Van onze correspondent
Oranjestad - Nederland is met Aruba een rente overeengekomen van 6,9 procent voor het afbetalen van de covidlening. Sint Maarten heeft een regeling kunnen treffen tegen een rente van 3,4 procent. Curaçao heeft een rente gekregen van 5,1 procent.
,,Deze verschillen zijn niet gerechtvaardigd. Binnen het Koninkrijk is geen gelijkwaardigheid.”
Krachtige woorden van minister-president Evelyn Wever-Croes (MEP) in de richting van de Nederlandse regering. De Arubaanse regering gaat nog een stap verder en vindt dat het herfinancieren van de covidlening tegen een ‘dermate hoge rente’ niet als hulp van Nederland kan worden beschouwd. Ze ervaart het eerder als een straf.
Wever-Croes: ,,De afspraak met Nederland was dat Aruba het geld zou lenen tegen een rente die gelijk is aan de internationale markt. Dat percentage ligt rond de 6 procent. Nederland was echter niet bereid om het rentepercentage te veranderen. Dat is een enorme teleurstelling voor Aruba, aangezien we als land in het Koninkrijk zouden mogen verwachten dat we elkaar helpen.”
Wat ook niet in het voordeel van Aruba werkt is dat het rentepercentage de komende 20 jaar van kracht blijft. De minister-president rekent voor dat Nederland hiermee bovenop de financiering 300 miljoen florin extra krijgt. ,,Dit is echt een groot bedrag, hoezo moeten we dit als hulp zien?”
De drie eilanden hebben bovendien andere rentepercentages gekregen. Sint Maarten accepteerde de voorwaarde om de zaak van Ennia te regelen en kreeg daarop van Nederland een rentepercentage van 3,4 procent. Curaçao accepteerde deze voorwaarde niet en Nederland verhoogde de rente naar 5,1 procent. Aruba accepteerde de voorwaarde van de Rijkswet niet en heeft 6,9 procent als rente gekregen. ,,Deze verschillen zijn niet eerlijk”, vindt de premier.
De Arubaanse regering laat zich echter niet gek maken. ,,Dit gaat ons land niet kapot maken. We gaan door en zullen andere stappen zetten om te proberen om de rente te verlagen.” Wever-Croes noemt als mogelijke stap om verder te onderhandelen met Nederland. Een andere stap is om naar de internationale markten te gaan. ,,We hadden echter te weinig tijd en de Arubaanse regering was in een positie gebracht dat we de overeenkomst met Nederland wel moesten tekenen.” Wever-Croes heeft de onderhandelingen met Nederland moeilijk gevonden. Ook zijn er door Nederland uitspraken gedaan die niet correct zijn.
De premier zegt dat Aruba een indrukwekkend herstel doormaakt. ,,We weten dat het welzijn en de ontwikkelingen nog niet in elk huishouden worden gevoeld. We werken er hard aan om dit wel met de bevolking te kunnen delen.