Door René Zwart
Het heeft veel te lang geduurd, maar nu lijkt het dan toch eindelijk tot VVD en PvdA door te dringen dat Den Haag de inwoners van Bonaire, Sint Eustatius en Saba al jarenlang stiefmoederlijk bedeelt.
Kamerlid Roelof van Laar (PvdA) pleitte er deze week in een debat met minister en partijgenoot Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties hartstochtelijk voor dat er snel verbeteringen op de eilanden worden gerealiseerd die voor iedereen zichtbaar zijn. Hij prees de investeringen die in het onderwijs en de zorg worden gedaan, maar als je de schoolleeftijd bent ontgroeid en bovendien gezond, merk je daar weinig van. Waar het rijk te weinig oog voor heeft, aldus Van Laar, zijn onder meer huisvesting en infrastructuur. Hij eiste van Plasterk dat die de voor deze beleidsterreinen verantwoordelijke collega’s aanspoort op korte termijn een begin te maken met het bouwen en opknappen van woningen en het oplappen van de wegen op de eilanden.
De sociaaldemocraat maakte duidelijk geen genoegen te nemen met langer uitstel omdat er eerst een onderzoekje zus of een rapportje zo moet komen. Ook het van regeringszijde voortdurend aangevoerde excuus dat het crisis is, slikt Van Laar niet langer. Het budget dat benodigd is om van Bonaire, Sint Eustatius en Saba ‘voorbeeldgemeenten’ te maken, is in verhouding tot de 260 miljard euro die het rijk dit jaar uitgeeft een niet eens in promillages uit te drukken schijntje. Het schrijnende is dat er geen geld is om lekkende daken en gaten in wegen te repareren, maar dat er voor de huisvesting van rijksambtenaren (de belasting, de politie, de brandweer en RCN) niet op een cent meer of minder wordt gekeken. Zelfs gedetineerden zitten er comfortabeler bij dan menig gezin dat afhankelijk is van één inkomen.
Er is geen evaluatie voor nodig om tot de conclusie te komen dat de eilanden - onderwijs en zorg daargelaten - door de staatkundige hervorming van de regen uit Willemstad in de Haagse drup terecht zijn gekomen. Op weg naar de toetreding tot het Nederlandse staatsbestel zag het er nog zonnig uit, maar vier dagen na 10-10-‘10 dienden zich donkere wolken aan met de beëdiging van het kabinet Rutte I. De uit electorale angst voor de PVV steeds verder naar rechts opschuivende VVD heeft het immers nooit gehad op het Caribisch deel van het Koninkrijk, dat gezien wordt als een ‘groot roversnest’ zoals partijprominent Frits Bolkestein het ooit verwoordde. Caribisch Nederland werd en wordt afgescheept met een ‘vrije uitkering’ (de rijksbijdrage die te vergelijken is met het gemeentefonds) die volstrekt ontoereikend is om de Bestuurscolleges in staat te stellen hun basistaken naar behoren uit te voeren. Het kan geen toeval zijn dat de ministeries die het opzichtigst falen in hun zorgplicht worden geleid door bewindslieden van liberale huize: de weinig empathische Stef Blok van Wonen en Melanie Schultz van Haegen van Infrastructuur die zichzelf te groot voelt om zich met ‘klein bier’ bezig te houden. In die zin stemt het hoopvol dat het pleidooi van Van Laar verrassend genoeg - dus bravo - bijval kreeg van uitgerekend VVD’er André Bosman. Maar ook de PvdA gaat niet vrijuit: staatssecretaris Jetta Klijnsma zwichtte pas na lang tegenstribbelen voor de druk van de Eerste Kamer om tot de noodzakelijke invoering van kinderbijslag over te gaan, maar toont zich nog altijd ongevoelig voor het feit dat de hoogte van onder meer de AOV ver onder het bestaansminimum ligt. En Plasterk zou het in het kabinet wat meer kunnen opnemen voor de overzeese landgenoten van wie er veel onder de armoedegrens zijn geduwd.
De oppositiepartijen D66, CDA, SP en ChristenUnie vinden al veel langer dat het kabinet te schrieperig is in de richting van Caribisch Nederland. Nu de woordvoerders van de regeringspartijen - beter laat dan nooit - ook tot dat inzicht zijn gekomen, gloort er hoop. Van Laar heeft met zijn uitspraak dat ‘in september de spa de grond in moet’ de druk op het kabinet opgevoerd. Plasterk reageerde er nog wat zuinigjes op, maar nu er zo’n ruime Kamermeerderheid is die schraalhans uit de Haagse keuken wil verjagen, mag worden verwacht dat de aanstaande Caribisch Nederland-week meer oplevert dan de kruimels waarmee de eilanden bij voorgaande edities het bos in werden gestuurd.
Het is de bedoeling dat over twee weken de langverwachte eilandelijke meerjarenprogramma’s worden vastgesteld. Die staan vol plannen over wat er allemaal nog moet worden gedaan voordat de voorzieningen op een niveau zijn gebracht waarvoor een rijk land als Nederland zich niet hoeft te schamen. Goed dat het eindelijk een keer op papier is gezet, maar papier is ook geduldig. Het is de hoogste tijd om na al die duurbetaalde, meestal overbodige onderzoeken van de rapportenmaffia de daad bij het woord te voegen. Om te beginnen door bij de komende gesprekken over de rijksbegroting 2016 een substantieel bedrag te reserveren voor een BES-inhaalfonds.