Opinie: Het Papiaments treft geen blaam
Door Elsmarie Beukenboom
Het opiniestuk van Juana Kibbelaar in het Antilliaans Dagblad van 23 oktober 2021 laat zich vooral lezen als stellingname tegen het Papiaments. Het hele artikel is een brok angst zaaien jegens onze moedertaal. Ze schetst doemscenario’s waarin het Papiaments in haar zienswijze de verpersoonlijking van het kwaad is: als het onderwijs in het Papiaments is, dan blijven Papiamentstalige kinderen laaggeletterd. Hier en daar probeert ze een rolletje voor het Papiaments te bedenken, maar juist door haar fixatie op het Nederlands wordt deze rol totaal overschaduwd en komen deze pogingen niet geloofwaardig over. Van de zo door haar met de lippen beleden balans tussen de talen is dan geen sprake. Het is en zal volgens haar het Nederlands moeten worden. En dat is jammer.
In deze reactie beperken wij ons zoveel als mogelijk tot de situatie op Bonaire. Omdat de aanleiding van de tirade van mevrouw Kibbelaar de discussie was die de Tweede Kamer voerde over het mbo op Bonaire. En omdat mevrouw Kibbelaar melding maakt van de op 11 maart 2021 door de Nederlandse overheid en het Openbaar Lichaam Bonaire ondertekende ‘Bestuursafspraak Papiaments op Bonaire’.
De geschiedenis van het onderwijs op Bonaire is inderdaad een geschiedenis van achterstand. Achterstand mede vanwege het buitensluiten van de taal van het grootste deel van de bevolking. Waar de opa’s en oma’s nog kunnen vertellen over de terreur op het schoolplein van de waarschijnlijk goedbedoelende onderwijzers die lijfstraffen uitdeelden als het Papiaments gebezigd werd, kunnen de ouders nu wat meer lucht happen. Inderdaad is er meer erkenning voor het Papiaments en proberen Papiaments en Nederlands met elkaar te cohabiteren in het onderwijs. Dit samenleven is van vrij recente datum: pas in de jaren 80 van de vorige eeuw werd het Papiaments als vak toegelaten en pas in het vorige decennium als deelinstructietaal.
In de Wet primair onderwijs BES wordt het Papiaments op slechts twee plaatsen genoemd: artikel 11.1c als een van de onderdelen van de inhoud van het onderwijs en in artikel 11.7. Artikel 11.7 luidt: ,,Het onderwijs wordt gegeven in het Nederlands en in het Papiaments.” Dus niet alleen in het Papiaments, zoals mevrouw Kibbelaar suggestief beschrijft.
Ook in de Wet voortgezet onderwijs BES wordt het Papiaments op twee plaatsen genoemd. Artikel 16.7a stelt dat het Papiaments deel uit ‘kan’ maken van het vrije deel(!) van de theoretische leerweg. Artikel 29.7c van het vrije deel(!) van elk profiel in de gemengde leerweg. Dus niet eens als verplicht vak. Laat staan als verplicht examenvak.
Verder wordt alleen in artikel 7.1.1.2 van de huidige Wet educatie en beroepsonderwijs BES het woord Papiaments gebruikt: ,,In afwijking van het eerste lid wordt het onderwijs gegeven en worden de examens afgenomen voor zover het betreft de assistentopleiding en de basisberoepsopleiding op Bonaire, ter keuze van het bevoegd gezag in het Nederlands of in het Papiaments en voor zover het betreft de assistentopleiding en de basisberoepsopleiding op Sint Eustatius en Saba, ter keuze van het bevoegd gezag, in het Nederlands of in het Engels”. En verder: ,,Bij het bepalen van zijn keuze betrekt het bevoegd gezag ten minste in zijn overwegingen: de dominante taal op een eilandgebied, de gehanteerde instructietaal in de vooropleiding, de aard van de doelgroep en de mate aan kennis van de dominante taal of van de geëigende instructietaal op een eilandgebied bij deze doelgroep, de instructietaal van vervolgopleidingen, en de beschikbaarheid van lesmateriaal in de desbetreffende instructietaal.”
Op basis van de onderwijswetten kunnen we concluderen dat het Papiaments op Bonaire jammer genoeg nergens een sterke positie in het onderwijs heeft. Waarom dan die angst van mevrouw Kibbelaar? Of is het haar streven om het Papiaments zo klein mogelijk te houden in het onderwijs?
Naast het Papiaments worden overigens op alle onderwijsniveaus Engels en Spaans gedoceerd. En dat is goed ook. Papiamentstalige leerlingen hebben dan met de kennis van deze talen immers meer toegang tot de wereld. Met Nederlands is die toegang toch minder.
Mevrouw Kibbelaar pleit ervoor om al in het kleuteronderwijs de kinderen vertrouwd te doen raken met het Nederlands. Kent ze de onderwijsgeschiedenis van onze eilanden dan niet? Dit is precies wat er vroeger gebeurde, met alle negatieve effecten tot gevolg. Kinderen die in een Papiamentstalige omgeving opgroeiden die het Nederlands noch het Papiaments machtig waren. Over het slachtofferen van kinderen gesproken.
De strijd om het Papiaments lijkt nog lang niet uitgewoed. De oudere generaties hebben strijd gevoerd om het Papiaments een plek in het onderwijs te geven. Mevrouw Kibbelaar lijkt strijd te voeren om het Papiaments uit het onderwijs te verwijderen. Het zijn opinies als die van mevrouw Kibbelaar die deze strijd steeds weer opnieuw doen oplaaien. Ieder weldenkend mens zou nu accepteren dat het Papiaments niet meer uit te sluiten is. Alleen Mevrouw Kibbelaar niet.
Duidelijk is dat we níét terug moeten naar de tijd van vroeger, naar de tijd die mevrouw Kibbelaar voorstaat. Ook de Taalunie heeft in 2014 het idee geopperd om al in het kleuteronderwijs met het Nederlands te beginnen. Dit voorstel veroorzaakte een golf van onrust. Maar het was ook diezelfde Taalunie die in hetzelfde rapport erkende dat er geen taalvrede kan zijn als het Papiaments geen gelijkwaardige plaats zou krijgen in het onderwijs.
Dan nog het volgende: hoe komt het dat Antillianen nagenoeg alle talen kunnen leren, maar juist met het Nederlands zoveel moeite hebben? Het zal niet aan het Nederlands zelf liggen; we kunnen immers alle andere talen leren spreken. Wij vermoeden dat de reden psychologisch is: de manier waarop de taal in het onderwijs met de stok is opgelegd, heeft aversie doen ontstaan. Wij denken dat wetenschappelijk onderzoek naar deze stelling essentieel is om überhaupt te kunnen bepalen of het wel zin heeft om het Nederlands te gaan hanteren als die ‘grotere’ taal.
Mevrouw Kibbelaar noemt de in maart van dit jaar ondertekende ‘Bestuursafspraak Papiaments op Bonaire’. Deze afspraak is enerzijds door de Bonairiaanse gedeputeerde van Onderwijs en anderzijds door de Nederlandse minister van Onderwijs, de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en de staatssecretaris van BZK ondertekend. Door Bonairianen wordt deze bestuursafspraak niet als eindpunt beschouwd; de grote wens is het Papiaments op Bonaire erkend te krijgen onder deel III van het Europees handvest voor regionale talen of talen van minderheden. Hiertoe is er op Bonaire heel wat voorwerk verricht. Zo heeft Fundashon Akademia Papiamentu een rapport laten opstellen dat antwoord geeft op de vraag welke inhoud toegekend moet worden aan de toepassing op Bonaire van deel III van dit handvest. Dit rapport is tijdens een publieke raadpleging bekrachtigd.
Ondanks de verdergaande wensen qua erkenning van het Papiaments, mag worden gesteld dat de bestuursafspraak interessante acties voorschrijft. Deze acties worden in artikel 3 beschreven, waaronder het faciliteren van docenten, het wegwerken van analfabetisme, het opzetten van een netwerk van docenten en de oprichting van een Papiamentse Taalunie. Als deze acties op de juiste wijze worden uitgevoerd, dan kunnen ze resulteren in een duw voorwaarts op het gebied van didactiek en materiaalontwikkeling. En deze duw zal de ontwikkeling en beheersing van alle andere talen in het onderwijs van Bonaire voordelen gaan bieden.
Tegenwoordig kunnen wij op onze computer een document openen dat oorspronkelijk in het Frans is opgesteld, en wij krijgen een vertaling ervan in het Engels. Die vertaalfaciliteit is er nog niet voor het Papiaments. Het kost menskracht en geld om zo’n instrument voor het Papiaments te scheppen. Maar het resultaat ervan is dat zelfs wanneer Papiamentstalige kinderen alleen in het Papiaments onderwijs zouden krijgen, dan nog ligt de wereld helemaal aan hun voeten.
Het Papiaments is niet schuldig aan de staat van de beheersing van het Nederlands op Bonaire. Het zijn andere factoren die hier de oorzaak van zijn, zoals de aversie tegen het Nederlands en het feit dat het Nederlands op Bonaire een vreemde taal is. Het Papiaments is evenwel geen vijand van het Nederlands. Integendeel, het Papiaments is een belangrijke factor om juist die angsten van mevrouw Kibbelaar weg te nemen. Het Papiaments zal juist de redding van het Nederlands blijken.
De auteur van deze bijdrage, Elsmarie Beukenboom, is voorzitter van Fundashon Akademia Papiamentu.