Van onze correspondent
Oranjestad - Luchtvaartmaatschappijen uit Aruba en Panama kunnen voortaan onbeperkt vluchten uitvoeren van, over en naar elkaars grondgebied. Dat is de strekking van het luchtvaartverdrag met Panama dat onlangs stilzwijgend is goedgekeurd door de Tweede Kamer. De bijbehorende stukken zijn gisteren door de gouverneur aan de Staten van Aruba overgelegd.
Na jaren overleg kwam op 11 april van dit jaar een verdrag tot stand in Panama City,
inzake luchtvervoer tussen Aruba en de Republiek Panama. In 1987 hebben de Arubaanse en Panamese luchtvaartautoriteiten op basis van een niet-juridisch verbindende administratieve overeenkomst afspraken gemaakt over het luchtvervoer tussen Aruba en Panama. Die afspraken worden vervangen door het nieuwe verdrag, waarover door delegaties van beide landen is onderhandeld.
Het luchtvaartverdrag omvat het recht van overvlucht en technische landingen alsmede het recht om geregelde luchtdiensten van, naar en via de wederzijdse grondgebieden te onderhouden. Er is geen beperking in het aantal maatschappijen dat van dit recht gebruik mag maken, noch van het aantal vluchten. Wel hebben beide landen het recht om alleen exploitatievergunningen te verstrekken als aan bepaalde vereisten is voldaan. Uiteraard kunnen dergelijke vergunningen ook weer worden ingetrokken.
In het verdrag zijn een procedure en een aanpak geregeld indien Aruba of Panama twijfels heeft over de wijze waarop de veiligheids- en beveiligingsstandaard door de andere partij wordt nageleefd en gecontroleerd. Bij gerede twijfel kunnen consultaties plaatsvinden. Indien maatregelen uitblijven, biedt het verdrag de mogelijkheid om de vluchtuitvoering door de luchtvaartmaatschappijen van en naar elkaars grondgebied op te schorten dan wel te staken.
Het verdrag bevat bepalingen over commerciële mogelijkheden (waaronder verkoop en marketing van internationale luchtdiensten) inclusief het vestigen van kantoren op het grondgebied van de andere partij. Elke aangewezen luchtvaartmaatschappij heeft het recht om zijn eigen grondafhandeling te doen, of een keuze te maken uit concurrerende dienstverleners om de grondafhandeling geheel of deels te doen. Ook valutaomrekening en overschrijving van inkomsten en de mogelijkheid van samenwerkingsverbanden zijn in het verdrag geregeld.
De twee overheden kunnen volledige vrijstelling van invoerbeperkingen, belastingen op goederen en vermogen, douanerechten, accijnzen en gelijksoortige heffingen en tarieven verlenen aan de aangewezen luchtvaartmaatschappijen. Onder deze vrijstelling valt ook het wederkerig gebruik van voorraden bij uitgaande vluchten, gronduitrusting, reserveonderdelen, motorbrandstof, smeermiddelen en verbruikbare technische voorraden, alsmede reclame- en promotiemateriaal. Om de commerciële mogelijkheden voor de desbetreffende luchtvaartmaatschappijen te vergroten zijn in het verdrag bepalingen opgenomen met betrekking tot gebruikersheffingen, eerlijke concurrentie en vaststelling van tarieven.