OPINIE - De rooien en dammen van Curaçao
Door Paul Stokkermans
Naar aanleiding van de hevige regens van afgelopen zaterdag en de hierdoor ontstane schade is veel discussie ontstaan in de samenleving. Ook hebben veel mensen vragen. Vaak wordt niet begrepen hoe de schade heeft kunnen ontstaan. Het leek daarom goed om wat achtergrondinformatie te verschaffen over de afwatering op Curaçao.
Als het regent op Curaçao komt vaak in korte tijd veel regenwater naar beneden. Dit regenwater zakt deels in de bodem en stroomt deels naar de zee. De zee is namelijk het laagste punt.
De rooien
Over de lengterichting van Curaçao loopt de zogenaamde waterscheiding. De waterscheiding is de lijn die de hoogste punten tussen de zuidkust en de noordkust met elkaar verbindt. Noordelijk van de waterscheiding loopt het water via rooien naar de noordkust. Zuidelijk van de waterscheiding loopt het water via rooien naar de zuidkust. De rooien zorgen dus gezamenlijk voor het natuurlijk afvloeien van het regenwater van land naar de zee. Zie verder ook de bijgevoegde rooienkaart van Curaçao.
Een rooi die bij de zee aankomt veroorzaakt erosie (slijtage) van de grond. Door de erosie ontstaan baaien of boka’s. Baaien en boka’s zijn gewoon het uiteinde van de rooien. Soms worden baaien gemaakt door meerdere rooien. Vaak denkt men dat de zee de baaien en de boka’s heeft gemaakt. Niets is echter minder waar. Baaien en boka’s zijn gemaakt door regenwater dat via de rooien de zee bereikt.
De dammen
Regenwater is zoet water. Op Curaçao is zoet water schaars. Alle regenwater dat naar de zee stroomt is dus een groot verlies voor het eiland. Dit besefte men in historische tijden heel goed. Op de oude plantages werden daarom in de rooien dammen gebouwd. Een dam had als functie een deel van het regenwater tegen te houden en te laten doordringen in de bodem. Het water werd dus als het ware ondergronds opgeslagen in de vorm van grondwater. Gedurende het jaar kon men dan het ondergrondse water via putten weer naar boven halen en gebruiken voor landbouwdoeleinden.
Vaak was er sprake van dammenstelsels. Men maakte dan in een rooi meerdere opeenvolgende dammen die elk een deel van het regenwater tegenhielden. Aan het begin van de rooi waren deze dammen nog klein. Dichter bij de zee waren de dammen groter, want de rooi ontving ook water uit zijrooien en zijrooien van zijrooien. De hoeveelheid water achter een dam neemt dus toe naarmate het dichter bij de zee komt.
Als je het water over de rand van een dam laat stromen zal de dam worden beschadigd en kan deze mogelijkerwijs instorten. Een goed gebouwde dam heeft daarom een versterkt lager punt (sakadó in het Papiaments) waar het water kan doorstromen nadat het gebied achter de dam vol is gelopen met water. Dit is vergelijkbaar met de opening, de zogenaamde overloop, in een wastafel, die overstroming dient te voorkomen.
Als het hard regent zal dus nooit al het water worden tegengehouden. Het overtollige regenwater stroomt via de sakadó gewoon door. Het was ook nooit de bedoeling dat een dam al het regenwater zou tegenhouden. Als het niet veel regent kan een dam wel alles tegenhouden. Bij hevige regenval zal echter altijd water doorstromen.
En dit is dus afgelopen zaterdag gebeurd. De hoeveelheid regenwater was zo groot dat de gebieden achter de dam meteen volliepen en het overtollige water via de sakadó gewoon doorstroomde tot aan de zee. Men denkt dan soms dat de dam is doorgebroken terwijl dit niet zo is. De dam heeft gewoon zijn werk gedaan.
Dammen en bebouwing
Overtollig water stroomt dus altijd door via de sakadó. Wat voorkomen dient te worden is bouwen bij de rooi die het water van de sakadó verder geleidt richting de zee. Het kan een tijd goed gaan maar als het heel veel regent verandert de rooi in een kolkende stroom water die alles vernietigt dat het op zijn weg vindt. Helaas neemt het bouwen in de afwateringsgebieden steeds meer toe. Dat is dus vragen om problemen.
Dammen zijn niet bedoeld om bebouwing te beschermen maar om water in de bodem op te slaan. Helaas zijn veel dammen de laatste jaren opgeofferd ten behoeve van bebouwing. Dit betekent dat nog meer water versneld via de rooien naar de zee zal stromen en daardoor meer schade kan veroorzaken. Ook betekent dit dat de overige dammen zwaarder belast zullen worden.
Het komt ook voor dat door een bouwproject de richting van het water wordt veranderd waardoor sommige dammen zwaarder belast worden en andere dammen ineens geen water meer krijgen. Bij de planning van bouwprojecten wordt hiermee niet altijd rekening gehouden. Sowieso worden bij bouwprojecten veel oppervlakten bedekt met asfalt en beton waardoor het water niet meer kan doordringen in de bodem. De hoeveelheid af te voeren water neemt daardoor nog meer toe waardoor dammen hierdoor nog zwaarder worden belast.
Verder is het klimaat aan het veranderen. Het wordt warmer. Warme lucht houdt meer water vast dan koele lucht. Dit betekent dat nu al, en zeker in de toekomst, de regenbuien heviger zullen worden. In dezelfde tijd zal dan nog meer water via de rooien naar de zee stromen en wordt de kans op schade nog groter als in de afwateringsgebieden is gebouwd.
Het oplossen van de problemen die afgelopen zaterdag zichtbaar zijn geworden vergen een brede aanpak. Natuurlijk is het onderhoud en eventueel herstel van dammen belangrijk, maar er zal ook kritisch gekeken moeten worden naar de bestaande en toekomstige bebouwing in relatie tot de afvoer van regenwater. De natuur houdt geen rekening met de bouwactiviteiten van de mens. Dus zal de mens rekening moeten houden met de wetten van de natuur. Worden deze natuurwetten genegeerd, dan is het vroeg of laat vragen om problemen. En deze problemen zullen in de toekomst vanwege de klimaatverandering alleen maar toenemen.
De auteur, ir. Paul Stokkermans, is gepensioneerd landbouwingenieur en ex-directeur van Carmabi en voormalig beleidsmedewerker van de toenmalige Dienst Economische Zaken (DEZ) op Curaçao. Momenteel is hij directeur van Scientegia Solutions.