GZE draait het om. Het is niet Curaçao dat zich niet houdt aan de afspraken en zich moet verantwoorden waarom nu wordt uitgekeken naar een plan B. Het is Guangdong Zhenrong Energy (GZE) dat, sinds de ondertekening van het Memorandum of Understanding (MoU) medio september 2016, nog altijd niet meewerkt aan een volledige due diligence van de Chinese onderneming, waardoor de regering van Curaçao inmiddels welhaast gedwongen is uit te kijken naar een back-upplan. Langzaamaan verliest GZE alle geloofwaardigheid om zich een ware partner van Curaçao te noemen. Het blijkt dat eigenlijk maar heel weinig bekend is van GZE, waarmee het eiland vergaande overeenkomsten tekende voor de overname, modernisering en uitbreiding van de petroleumindustrie. In een brief aan premier Eugene Rhuggenaath verwijt GZE het Multidisciplinaire Projectteam (MDPT) van het lekken van vertrouwelijke informatie uit de eerdere voorlopige due diligence en van het openlijk in de media kenbaar maken dat de regering op zoek gaat naar een andere partner, ter vervanging van GZE. Wat er tot nu toe aan gegevens over GZE ‘op straat ligt’ betreft echter vrij algemene data, die ook grotendeels via open kanalen en deskresearch kunnen worden achterhaald. Maar bovenal moet de ministerraad van een land toch het recht hebben om, veertien maanden na het MoU en het al die tijd ontbreken van essentiële documentatie over de technische en financiële kracht van GZE, uit te kijken naar een ‘fall back position’? Vooral omdat de klok doortikt. Het Chinese staatsbedrijf dat hier telkens wordt vertegenwoordigd door directeur Bingyan Chen weet niet te overtuigen. Ook nu weer niet door te elfder ure een nieuwe partner te introduceren: Baota Petro-Chemical Group. Afgezien van wie of wat deze volgens GZE ‘grote particuliere onderneming in China’ ook is, het is een zwaktebod om daar in deze fase van de onderhandelingen mee op de proppen te komen. Met Baota aan boord zou een due diligence overigens wél ineens zeer snel - binnen een paar dagen - kunnen zijn afgerond, aldus Chen. Los van de vraag of de introductie van een ‘10 billion USD-company’ wel op deze manier in z’n werk gaat, geeft GZE hiermee indirect aan al die tijd in gebreke te zijn gebleven. Chen en GZE kunnen niet waarmaken wat ze zeggen en hoewel het een goede zaak is dat premier Rhuggenaath heeft aangekondigd spoedig naar China te zullen afreizen, doet Curaçao er goed aan zich niet gek te laten maken en er inderdaad alles aan te doen op zoek te gaan naar een alternatief dat wél perspectief biedt.