delegaties een dag eerder nog hadden geweigerd van gedachten te wisselen over een raamwerk voor integriteitsafspraken omdat zij zich overvallen voelden door een staande de vergadering rondgedeeld document. ,,Nu komt u met een stuk dat wij niet kennen en verwacht toch dat we het bespreken. Maar wij zijn soepel: wij stellen voor vijftien minuten te schorsen zodat wij er als delegatie naar kunnen kijken. Mijn vraag aan u: kunt u dan in dat kwartier kijken naar het voorstel van gisteren? Dat lijkt me een faire deal.” Daar dachten Wilsoe en een buitengewoon felle Wescot-Williams heel anders over. Voordat de discussie volledig ontspoorde, greep voorzitter Recourt in door het overleg te schorsen zodat de delegatieleiders en Statenvoorzitters konden overleggen om er in elk geval procedureel uit te komen hoe de vergadering zonder gekibbel voort te zetten. De ingelaste plaspauze liep uit tot drie uur, maar toen kon Recourt het verlossende woord spreken waarmee dit verslag begon.
En het voorstel van Nederland om een systematiek te vinden voor het waarborgen van de integriteit van bestuur in het gehele Koninkrijk? Dat wordt doorgeschoven naar het volgende Ipko. Op dat punt kregen Curaçao en Sint Maarten dus hun zin, wellicht hopend dat van uitstel afstel komt. Het is echter de vraag of dat hun teleurstelling kan verlichten ja te hebben moeten zeggen tegen een lightversie van de geschillenregeling die zij hadden willen hebben.