Opinie: Hopelijk komt het niet zover
Weigering Statenlid toe te laten is schending van (inter)nationaal recht
Door Etienne Ys
Het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (het BUPO-verdrag), waar ook het Koninkrijk bij is aangesloten, verplicht de aangesloten landen te bevorderen dat de rechten en vrijheden van de mens worden gerespecteerd en in acht genomen. Die landen zijn niet vrij om dat na te laten. Deze verplichting geldt niet alleen voor het bij het BUPO-verdrag aangesloten land, maar ook voor de individuele burger. Ook hij dient deze rechten en vrijheden te erkennen, in acht te nemen en te bevorderen.
In artikel 25 van dit verdrag is opgenomen het recht om te mogen stemmen en ook het recht om gekozen te worden, dus het actief en het passief kiesrecht. In ons land is daar verder invulling aan gegeven in onze Staatsregeling en wet- en regelgeving. Er gelden waarborgen voor vrije verkiezingen waarbij burgers zich verkiesbaar kunnen stellen. Bij ons geldt dus ook de plicht om mee te werken aan de toelating tot de Staten van iedere burger die verkozen is als lid van de Staten. Het is verboden om de toelating tot de Staten tegen te werken. Dit geldt voor de overheid maar net zo goed voor ieder individu, uit hoofde van diens plichten tegenover anderen en tegenover de gemeenschap. Dus ook op elk Statenlid rust de verantwoordelijkheid om te bevorderen dat een verkozene tot de Staten kan worden toegelaten.
Het passief kiesrecht is een zeer fundamenteel recht. Zonder passief kiesrecht bestaat er geen democratie. We zien helaas nog in vele landen, waaronder de zuiderburen, dat degenen die aan de macht zijn allerlei manoeuvres bedenken om de toelating tot het parlement van politieke tegenstanders te torpederen dan wel de uitoefening van hun politieke taken te bemoeilijken. In de wereld zijn er helaas nog te veel politieke gevangenen.
Ter discussie staat nu de toelating van een kandidaat-Statenlid tot de Staten. Artikel 47 van de Staatsregeling, de artikelen 2 tot en met 5 van het Reglement van Orde van de Staten en de artikelen 107 tot en met 126 van het Kiesreglement regelen hoe de toelating tot de Staten van een verkozen Statenlid gebeurt. Deze artikelen impliceren dat de toelating dient te geschieden in een openbare vergadering van de Staten. Artikel 56 eerste lid van de Staatsregeling schrijft voor dat de Staten alleen mogen vergaderen (beraadslagen en besluiten) indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden ter vergadering aanwezig is. De Staten dienen uit 21 leden te bestaan, aldus artikel 40 van de Staatsregeling.
Op dit moment zijn er in verband met het overlijden van de voormalige Statenvoorzitter maar 20 leden die zitting hebben in de Staten. Dus om te mogen vergaderen moeten minimaal 11 leden inschrijven voordat de Statenvoorzitter de vergadering kan openen. Een aantal Statenleden heeft in de pers kenbaar gemaakt niet te zullen meewerken aan het vormen van een quorum om de toelating van het kandidaat Statenlid mogelijk te maken. De media speculeren nu wie wel en wie niet aanwezig zullen zijn bij de Statenvergadering en sommigen suggereren dat (de partij van) het kandidaat-Statenlid moet gaan lobbyen bij de andere partijen om het quorum zeker te stellen.
Daarbij wordt slechts sporadisch kritiek geuit op of afkeuring uitgesproken over het voornemen van Statenleden om geen medewerking te verlenen aan het kunnen doorgaan van deze, voor de verkozene en voor de fundamentele rechten van de mens en de democratie, zeer belangrijke vergadering. Dat is opmerkelijk en teleurstellend. Als er geen quorum wordt gevormd betekent het dat het belangrijkste vertegenwoordigend lichaam in ons land, de Staten, er niet voor heeft gezorgd dat een verkozen Statenlid wordt toegelaten. Dit is een regelrechte schending van een grondrecht die door het land (de Staten) wordt gepleegd. En de Staten heeft nou juist een belangrijke rol om te waken over de handhaving, naleving en bevordering van de fundamentele rechten en vrijheden van de mens.
Hetzelfde geldt voor elk individueel Statenlid dat weigert mee te werken aan de toelating van een verkozen Statenlid. Dit is ronduit schandalig en zeer schadelijk voor onze democratie en ons imago zowel binnen als buiten het Koninkrijk. Ik hoop dat het niet zover hoeft te komen.
De auteur, Etienne Ys, is voormalig minister-president van de Nederlandse Antillen en ook oud-leider van de politieke partij PAR.