Opinie: Onaantastbaar onrecht
Ftac maakt het zichzelf erg makkelijk in klacht tegen KLM en TUI
Door Agustin Vrolijk
Recent is een beschikking gepubliceerd van de Fair Trade Authority Curaçao (Ftac) naar aanleiding van de klacht van een klant tegen de ticketprijzen van Koninklijke Luchtvaart Maatschappij nv en TUI Airlines nv op de route Amsterdam- Curaçao- Amsterdam. Deze zelfde tarieven worden op de route Amsterdam-Aruba-Amsterdam gevraagd.
Volgens klager (K) maken deze luchtvaartmaatschappijen prijsafspraken (kartelvorming) en misbruiken ze hun monopolypositie op de genoemde route of vice versa. Verder dat ze woekerprijzen hanteren, en gedragen zij zich hierdoor discriminatoir ten opzichte van het reizend publiek van Curaçao.
De gewraakte ticketprijs is een businessclasstarief voor een stoel in de economy class in deze winterperiode wanneer er zoveel familieleden op en neer reizen. K’s verzoek was dat Ftac optreedt tegen de genoemde praktijken van deze luchtvaartmaatschappijen op basis van de Landsverordening inzake concurrentie.
Ftac wilde meer informatie van K over de inhoud van zijn klacht; echter deze bleef uit. Nu stelt Ftac: ‘door het ontbreken van nadere informatie die uw klacht substantieert, kan de Ftac uw aanvraag niet als volledig beschouwen. Daarmee kwalificeert uw klacht niet als een aanvraag zoals bedoeld in artikel 6.1, lid 3 van de Landsverordening inzake concurrentie’.
Verder wordt de klacht van K niet in behandeling genomen daar K geen belanghebbende is en ‘dat alleen als een klacht door een belanghebbende is ingediend deze geldt als een aanvraag die de Ftac in behandeling moet nemen’. K moest aantonen een speciaal of persoonlijk belang te hebben. Hij wordt wel erkend klant te zijn van de genoemde KLM en/of TUI maar ‘heeft verder geen persoonlijk en onderscheidend belang’.
De conclusie van Ftac is dan: 1. K’s klacht is niet volledig; 2. hij is geen belanghebbende, dus zijn klacht zal niet verder in behandeling worden genomen.
Ook in het Protocol betreffende het luchttransport tussen de Koninkrijksdelen (2010) is opgenomen dat de regeringen kunnen ingrijpen (artikel 13 lid 3) om de consumenten te beschermen tegen prijzen die buitensporig hoog zijn als gevolg van misbruik van dominante positie van de luchtvaartmaatschappijen die tussen de partijen vliegen. Indien een van de partijen vindt dat de tarieven buitensporig hoog zijn, kan die partij consultatie aanvragen om de andere partij hiervan op de hoogte te brengen. Zonder een gezamenlijke overeenstemming zullen de gewraakte tarieven in werking treden dan wel blijven; het beginsel van ‘double approval’.
In een interview op Hits 100 (FM 100.9) op 16 november 2020 verklaarde de directeur van de Directie Luchtvaart Aruba, Department of Civil Aviation Aruba (DCA) - op een vraag over de hoogte van de tarieven van KLM en TUI wat er aan gedaan gaat worden: ,,Nos por bay wak’e” (We kunnen het gaan bekijken) en ,,Mester studi’e, si ta necesario” (We moeten het bestuderen, als het nodig blijkt). Voor zover bekend is niets ondernomen, ook niet door de directeur-generaal van de Curaçao Burgerluchtvaart Autoriteit, Curaçao Civil Aviation Authority (CCAA).
Op de website van Ftac staat te lezen: ,,De Ftac kan naar aanleiding van klachten, tips of signalen onderzoeken starten naar mogelijke overtredingen van deze regels [het kartelverbod en misbruik van machtspositie]. De Ftac kan ook op eigen initiatief een onderzoek starten.” Verder wordt gesteld dat een onderneming een machtspositie heeft als haar marktaandeel 60 procent of meer bedraagt. Tussen Nederland en Curaçao/Aruba hebben KLM en TUI zeker 95 procent marktaandeel van het luchtvervoer.
Zonder inhoudelijk in te gaan op de hoogte van de tarieven, kan gesteld worden dat Ftac zeer kort door de bocht is gegaan om tot haar beschikking te komen. Immers nergens staat aangegeven dat onderzoek is gedaan naar het gestelde door K.
Was het verzoek geen aanvraag dan wel een klacht; was het geen klacht, dan heeft Ftac wel tips gekregen dat er mogelijk iets mis is met de tarieven.
Waarom zou K geen belanghebbende zijn? Hij is een klant/consument/reiziger die door de hoge tarieven benadeeld wordt; en wat als hij de reis betaalt voor een lid of meer leden van zijn gezin?
Als Ftac stelt dat zij ook ambtshalve onderzoek kan instellen naar mogelijk machtsmisbruik, dan was de tip van K wel een aanleiding om dit ambtshalve te beginnen. K’s zaak is niet-ontvankelijk verklaard door de Ftac en hierdoor heeft zij zichzelf beschermd tegen mogelijke ‘overruling’ door KLM, TUI en Den Haag.
Zowel Ftac als de CCAA op Curaçao en de DCA op Aruba bleven in dit geval onder de maat voor wat betreft hun verantwoordelijkheid om de consument te beschermen.
De auteur, mr. Agustin Vrolijk, is luchtvaartjurist. Hij is voormalig directeur Directie Luchtvaart en ook ex-directeur Directie Buitenlandse Betrekkingen Aruba.