OPINIE - ‘De illusie van een betaalbaar CMC’
Door Jan Huurman
Hij noemt zichzelf een bemoeial, Jan Huurman, voormalig Inspecteur Volksgezondheid op Curaçao, die gisteren een lezing hield voor de ‘Antillenkring’. Waar hij zich dit keer ook mee bemoeit, en wat ‘nieuw’ is in zijn uitlatingen, is de parlementaire enquête Hospital Nobo Otrobanda (HNO). Dat onderdeel van zijn speech wordt hier integraal meegenomen. Het gaat over ‘de illusie van een betaalbaar nieuw ziekenhuis’.
De fase van de openbare verhoren is inmiddels volop gaande. Uiteraard volg ik het op de voet, maar of daar veel nieuws uit zal voortkomen betwijfel ik, veel is al aan de oppervlakte gebracht. Hoe je het ook wendt of keert: de beslissing om het CMC niet op het Amstelterrein maar in Otrobanda te bouwen is verantwoordelijk voor meer dan 80 procent van de meerkosten. Dat was bekend begin 2014, onderbouwd door onafhankelijk onderzoek, hoewel een gefabriceerd rapportje even later de meerkosten schatte op niet meer dan 25 miljoen gulden. Elke insider wist beter. En van meet af aan de illusie dat de extra kosten voor de nieuwe stenen (ook zonder de switch naar Otrobanda) bijna als vanzelf zouden worden gecompenseerd door een efficiëntieslag in de rest van de zorg. Iedereen, nou ja bijna iedereen, geloofde in dat sprookje, inclusief het College financieel toezicht (Cft). Dat verklaarde de toenmalige voorzitter Age Bakker op de eerste dag van de parlementaire enquête. Detail: Bakker verklaarde dat het Cft zich had laten leiden door adviezen van Usona, die op zijn beurt zich had laten adviseren door het ‘onafhankelijk’ bureau Berenschot. Tja, Usona en Berenschot waren één. Usona was een projectorganisatie van Berenschot. Beetje naïef van Age Bakker, als je het mij vraagt. Hij is overigens niet de enige die denkt dat Usona bij Sona hoorde en losstond van Berenschot. De verleiding is groot om nu als een soort sportverslaggever commentaar te gaan leveren op de verhoren. Of beter nog, als theaterrecensent. Want los van de redelijk voorspelbare inhoud - iedereen veegt zijn straatje schoon - levert het mooi toneel op: de al genoemde saaie en naïeve Age Bakker, de emotionele Bob Pinedo, de veel pratende Jacinta Constancia, de arrogante Betrian, de goedlachse Whiteman, de gentleman Hodge, de nijvere Gera Christina, de gehaaide Gerrit Schotte. Die had de bekende Rutte-truc: geen actieve herinnering aan de schoffering van Pinedo om twee leden van diens commissie te vervangen. De lijst wordt de komende tijd alleen maar langer. Het epos van het onbetaalbare Curaçaose ziekenhuis leent zich voor een boek in de stijl van Gabriel García Márquez of voor een meeslepende tv- dan wel Netflixserie.
Een ongewenste uitkomst is dat de commissie zich in het verslag gaat beperken tot zwartepieten, hoewel de verleiding daartoe groot is. De recente rel naar aanleiding van aangifte bij het Openbaar Ministerie (OM) door de commissievoorzitter, voorspelt overigens niet veel goeds. Veel belangrijker is dat er verstandige lessen voor de toekomst worden getrokken. Niet dat ik verwacht dat er in mijn of uw leven nogmaals een nieuw ziekenhuis op Curaçao zal worden gebouwd, maar voor andere grote publieke civieltechnische projecten. Uitzoomend naar de financiële staat van de gezondheidszorg op Curaçao kan ik niet anders dan licht cynisch worden. Kortgeleden werd bekend dat het eindrapport wijziging zorgstelsel opnieuw vertraagd is. Het zoveelste uitstelmoment in de noodzakelijke structurele en financiële hervorming van de Curaçaose zorg. Eind 2012 betoogde ik op de jaarlijkse (medische) Naskho-conferentie dat de zorg op het eiland te duur is én van een te lage kwaliteit. Oorzaken: hoge kosten medisch specialisten, hoge kosten laboratoria, hoge kosten uitzendingen, hoge kosten geneesmiddelen. Ik zal niet de eerste zijn die dat aantoonde. Op dat moment kon de Curaçaose gemeenschap, profiterend van de Isla-inkomsten, de noodzakelijke bedragen nog met hangen en wurgen opbrengen. Toen enige jaren later een van de twee kurken onder de eilandseconomie verdween, en er onverantwoord met geld werd gesmeten bij de bouw van het CMC, werden de problemen acuut. Een reeks van onderzoekers en een dito reeks van rapporten verschenen op het toneel: een Taskforce van het eiland zelf, de Nederlandse Zorg Autoriteit, het Cft, en nu dan de commissie van het genoemde uitgestelde rapport. Allen deden een duit in het zakje. Telkens met de hoop dat de problemen bezworen kunnen worden. Een soort optocht van slangenbezweerders, een illusieparade op zich. De structuur van de Curaçaose zorgfinanciën is overzichtelijk, het oplossen eigenlijk ook. Maar dat kan niet zonder heel pijnlijke ingrepen en niet zonder aantasting van machtsposities. En, in het licht van het laatste, niet zonder hulp en steun vanuit Europees Nederland. Het is de zoveelste illusie om te veronderstellen dat Curaçao dit op eigen kracht, politiek en financieel, zal kunnen. Vandaar mijn pleidooi dat Nederland zijn verantwoordelijkheid neemt en de molensteen CMC overneemt.