Deze week moet het gebeuren, volgens het strakke tijdschema dat overheids-nv Refineria di Kòrsou (RdK) en de speciale projectmanagementorganisatie (PMO) zichzelf hebben opgelegd, en ook nog volgens de meest recente verwachtingen: ondertekening van een eerste overeenkomst met Klesch Group voor de overname van de petroleumsector op Curaçao. Het gaat in het ‘Project Arawak’, zoals de missie heet om een nieuwe operator te vinden, om het behoud van de raffinaderij en de terminal bij Bullenbaai.
analyseEen cruciale week dus, na een intensieve periode van kennismaking, aftasten, besprekingen, due diligence en onderhandelingen, waarbij het er nu op aankomt de puntjes op de i te zetten. De meest complexe en lastige fase van elke deal, waarbij behalve ratio vooral ook emotie een bepalende rol speelt. De harde bedrijfseconomische cijfers en technische feiten dienen allereerst in orde te zijn, maar partijen moeten er ook een ‘goed gevoel’ bij hebben. Aan weerszijden. De sfeer waarin dit gebeurt dient goed te zijn. Zo niet, bestaat er het levensgrote gevaar dat het toch misgaat. Al eerder leek Curaçao heel dichtbij overeenstemming met Aramco-dochter Motiva als serieuze nieuwe exploitant. Maar er zijn steeds meer signalen dat het toen fout afliep door de twijfel en onzekerheid die toesloegen als gevolg van een amateuristische (poging tot) omkoping en vooral de onrust die destijds door Isla- en andere vakbonden werd veroorzaakt, waar het Amerikaans/Arabische concern geen trek in had en vriendelijk voor bedankte.
Ook nu roeren de bonden PWFC (werklieden van de raffinaderij) en Apri (stafpersoneel) zich. Gelukkig niet door onbezonnen stakingen, blokkades en beperkte brandstichtingen, maar wel door irrealistische eisen te stellen en onmogelijke garanties af te willen dwingen. Begrijpelijk dat zij het opnemen voor hun leden, maar er zijn grenzen. Het kan zelfs averechts werken, waardoor Curaçao straks met lege handen kan achterblijven. De facto willen PWFC en Apri dat onder Klesch alles bij het oude blijft: alle banen, alle primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden en alle voorzieningen voor hen en hun gezinsleden. Het staat echter nu al vast: dat zal niet (kunnen) gebeuren. In vergelijking met hun collega’s in de regio en zelfs in Venezuela en Amerika hebben de Isla-werknemers het bijzonder goed, maar een nieuwe operator die een miljardeninvestering doet in upgrading - om Isla überhaupt nog rendabel te maken - zal een zo efficiënt mogelijke bedrijfsvoering nastreven. Anders begint hij er sowieso niet aan. Dat hebben recentelijk eilanden als Trinidad en, dichterbij huis, Aruba ook aan den lijve ondervonden. Met stilgelegde raffinaderijen tot gevolg. Door hun opstelling kunnen PWFC en Apri het brood van álle circa duizend directe werknemers in gevaar brengen. En dat kunnen zij niet afwentelen op de regering. Klesch is straks, mocht de eerste deal op hoofdlijnen deze week afgerond worden, hun gesprekspartner. Moeten zij en moet het Land Curaçao daarbij alles slikken? Nee, zeker niet. De overeenkomst moet hoe dan ook per saldo in het voordeel zijn van de bevolking. Het feit dat Curaçao móet, terwijl Klesch niet per se hoeft is - reëel bezien - een flink nadeel voor het eiland, maar houdt niet bij voorbaat in dat de uitkomst slecht zal uitpakken. Realisme en de ambitie er de beste deal uit te slepen moeten hand in hand gaan, waarbij ongetwijfeld water bij de wijn zal moeten worden gedaan, om te voorkomen straks helemaal niets meer te hebben.
RdK en PMO hebben met verschillende informatiesessies geprobeerd de werknemers te informeren. Daarbij is bij herhaling aangeven dat Curaçao vanuit een achterstand aan Arawak is begonnen en dat vrijwel alle parameters - lokaal én mondiaal - in principe niet in het voordeel zijn van het eiland. Desondanks zijn de verwachtingen van de vakbondsleiders nog té hooggespannen. Echte leiders denken juist constructief mee over wat realiseerbaar is en informeren hen hier eerlijk en oprecht over. Behalve de regering, RdK/PMO en Klesch zijn zeker ook de bonden ‘accountable’; verantwoordelijk voor de vraag of deze cruciale week voor Curaçao perspectief biedt of niet.

PdVSA
F05 Isla goed onderhoud verricht DUSHIEen ander verhaal wordt het als er (voorlopig) toch géén akkoord komt met Klesch en noodgedwongen wordt teruggevallen op de bestaande exploitant PdVSA. Deze Venezolaanse staatsoliemaatschappij heeft bij monde van PdVSA-president Manuel Quevedo, tevens Olieminister van president Nicolás Maduro, aangeboden om de Isla-operatie nog eens twaalf maanden voort te zetten. In zekere zin is of lijkt dit een ‘fallback position’ voor Curaçao, dat anders helemaal niets in handen heeft. Vandaar dat een deel van de Staten hier wel oren naar heeft en ook premier Eugene Rhuggenaath (PAR) in zijn antwoord van 21 november aan Quevedo de deur openlaat.
@tekst:Feit is echter dat PdVSA door een combinatie van factoren al sinds begin 2018 niet in staat is de raffinaderij te laten produceren, laat staan optimale output te leveren en mede daardoor grote betalingsachterstanden heeft jegens RdK (en daarmee de Curaçaose overheid/bevolking), terwijl bekend is dat PdVSA-dochter Refineria Isla in wezen al jaren stroom, stoom en andere nutsproducten tegen gesubsidieerde prijzen afneemt. PdVSA en het land Venezuela verkeren in een ongekende crisis: met steeds minder productie van ruwe olie; onhoudbare schulden en als gevolg daarvan internationale beslagleggingen; alsmede sancties van de Verenigde Staten - gesteund door Canada, Europa en veel landen in de regio - gericht tegen het presidentschap van Maduro. Tegelijkertijd moet gezegd worden dat PdVSA woord heeft gehouden en de Isla-personeelsleden tot nu toe hun salaris uitbetaald kregen. De vraag is hoeveel er nog op de bankrekeningen van Refineria Isla staat om dit vol te kunnen houden. Ook of de nieuwe License Amendment van 22 november jongstleden van het Office of Foreign Assets Control (Ofac) in Washington mogelijkheden biedt om de levensvatbaarheid van Isla onder PdVSA-vlag nog enigszins te rekken. De uitbreiding van de werking van de uitzondering op de VS-sancties heeft een looptijd tot 31 december 2020. De letter en de geest van de ‘waiver’ is dat PdVSA en Refineria Isla er op geen enkele wijze van mogen profiteren, maar dat het bedoeld is om de negatieve impact die de sancties hebben voor Curaçao zoveel mogelijk op te vangen. Om hiervan verzekerd te zijn, wordt RdK verplicht om minutieus een boekhouding bij te houden van alle transacties en hierover vanaf 15 januari aanstaande elke maand te rapporteren. Biedt de license (=vergunning, niet te verwarren met een overeenkomst, waar ook namens Curaçao een handtekening onder staat) enige ruimte; de Amerikaanse intenties zijn klip en klaar: ,,The first report should describe the activities and transactions related to the winding down of dealings with PdVSA and Isla in advance of the December 31, 2019 expiration of PdVSA and Isla’s lease of the oil refinery and terminal in Curaçao, as well as the cessation of PdVSA and Isla’s roles as the operators of the oil refinery and terminal in Curaçao”.
Onder deze omstandigheden (lees: zolang president Maduro in Caracas aan de macht is) lijkt de internationale toekomst voor PdVSA uiterst somber - laat staan dat PdVSA in staat is Curaçao op lange termijn toekomstperspectief te bieden.


Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.