Opinie: Autonomie Aruba: de weg naar welvaart of armoede?
Door Miguel Mansur Jr.
Op basis van cijfers van de Centrale Bank van Aruba (CBA) en het IMF kan een economische analyse opgemaakt worden van elke regeringsperiode vanaf de Status Aparte. Voor elk kabinet kan een balans worden opgemaakt bestaande uit de reële economische groei (aangepast met de inflatie) verminderd met de groei van de nationale schuld. De eerste 15 jaar (1986-2001) waren er 5 verschillende coalitiekabinetten, die alle een hogere reële economische groei lieten zien dan een schuldgroei. Er was dus sprake van een positieve periode.
2001-2009
Bij de verkiezingen van 2001 behaalde één enkele partij voor het eerst in de geschiedenis na de Status Aparte de absolute meerderheid. Dit bracht een verandering teweeg van 180 graden. Het MEP-kabinet Oduber III kwam aan de macht en voor het eerst oversteeg de schuldgroei de economische groei en wel met meer dan 230 miljoen florin. Bij de verkiezingen van 2005 behaalde de MEP wederom de absolute meerderheid en het negatieve beeld ging door tijdens het kabinet Oduber IV. Voor het eerst kreeg Aruba te maken met een negatieve economische groei tijdens een volledige regeerperiode. De totale schuldgroei van 741 miljoen in 8 jaar tijd door 2 kabinetsperiode van één partij maakte alle vooruitgang van de vijf voorgaande coalitieregeringen ongedaan.
2009-2013
De AVP won vervolgens de verkiezingen in 2009, eveneens met een absolute meerderheid. Het kabinet Mike Eman I werd ingezworen. Jammer genoeg gaat het verarmingsproces zelfs versneld door. De reële economische groei bleef ook tijdens die kabinetsperiode negatief. Schrikbarend is dat daarbij meer dan 1,1 miljard aan onze nationale schuld wordt toegevoegd zonder daarbij de PPP-projecten mee te rekenen.
2013-2017
Bij de daaropvolgende verkiezingen behaalde de AVP de grootste meerderheid in de parlementaire geschiedenis na aanvang van de Status Aparte door 13 zetels te behalen. Tijdens het kabinet Eman II was er sprake van een reële economische groei, maar dat kwam niet in de buurt van de schuldgroei die bijna werd verdubbeld. Aan het eind van die regeerperiode bedroeg de schuld/bbp-ratio 76,9 procent, tegenover de 45,6 procent aan het eind van kabinet Oduber IV. Dat was zonder de financiële verplichtingen van de PPP-projecten mee te rekenen. Die werden geschat op 923 miljoen. Indien deze wel worden meegenomen dan bedroeg de schuld meer dan 5 miljard met een schuld/bbp-ratio van 93,4 procent. Dit was zonder meer het meest financieel schadelijke bestuur in onze geschiedenis.
2017-2020
De verkiezingen van 2017 leidden weer tot een coalitieregering en kabinet Wever-Croes. Tot eind 2019 was er sprake van een reële economische groei van 174 miljoen terwijl de schuld groeide met 206,8 miljoen. Er was nog steeds sprake van een negatieve bijdrage aan de cumulatieve balans, maar de schuldtoename was op minuscule schaal vergeleken met de periode dat er sprake was van het bestuur door slechts één partij. De supervisie van het CAft, de aanvullende maatregelen en de controle vanuit een coalitieregering leken de vernietigende weg van daarvóór te veranderen, tot…de Covid-19-crisis toesloeg.
Goede en slechte schulden
Nationale schulden zijn niet per definitie negatief. Indien het geld op een verantwoorde wijze wordt geïnvesteerd in bijvoorbeeld onderwijs, infrastructuur en volksgezondheid, dan kan dat zijn vruchten in de toekomst afwerpen. Maar indien de nationale schuld toeneemt om een publieke sector te financieren die reeds minimaal 2.000 personen te veel heeft, is dat wel catastrofaal voor het welzijn van de gemeenschap. Overheidsinvesteringen en/of PPP-projecten tegen exorbitante prijzen en met een dubieus resultaat (zoals een overstroming in het ziekenhuis) zijn investeringen die nooit ‘terugverdiend’ worden.
Les
De afgelopen 34 jaar hebben ons geleerd dat coalitieregeringen minder gevaarlijk zijn voor de publieke financiën. Een wetswijziging op het gebied van restzetels moet een prioriteit worden om de excessen uit het verleden te voorkomen. Het valt te bezien of ons systeem met twee grote politieke partijen die vanaf de Status Aparte steeds gewisseld hebben na twee regeringsperioden hervormd kan worden teneinde Aruba uit de financiële put te halen.
Vooruitzicht
Aruba moet volgens een schatting van de CBA dit jaar rekening houden met een economische krimp van tussen de -25,4 en -32,3 procent (reëel bbp). Dit leidt tot een toename van de schuld van omstreeks 1,1 miljard. Zonder het aandeel van de PPP-projecten stijgt de schuld/bbp-ratio tot 134 procent, terwijl dit inclusief de PPP-verplichtingen 157 procent bedraagt. Hoogstwaarschijnlijk zal Nederland voor elk kwartaal in 2021 wederom om bijstand moeten worden gevraagd evenals voor de eerste helft van 2022, zo niet meer.
Fantasie
De voordelen van onze autonomie die politici zo uitgebreid verheerlijken zijn slechts fantasie gebleken. De autonomie heeft daarentegen onze bestuurders de macht gegeven om de publieke financiën volledig te laten ontsporen tot wij in een diepe put stortten, waar wij niet uitkomen zonder schuldkwijting en een eindeloze hoeveelheid pijnlijke maatregelen. Dit is niet omdat de Status Aparte op zich slecht was (de economie groeide toen met een indrukwekkende 18,5 procent in 1988), maar omdat onze bestuurders niet in staat waren om de openbare financiën op verantwoorde wijze te beheren zonder grenzen die van buiten opgelegd werden.
MORGEN DEEL 2
Miguel Mansur Jr. is in 1977 op Aruba geboren. Na de International School of Aruba verhuisde hij naar Zwitserland, waar hij een opleiding deed aan Institut Le Rosey. Later studeerde hij Economie en Internationale Betrekkingen aan de Tufts University in de Amerikaanse staat Massachusetts. Ook deed hij ‘post graduate’-cursussen Financial Economics aan de Boston University. Op het ogenblik is hij president van Capitable, een limited liability company in Florida. Hiermee beheert hij beleggingen, waaronder een investering in een ‘self-service coin laundry’-operatie, een ‘nitrogen ice-cream’-onderneming en een mede-investering in ‘co-working office space’ in New York.
Eind deze maand is Mansur voornemens zich te vestigen op Aruba om zijn politieke partij Futuro Nobo te leiden naar de eerstvolgende Statenverkiezingen, die voor september 2021 gepland staan.
1