Column: Bouwstenen voor belastingherziening
Door Peter Kavelaars
Onlangs is op Curaçao een commissie aan de slag geweest de regering te adviseren over belastingherziening. Dit was enerzijds nodig, omdat het belastingstelsel al lange tijd niet was aangepast aan actuele ontwikkelingen, en anderzijds vanwege de financiële positie van het eiland die het nodig maakt dat de overheid over extra financiële middelen beschikt. We mogen aannemen dat op korte termijn de diverse wetswijzigingen publiekelijk worden gemaakt.
Voornemens tot belastingherziening zijn in veel landen aan de orde en onlangs heeft ook de Nederlandse regering aangegeven dat een aanpassing van het fiscale stelsel wenselijk is. Dit is aangekondigd in de zogenoemde Bouwstenenbrief van medio april. De Nederlandse staatssecretaris kondigt daarin een zestal bouwstenen aan voor een nieuw stelsel. Aan die bouwstenen gaat de komende tijd gewerkt worden. De zes bouwstenen geven de richting aan waarin het fiscale stelsel zich zeer vermoedelijk gaat ontwikkelen. Een eerste interessant punt is de zogenoemde belastingmix ofwel de verdeling van de belastingheffing over arbeid, consumptie en kapitaal. Traditioneel wordt de arbeidscomponent veruit het zwaarste belast, gevolgd door consumptie en tot slot het kapitaal. Dat is natuurlijk niet zo vreemd want het grootste deel van het nationale inkomen wordt met arbeid verdiend. Bovendien is kapitaal bijvoorbeeld heel vluchtig zodat de druk daarop niet al te hoog kan zijn. Maar het belasten van arbeid zou wel beter deels kunnen worden verschoven naar consumptie. Het ligt dan ook in de rede aan te nemen dat dit zich de komende jaren gaat voordoen hetgeen vooral een hogere btw betekent. Dat past overigens ook in de internationale ontwikkelingen: in veel landen, met name ook in de EU, zien we dat de belasting op consumptie toeneemt en die op arbeid en winst daalt. Dat is economisch in het algemeen een goede ontwikkeling.
Een tweede bouwsteen heeft betrekking op de vennootschapsbelasting. Dat heeft ermee te maken dat die belasting inmiddels uitermate complex is: met stip de ingewikkeldste belasting in Nederland. Dat komt vooral door de BEPS-ontwikkelingen en ingrijpende rechtspraak van het Hof van Justitie. Het is echter door deze internationale oorzaken nog niet zo eenvoudig daar wat aan te doen. Een behoorlijke vereenvoudiging zou, denk ik, wel kunnen worden bereikt door vreemd en eigen vermogen fiscaal gelijk te behandelen. Dat voorkomt allerlei financieringsconstructies. Een andere oplossing zou een Europese winstbelasting kunnen zijn zoals de Europese Commissie die heeft voorgesteld, te weten de Common Consolidated Corporate Tax Base. Dat lijkt echter nog heel ver weg: de lidstaten zijn namelijk niet zo dol op Europese belastingen.
Twee andere belangrijke ontwikkelingen zijn de belastingheffing van de digitale economie enerzijds en de energie- en milieubelastingen anderzijds. Wat betreft de digitale economie hebben de Oeso en de EU beide voorstellen gedaan maar daarover bestaat nog steeds geen overeenstemming. De EU heeft haar voorstellen zelfs in de ijskast moeten zetten. Inmiddels zien we wel dat veel landen nu zelf maar initiatieven nemen voor wetgeving. In diverse landen wordt digitale dienstverlening al in de heffing betrokken. In Nederland is de regering tot op heden terughoudend en wacht men de Oeso-voorstellen af. Dat gaat een van de politieke partijen echter te langzaam, reden waarom die partij zeer onlangs een wetsvoorstel heeft aangekondigd dat veel lijkt op hetgeen andere landen doen en ook de tussenoplossing van de EU was: een digitale dienstenbelasting. Kort gezegd gaat het daarbij om een soort extra omzetbelasting. De Nederlandse regering wil echter naar een Oeso-conforme oplossing waarbij winstbelasting van fictieve vaste inrichtingen wordt geheven. Tot slot zijn er dan als belangrijk issue de energie- en milieubelastingen. Op Curaçao een nog weinig bekend fenomeen maar in Nederland wordt volop gewerkt aan een forse uitbreiding. Met name moet er linksom of rechtsom een CO2-heffing komen. Een belangrijk deel van het bedrijfsleven is daar een vrij fel tegenstander van, omdat het de concurrentiepositie zou schaden. Dat lijkt echter wel mee te vallen: de bedoeling is namelijk dat de opbrengst wordt teruggesluisd, bijvoorbeeld via lagere belastingen op arbeid. Hiervoor gaf ik al aan dat die belastingen inderdaad veel te hoog zijn. Overigens denk ik dat het ook voor Curaçao interessant is om te kijken naar de invoering van een energie- of milieubelasting waarbij ook hier het uitgangspunt wel moet zijn dat de opbrengst geheel wordt teruggesluisd, bijvoorbeeld door lagere heffingen op arbeid of een verlaging van de winstbelasting.
Peter Kavelaars is hoogleraar aan de University of Curaçao en aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, alsmede partner bij Deloitte.