Het vonnis in de rectificatiezaak van Tromp versus. Kòrsou Fuerte i Outónomo - dat in het voordeel van KFO uitviel - heeft veel stof doen opwaaien. Het gaat dan ook om een belangrijke zaak. Een vooraanstaande persoon die, hoewel hij als burger procedeerde, topman is van het gezaghebbende instituut de Centrale Bank, tegen een stichting die ijvert voor een politiek doel en die bestaat uit drie advocaten die in een persbericht fel van leer hadden getrokken tegen Tromp en hem ‘corruptief’ hadden genoemd.
Geen twee rectificatiezaken zijn gelijk. Hoewel er wel altijd een belangenafweging plaatsvindt tussen het belang (lees: recht) op vrije meningsuiting enerzijds en anderzijds het belang van het individu dat hij niet zomaar mag worden blootgesteld aan verdachtmakingen, is de uitkomst - afhankelijk van de omstandigheden van het geval - telkens anders. Begrijpelijk. En in een rechtstaat moet het oordeel van de rechter worden gerespecteerd. Als winnaar van een geding én als verliezer. Niet willekeurig, als het toevallig goed uitkomt of niet. In dat verband geeft het te denken dat een KFO-lid vóóraf aangaf weinig fiducie te hebben in de rechtspraak; dat hangt echter nauw samen met de politieke opvattingen van KFO. Een rechter heeft het zeker niet altijd bij het rechte eind, maar daarom juist bestaat er de mogelijkheid van hoger beroep of - na kort geding - van een langdurige bodemprocedure.
Het vonnis van maandag moet worden geaccepteerd en nageleefd. Toch heeft de uitspraak voor bezorgde opmerkingen gezorgd. Ten eerste omdat in een Curaçaose zaak door de rechter de ‘woorden van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens’ worden aangehaald, namelijk dat in de context van een verhit debat over zaken van algemeen belang een zekere overdrijving moet worden getolereerd en dat de uitingsvrijheid zich ook strekt tot uitingen die beledigen, shockeren en verstoren. ‘Corruptief’, hoewel het in de meeste Nederlandse woordenlijsten niet voorkomt, mag dan wel. En op de tweede plaats in verband met de ‘omgekeerde bewijslast’, omdat in dit geval de aangevallen partij verplicht wordt de hem verweten ‘corruptieve handelingen’ met een verklaring en/of bewijzen niet alleen te weerspreken maar ook te ontkrachten.
Gevreesd wordt dat hiermee de deur wagenwijd wordt opengezet voor het beledigen, shockeren en verstoren; met de verwijzing, dat als er sprake is van ‘mogelijk’ ernstige misstanden, dit volgens jurisprudentie (rechtspraak) kan en mag. Dit stimuleert degenen die het systeem misbruiken om het systeem af te breken om min of meer lukraak hun gang te gaan. En tegelijkertijd schrikt het slachtoffers hiervan af om überhaupt hun recht te halen. Immers: én ze moeten overdrijving tolereren én zij moeten aantonen dat wat een ander (foutief) over hen beweert onjuist is. Tolerantie zeker, mits positief. Maar negatieve tolerantie zal het land opbreken. Dat schaadt het algemeen belang, tast het imago van Curaçao verder aan en is slecht voor de economie en het welzijn.