Er is veel te doen - geweest en nog steeds - over het SEO-rapport naar de rol van het Water- en Energiebedrijf Bonaire (WEB) bij de totstandkoming van de samenwerking met Ecopower. Duidelijk is dat het een onvolledig beeld geeft van wat er ‘werkelijk is gebeurd’ rond WEB.
De opdracht van het rapport Corporate Governance Water en Energiebedrijf Bonaire werd door het Nederlandse ministerie van Economische Zaken gegeven samen met de gezaghebber van Bonaire. De aanleiding om een onderzoek in te stellen was duidelijk. De hoog uitgevallen investering in windenergie, de problemen tussen WEB en Ecopower, het verloren proces door WEB met als gevolg hogere stroomkosten voor de consument die door het Haagse ministerie van Economische Zaken gesubsidieerd worden om (nog) verdere kosten in het dure levensonderhoud van de Bonairiaan te voorkomen.
Bij een eerste lezing lijkt het een goed geschreven en analytische rapportage met veel verwijzingen naar diverse schriftelijk bronnen. Het geklungel met de aanbesteding van energieproductie via windmolens, de slecht voor Bonaire uitvallende Power Purchase Agreement (PPA) met Ecopower (de leverancier van de windenergie) wordt beschreven en uiteindelijk de uitslag van de rechtzaak die ongunstig en zeer kostbaar voor WEB uitviel.
De Corporate Governance van WEB krijgt ervan langs. Een zwakke directie, omgeven door ondeskundige adviseurs, een Raad van Commissarissen waarvan de voorzitter de lakens uitdeelde en een aandeelhouder (het Bestuurscollege) die niet oplette. De statuten en Corporate Governance code - zeg maar: de spelregels voor directies en Raden van Commissarissen - zijn niet goed gevolgd. En allemaal waren ze onvoldoende onderlegd op juridisch, financieel en technisch gebied. Het kan dan ook niet anders dan dat WEB veel steken heeft laten vallen. Deze SEO-conclusie lijkt terecht.
Maar er blijkt óók een andere kant, of in ieder geval een ontbrekend stuk, aan het verhaal te zijn van de windmolens. De interventie van BES-commissaris Kamp, waardoor nieuwe dieselcentrales op een veel duurdere locatie gebouwd moesten worden. Daarnaast was er de dubbelrol van Rabobank, als enerzijds financier van Ecopower en later als eigenaar van dit bedrijf nadat het moederbedrijf Econcern failliet was verklaard. Het is logisch dat Rabobank het hard speelde tegen WEB om zodoende haar lening aan Ecopower terugbetaald te krijgen. Niets hiervan is echter terug te vinden in de rapportage en er wordt ook niet aan gerefereerd bij de bronvermeldingen.
Kortom: Het SEO-rapport belicht de WEB-kant en niet de kant van Ecopower, Econcern en Rabo. Dit geeft een bias en deze wordt geaccentueerd doordat een van de opstellers van deze onderzoeksrapportage de schijn tegen heeft: Van Halderen, als oud-president van Econcern, voorgedragen namens medeaandeelhouder Rabobank. Nog afgezien van de rol van Van Halderen heeft het SEO-onderzoek zich gebaseerd op onvoldoende bronnenmateriaal. Er waren méér documenten voorhanden. De rol van de geïnterviewde personen in deze rapportage lijkt uitsluitend te dienen om het slechte functioneren van WEB te bevestigen. Of ook Rabo, Ecopower en voormalig BES-commissaris Kamp aan de tand zijn gevoeld, blijft onduidelijk, maar lijkt onwaarschijnlijk. Op basis van de geraadpleegde stukken - de auteurs hebben wijselijk een voorbehoud hierover gemaakt - lijkt er onderzoeksmatig sprake van ‘jumping to conclusion’.
Dat bovendien de in het onderzoek geïnterviewde personen niet bij naam in het verslag worden genoemd, lijkt misschien op het eerste gezicht begrijpelijk maar is zeer riskant; de beweringen of meningen zijn niet te verifiëren. In het rapport is er veel aandacht voor het ontbreken van juridisch, financiële en technische expertise van de kant van WEB, terwijl de indruk bestaat dat belangenverstrengeling en eigen (verholen) agenda’s wellicht van meer doorslaggevend belang waren.
Deze krant schreef het al eerder: de onderzoekers hebben zich er veel te gemakkelijk vanaf gemaakt. Was het wel de bedoeling om iets te onthullen of moest het gezichtsverlies worden beperkt van degene die ook betáálde voor het onderzoek: de minister van Economische Zaken? Dit laatste is van belang omdat het ministerie een forse subsidie geeft om de stroomrekening voor de Bonairiaanse consument betaalbaar te houden.
Alles bij elkaar opgeteld, schort er wel wat aan het onderzoek. Als opdrachtgever hadden de gezaghebber, maar zeker het ministerie van Economische Zaken - dat nu de elektriciteitsrekening van huishoudens subsidieert - beter moeten opletten alvorens het onderzoek publiek bezit te maken. Had het ministerie zich er überhaupt niet eerder op een of andere manier mee moeten inlaten? Nu zullen de opdrachtgevers zich moeten verantwoorden, maar wellicht hullen zij zich in zwijgen, tenzij er kritische Kamer- en Eilandsraadvragen over worden gesteld. Dat is hopelijk wel het geval.
Want de Haagse ministeries blijven, ondanks dringende verzoeken van zowel de besturen in Caribisch Nederland als van Eerste en Tweede Kamerleden om daarmee op te houden, met regelmaat duurbetaalde Nederlandse consultants - uiteraard per business class - naar de eilanden sturen. Jaarlijks zijn daarmee vele honderden duizenden euro’s gemoeid. Over de aanwezigheid van voldoende expertise en inlevingsvermogen kunnen grote vraagtekens worden geplaatst.
Het resultaat: rapporten waar de eilanden niets mee kunnen, maar door ministers handig worden gebruikt om de schone schijn op te houden dat de noden in Caribisch Nederland hun volle aandacht genieten. Dat is dan nog het gunstige scenario. Het kan namelijk nog veel erger zoals bij het onderzoek naar de Ecopower-kwestie. Het rapport van SEO is, geven de onderzoekers nota bene zelf ook volmondig toe, gebaseerd op onvolledige informatie.
Het lijkt er daarom verdacht veel op dat reeds vooraf is bepaald dat de schuld van het Ecopower-echec (en de daaraan gerelateerde tariefsverhoging) aan de kant van Bonaire moest worden gelegd: de directie van WEB heeft niet in het algemeen belang gehandeld, de Raad van Commissarissen heeft zitten slapen en de overheid heeft zich te afzijdig gehouden. Over de Nederlandse betrokkenheid wordt gezwegen: de bedenkelijke rol van Econcern, het bedrijf dat door politiek Den Haag de hemel in werd geprezen, de niet minder dubieuze houding van financier Rabobank en - last but not least - de intensieve bemoeienis van toenmalig BES-commissaris Kamp. De onderzoekers reppen er met geen woord over.
De conclusie dringt zich op dat Kamp maar één doel voor ogen had met het onderzoek: zijn eigen straatje schoonvegen. Op de conclusie van de rapporteurs dat er bij de ontwikkeling van de wind- en dieselcentrale veel fouten zijn gemaakt, valt weinig af te dingen. Maar om voor het openbaren van wat iedereen al wist 140.000 euro uit te trekken, is in het licht van de grote achterstand in het voorzieningenniveau op Bonaire, Sint Eustatius en Saba schrijnend te noemen. Niettemin heeft Kamp (VVD) al een volgend onderzoek aangekondigd en heeft minister Plasterk (PvdA) van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties laten weten niet één maar drie ‘evaluaties’ te laten doen.