Van onze correspondent
Den Haag - De afgelopen maanden werden de regels rond de uitbraak van het nieuwe coronavirus in Europees Nederland zoveel mogelijk ook voor Caribisch Nederland afgekondigd via noodverordeningen.
In de nieuwe coronawet, die het kabinet gisteren naar de Tweede Kamer stuurde wordt de rol van de eilandsbesturen groter, zodat er meer kan worden gedifferentieerd.
Ook in de afgelopen periode werd overlegd met de gezaghebbers van Bonaire en Saba en de regeringscommissaris op Sint Eustatius op basis van speciaal uitgebrachte adviezen van het Outbreak Management Team (OMT Cariben). Het doel was het zoveel mogelijk buiten houden van het virus, omdat de medische voorzieningen op de eilanden beperkt zijn. Nu de eerste golf voorbij is, komt er een wet.
In het nu voorliggende wetsvoorstel, dat naar aanleiding van kritiek van onder andere de Raad van State behoorlijk is aangepast om de privacy van de burgers te waarborgen, is expliciet opgenomen dat er per eiland kan worden gedifferentieerd als er weer maatregelen nodig zouden zijn. Dit kan gebeuren vanwege de verschillen in de lokale omstandigheden of in de regio. ,,Voor die openbare lichamen en elk openbaar lichaam afzonderlijk kunnen op deze manier op maat toegesneden ministeriële regels worden vastgesteld”, aldus de Memorie van Toelichting (MvT).
In het wetsvoorstel krijgen af te kondigen maatregelen een juridische basis, terwijl die tot nu toe ad hoc werden afgekondigd op basis van een noodmaatregel. Alle drie de eilandbesturen onderschrijven de noodzaak van het wetsvoorstel en zijn blij met de mogelijkheid van differentiatie, zo is in de MvT opgenomen.
De Bestuurscolleges en de regeringscommissaris hebben ook wensen neergelegd bij het kabinet: ,,Vanwege de verschillen in de lokale situatie en de aanpak op de eilanden ziet het Bestuurscollege van Bonaire graag dat er in overleg met de gezaghebber een op Bonaire toegesneden ministeriële regeling wordt gemaakt. De regeringscommissaris van Sint Eustatius en het Bestuurscollege van Saba vragen de regering om de gezaghebbers en de regeringscommissaris, net als in de huidige situatie, zoveel mogelijk zelf de maatregelen te laten bepalen, bijvoorbeeld door bevoegdheden aan de gezaghebbers en de regeringscommissaris te delegeren of mandateren.”
Hier gaat het kabinet hier niet helemaal in mee. Differentiëren is goed, maar uiteindelijk ligt de bevoegdheid bij de minister. Die zegt wel toe dat er overlegd zal worden met de eilandsbesturen. ,,De vorm van een ministeriële regeling is naar het oordeel van de regering voldoende flexibel om snel in te kunnen spelen op nieuwe of gewijzigde omstandigheden.” De minister kan wel de aanwijzings- en bevelbevoegdheden mandateren aan de gezaghebbers.
Wilt u meer informatie? Neem een online abonnement op de krant.