Van onze correspondent
Oranjestad - De Rijksministerraad (RMR) gaat pas na het zomerreces de kwestie van de nieuwe Landsverordening Aruba financieel toezicht (LAft) behandelen. Dat heeft minister-president Evelyn Wever-Croes vanuit Nederland laten weten.
De RMR maakt zich grote zorgen over het plan van Aruba om Den Haag minder macht te geven als het gaat om toezicht op hun overheidsfinanciën.
Het Arubaanse parlement heeft het toezicht - dat de RMR heeft via het College Aruba financieel toezicht (CAft) - volgens Knops ‘om zeep geholpen’ met een aangenomen amendement. ,,Dat vinden wij niet acceptabel. Dus daarover gaan wij in gesprek.”
De verwachting is daardoor dat er in ieder geval op korte termijn geen zogeheten ‘aanwijzing’ zal komen.
Voordat de wetswijziging echt kan plaatsvinden, zal de gouverneur van Aruba het moeten goedkeuren. Maar zover zal het niet komen, zegt Knops. ,,De gouverneur weet dat er een discussie in de RMR hierover is. Dus hij zal dat niet bekrachtigen.”
Deze week was voorlopig de laatste week waarin de Nederlandse ministers en de Caribische regeringsvertegenwoordigers bijeenkomen en dan gaan ze een paar weken met zomerreces. Daarna zou de situatie op de agenda van de Rijksministerraad kunnen komen, volgens Knops.
Wever-Croes heeft wel in de vergadering een toelichting gegeven op het gewraakte amendement. ,,Er gaat niets veranderen op het gebied van de overheidsfinanciën. Het amendement is erop gericht een fout te herstellen die in het verleden is gemaakt, waardoor de oude wet indruist tegen onze grondwet.” Ze verzekerde de aanwezige bewindslieden dat de Arubaanse regering zich houdt aan de afspraken over de financiën. ,,We hadden al te maken met grote uitdagingen. Nu maakt de crisis in Venezuela het er niet makkelijker op. Ik ga ervan uit dat er op Aruba een permanente vorm van financieel toezicht zal zijn. Als dat niet het CAft is, komt Aruba met een eigen toezichtsorgaan. Ten aanzien van de afspraken met Nederland houden we daaraan vast.”
Door de verschuiving tot na het zomerreces heeft zowel de Arubaanse als de Nederlandse regering meer tijd om de nieuwe situatie te bestuderen en alternatieven te bedenken om de kwestie op te lossen.