Afstand van de troon (62)
Door Lodewijk Daniel Gerharts
Op 12 mei 1948 gaf koningin Wilhelmina aan haar volk te kennen dat zij op 31 augustus van dat jaar afstand van de troon wenste te doen en op die dag zou het dan ook 50 jaar geleden zijn dat zij de troon besteeg.
Door de voorzitter van het jubileumcomité werd ten huize van de gezaghebber een rede gehouden en in die rede werd onder meer het volgende gezegd: ,,Op 12 mei 1948 deed Hare Majesteit deze mededeling: op 12 mei van het volgende jaar zal het honderd jaar geleden zijn, dat Koning Willem de derde te Amsterdam werd ingehuldigd. En het was Koning Willem de Derde die heeft gezegd dat Oranje nooit, ja nooit genoeg voor Nederland kan doen! Die woorden heeft Koningin Wilhelmina tot het hare gemaakt bij haar inhuldiging en gedurende de vijftig jaren dat zij de scepter over de Nederlandse gebieden voerde is deze leus de sterke basis van haar beleid geweest. Het Nederlandse volk is zich daarvan maar al te zeer bewust.”
Ik herinner mij als de dag van gisteren, dat in 1918 de leider van de toenmalige sociaal democraten in Nederland, Pieter Jelles Troelstra, overmoedig werd en dacht een revolutie in Nederland te kunnen voorbereiden. De toestand was na de wapenstilstand van 1918 niet gunstig in Nederland en men dacht daar van gebruik te kunnen maken.
Hoe heeft de man zich vergist! Niet zodra Nederland in de gaten had welke snode plannen er gesmeed werd, of het volk stond als nagenoeg een man op en schaarde zich om de koningin. In het rode Amsterdam, de bakermat van de sociaaldemocraten, nu weer de bakermat van de communisten in Nederland, demonstreerde het volk bij tien duizenden.
Toen Hare Majesteit kort daarna een bezoek aan Amsterdam bracht, gaf zij te kennen een rijtoer te willen maken door de hoofdstad, doch zonder de gebruikelijke begeleiding van politie of troepen. En zo ging zij uit op een mooie zomermiddag van 1918, in een door paarden getrokken open rijtuig, dwars door Amsterdam dwars door de Jordaan, het roodste gedeelte van de stad, tot grote schrik van de politie en hofhouding. En wat gebeurde daar in Amsterdam, waar men aan revolutie had durven denken? Daar in de Jordaan liep het volk te hoop, men haalde vlaggen en al wat meer kon dienen tot versiering tevoorschijn en daar was Hare Majesteit omringd door een juichende, zingende volksmenigte, die er niet genoeg van kon krijgen de koningin te bejubelen, de koningin die geen vrees kende en die haar volk beter kende dan de autoriteiten van de staat. Dit bezoek toonde wel duidelijk, dat al kan men ontevreden zijn over de regering, men blijft gehecht aan het Oranjehuis dat een eerlijke democratische regering waarborgt.
Het was niet de eerste maal, dat de koningin een dergelijke grote mensenmassa tegenover zich vond. Zij was nog een kind toen zij met haar moeder, koningin-regentes Emma, een bezoek aan Amsterdam bracht. Er stonden duizenden voor het paleis op de Dam. De kleine koningin vroeg toen aan haar moeder: ,,Zijn al die mensen van mij, moeder?” ,,Neen mijn kind”, antwoordde koningin Emma, ,,die mensen zijn niet van jou; jij bent van die mensen.”
In haar boodschap van 12 mei van dat jaar sprak de koningin als volgt: ,,Doch op dit ogenblik roep ik u met de meeste ernst toe: in deze tijd van geweld en gevaar, sluit u nauw aaneen, eendracht en nog eens eendracht. Toont opgewassen te zijn tegen de grote tijd waarin wij leven, met een wijde blik voor het wereldgebeuren en met het begrip voor het wezenlijke, waar het voor ons allen om gaat. En vervult zodoende uw plicht tegenover uzelf en tegenover het vaderland, tegenover onze bondgenoten en de grote gemeenschap der volkeren.”
Zo sprak koningin Wilhelmina, mijnheer de gezaghebber. Eendracht en nog eens eendracht. Stel uw persoonlijk belang opzij. Hebt een wijden blik voor het wereldgebeuren. Hebt begrip voor het wezenlijke. En wat zien wij hier? Tweedracht. Persoonlijke belangen die op de voorgrond worden geplaatst. Geen wijdere blik dan het eigen kleine kringetje. Schijnbegrip voor het onwezenlijke, het onbereikbare. Schimmen! Moge het koninklijk woord nog eens duidelijk worden herhaald, door de kranten, door de radio, door ieder middel dat de gemeenschap ten dienste staat. Opdat voorkomen worde, dat dit Nederlandse gebied, deze Nederlandse Antillen zich versnipperen en ten offer vallen aan boekaniers, vrijbuiters en een corrupte gemeenschap.
Dat de jongeren, die straks zullen worden geroepen om deze gebieden te leiden mogen beseffen, dat groot ernstig werk van hen wordt geëist, werk dat grote persoonlijke offers van hen zal vragen. Zonder dit ernstige werk, zal het onmogelijk zijn een goede toekomst voor deze eilanden te verwachten.”
De gezaghebber antwoordde en zei onder meer het volgende: ,,Bij de aanvaarding van de regering sprak koningin Wilhelmina: ‘Mijne ingeliefde moeder, aan wie ik onuitsprekelijk veel verschuldigd ben ga mij het voorbeeld van een edele en verhevene opvatting der plichten, die nu op mij rusten. Ik stel mij tot levensdoel, het voorbeeld na te volgen, te regeren zoals van een vorstin uit het huis van Oranje wordt verwacht. Aan de Grondwet getrouw, wens ik de eerbied voor de Nederlandse naam en de Nederlandse vlag te bevestigen. Ik wens in het opperbestuur over de bezittingen en koloniën in Oost en West rechtvaardigheid te betrachten en naar mijn vermogen bij te dragen tot verhoging van uw geestelijk en stoffelijk welzijn. Ik hoop en verwacht dat uw aller steun, welke ambtelijke of maatschappelijke werkkring, binnen of buiten het Koninkrijk gij zijt geplaatst, mij daarin nooit zal ontbreken.’”
En de gezaghebber eindigde: ,,Koningin Wilhelmina heeft ons in een mensenleeftijd haar beste jaren en beste krachten geheel gegeven. God geve koningin Wilhelmina nog vele jaren een welverdiende rust en ongestoord geluk in de huiselijke kring van het gezin der geliefde koninklijke dochter Juliana.”
Op 4 september 1973 werd een aanvang gemaakt met de viering van het 25-jarige regeringsjubileum van koningin Juliana. Op die dag werd in het Wilhelminapark een demonstratie gegeven door het Cultureel Centrum bestaande uit een folkloristische show. De dag daarop werden in alle districten van het eiland volksspelen gehouden.
Het hoofdnummer van de festiviteiten was echter wel een demonstratie door alle disticten, te weten Tera Cora, Nikiboko, Entejol, Noord Salinja, Rincon en Kralendijk, in het stadion gegeven. Nooit tevoren is er een groter menigte voor een huldebetuiging aan de Koningin tezamen geweest. Het stadion was niet alleen tot de laatste plaats bezet, maar ook voor de tribunes stonden honderden mensen achter het hek van de demonstratie te genieten. Mijn schatting was dat er zo’n 2.000 mensen in het stadion aanwezig waren. De politie schatte hoger, namelijk 2.500. Hoe het ook zij, het was een onvergetelijk gezicht zoveel mensen bij elkaar te zien in een stadion dat versierd was met de vlaggen van de Nederlandse Antillen en Nederland. De stemming was opperbest en alle districten kregen een luid en verdiend applaus.
Bonaire heeft op die dag laten zien wat het op cultureel en folkloristisch gebied kan tonen. Het geheel stond onder beproefde en uitstekende leiding van Herbert Domacasse. Na afloop van deze demonstratie werd een fakkeloptocht gehouden door de straten van Kralendijk en het feest werd besloten met een mooi vuurwerk op de nieuwe pier.
Op 30 april 1980 deelde koningin Juliana aan het Nederlandse volk mede dat zij op die dag haar regering wenste te beëindigen. In haar toespraak tot de vertegenwoordigers van het Nederlands volk en dat van de Nederlandse Antillen zei de koningin: ,,Ik treed af, en zij (prinses Beatrix) treedt aan. Zij neemt mijn taak, het zij is daartoe ook uitmuntend voorbereid. Ik ben blij met mijn opvolgster. Zij zal het goed doen.”
Koningin Beatrix heeft in de paar jaar die sinds haar troonaanvaarding zijn verlopen getoond haar taak aan te kunnen. Wij allen mogen ons gelukkig prijzen dat koningin Beatrix aan het hoofd staat van de regering, als een symbool van ons democratisch staatsbestel.