ANALYSE REDACTIE
,,Please deel dit artikel met de oppositie”, schrijft Financiënminister Javier Silvania (MFK) op zijn Facebookpagina een tikkeltje uitdagend richting zijn politieke opponenten bij PAR, MAN-PIN en sinds enige tijd ook oud-coalitiepartner PNP. ,,Nederland doet ook aan bestandsopschoning”, met daarachter een schaterlachende emoji.
Daaronder plaatst de minister een link naar het artikel ‘Fiscus honoreert 11.500 bezwaren zonder inhoudelijke beoordeling’ van de Nederlandse krant Het Financieele Dagblad (FD). In een WhatsApp-bericht stuurt de bewindsman dit bericht door: ,,Ook belastingdienst Nederland is met bestandsopschoning begonnen”, eveneens vergezeld van de link naar de FD-publicatie.
Appels met peren vergeleken in ‘belastingkwijtschelding’
Het heeft alles te maken met de kwestie ‘belastingkwijtschelding’, waar sinds Silvania dit in januari 2023 er op dezelfde Facebookpagina melding van maakte zo veel om te doen is geweest en nog is; zowel politiek als maatschappelijk. Er zijn ook gerechtelijke vonnissen die erover gaan en er is aangifte gedaan tegen de minister van Financiën; zelfs een verzoek aan het Gemeenschappelijk Hof van Justitie om het Openbaar Ministerie (OM) ertoe te bewegen over te gaan tot strafrechtelijke vervolging.
Sinds er zo veel ophef over is ontstaan, heeft Silvania zich proberen te verdedigen door aan te geven dat het anders zit, hoewel het vijftien maanden duurde voordat hij daadwerkelijk tekst en uitleg kwam geven in de Staten; de fracties van PAR, MAN en PNP vinden dat hij nog steeds geen adequaat antwoord heeft gegeven. En in het weekend daagde de ‘MinFin’ hen dus uit met een post, die zoiets wil zeggen als: ‘Kijk, in Nederland gebeurt hetzelfde (dus mij treft geen blaam)’.
Goede nalezing legt toch wel grote en wezenlijke verschillen bloot. Ten eerste de aantallen: volgens het FD-artikel gaat het om 11.500 bezwaarschriften (in een land van ruim 18 miljoen - 18.000.000 - inwoners), terwijl het in het ‘Silvania-geval’ gaat om - naar zijn eigen zeggen - 80.000 Crib-nummers (individuele belastingplichtigen) op een bevolking van amper 150.000 inwoners.
Dan schrijft FD: ,,In de 11.500 bezwaarschriften die de Belastingdienst (in Nederland, red.) zonder inhoudelijk oordeel honoreert, bestrijden particulieren en ondernemers invorderingskosten die de dienst bij hen in rekening heeft gebracht. Door de bezwaren toe te kennen, worden de kosten van aanmaningen en dwangbevelen nu kwijtgescholden. De fiscus loopt hierdoor tussen de 3 miljoen en 11 miljoen euro aan inkomsten mis, schrijft de staatssecretaris. De oorspronkelijke vordering blijft wel bestaan en wordt geïnd, aldus Idsinga.” Verwezen wordt naar de Nederlandse staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst Folkert Idsinga (NSC).
Ook hier essentiële verschillen: de bezwaarschriften in Nederland hebben betrekking op slechts de ‘invorderingskosten’ (kosten van aanmaningen en dwangbevelen); en níet op het gehele openstaande bedrag aan invorderingen, zoals waar de Curaçaose minister van Financiën begin 2023 melding van maakte - zelfs met het advies op Facebook om de crediteurenkaart bij de Ontvanger op te vragen, om met eigen ogen te zien dat deze nu op nul staat voor alles wat te maken heeft met openstaande belastingschulden van 2017 en ouder.
En dan ook het enorme verschil in het alles bij elkaar met de acties gemoeide bedrag (wat de nationale schatkist ofwel de bevolking toebehoort). Volgens Idsinga - die er overigens proactief over communiceert met zijn ‘baas’ namelijk de Tweede Kamer (het parlement) - is dat alles bij elkaar niet meer dan 11 miljoen euro (zo’n 22 miljoen Antilliaanse gulden). Veel gemeenschapsgeld, maar het zeer rijke Nederland kan dat waarschijnlijk wel missen. Curaçao zou 22 miljoen gulden in elk geval prima kunnen gebruiken; voor de zorg, voor ouderen, voor volkshuisvesting, onderwijs, veiligheid of wegenonderhoud. Maar in de ‘belastingkwijtscheldingskwestie’ van Silvania gaat het om een veel-veelvoud hiervan: maar liefst 3 miljard gulden (1,5 miljard euro).
Het bekende verhaal van appels met peren vergelijken. Het enige dat beide acties wel gemeen hebben, is dat het maatregelen betreft om de werkachterstanden bij het apparaat weg te werken; om capaciteitsproblemen bij de invordering van belastingen en de afhandeling van bezwaarschriften het hoofd te kunnen bieden. Maar daar houdt het op.
Een ander - groot - verschil is dat de staatssecretaris in Nederland in zijn verantwoording aan het parlement direct al erkent dat het generiek honoreren van bezwaren een ‘ongelijke behandeling’ betekent ten opzichte van degenen die geen bezwaar hebben gemaakt of van wie het bezwaar wel binnen de gestelde termijn is afgedaan. Degenen op Curaçao die wél keurig en netjes zoals het hoort aan alle belastingverplichtingen van 2017 en de jaren daarvoor hebben voldaan, voelen zich nog steeds ‘ongelijk behandeld’ en wachten nog altijd op een bevredigende en een op de wet gebaseerde acceptabele uitleg. Zij kunnen er zeker niet om (schater)lachen.