Van onze correspondent
Oranjestad - Medewerkers van telecom Setar hebben gistermiddag twee uur lang het werk neergelegd.
De onvrede over het moeten blijven inleveren van 12,6 procent salaris neemt toe. Vakbond STT spreekt van ongelijkheid tussen staatsbedrijven en sluit meer acties niet uit.
Een persconferentie die minister Geoffrey Wever van Communicatie ‘s ochtends gaf, viel volgens vakbondsleider Jeromin Kelly slecht bij de leden. Van de ruim 400 Setar-medewerkers zijn 321 lid van de vakbond. Minister Wever zei dat het op dit moment ‘niet realistisch’ is om te stoppen met de 12,6 procent bijdrage. ,,De maatregel is opgelegd door Nederland en als één staatsbedrijf hier niet aan voldoet, zal dit voor problemen zorgen met Nederland.” De bewindsman herhaalde wat de regering de afgelopen dagen al vaker heeft gezegd: elke overheidsdienst en elk staatsbedrijf zal met hetzelfde percentage moeten bijdragen.
Desondanks toonde de minister begrip voor de frustraties en vroeg minimaal een week tijd, zodat hij zich beter kan laten informeren. Hij riep de Setar-medewerkers op om rustig te blijven en nergens toe aan te zetten, ‘want daarmee bereik je niets’.
In een reactie op deze uitlatingen van de minister legde vakbond STT het telecombedrijf ‘s middags plat. Dat gebeurde in de vorm van een vakbondsvergadering. Directeur Roland Croes, die tijdens de werkonderbreking net in zijn auto kwam aanrijden, uitstapte en het hoofdkantoor binnen liep, zei tegen de aanwezige pers dat de vakbond toestemming had gekregen om de vergadering te houden.
Vakbondsleider Kelly was gistermiddag bij het hoofdkantoor in Seroe Blanco, waar een groot aantal medewerkers zich buiten had verzameld. ,,Onze vergadering is om twee uur begonnen en zal tot half vijf duren. Veel medewerkers zijn lid van de vakbond. Bijna alle afdelingen hebben het werk neergelegd, alleen het callcentrum en onze oproepdienst zijn nog aan het werk.” De vakbondsleider legt uit dat er sprake is van ongelijkheid tussen staatsbedrijven. ,,Medewerkers van Setar leveren al een jaar elke maand 12,6 procent van hun salaris in. Bij andere staatsbedrijven krijgen medewerkers wel 100 procent uitbetaald en wordt de zogenaamde salariskorting vanuit een andere pot aan de regering betaald. Dat klopt niet.” Kelly zei dat de hele samenleving financieel moet bijdragen om mensen te steunen die door de pandemie geen werk hebben. ,,Laat banken, supermarken en andere bedrijven ook geld bijdragen, niet alleen staatsbedrijven en overheidsdiensten.”
Directeur Croes stond de pers kort te woord. Hij gaf aan dat hij weinig commentaar kan geven op de actie van de medewerkers. ,,Ik ben directeur van Setar en heb instructies gekregen vanuit Nederland om 12,6 procent van de salarissen in te houden. Het is geen instructie geweest vanuit de Arubaanse regering. Ik kan niet zelf de beslissing nemen om deze instructie niet op te volgen. Als we die beslissing al zouden nemen, is het aan de aandeelhouders en aan de raad van commissarissen.” Croes probeerde het standpunt van de regering te verdedigen. ,,De pandemie is als een oorlog, het is een calamiteit. Daarom zijn bepaalde maatregelen nodig. Veel bedrijven hebben tijdens de pandemie geen winst gemaakt, maar draaiden verlies. We zijn allemaal aan het herstellen. De regering heeft met Nederland afspraken gemaakt over het inleveren van salarissen en daar houdt Setar zich aan. Daar moeten alle staatsbedrijven zich aan houden.” De Setar-directeur zei dat er ook over de dertiende maand die het bedrijf gaat uitbetalen 12,6 procent moet worden gekort.