Opinie: Hoe worden Papiamentstalige kinderen beter in Papiaments?
Door Juana Kibbelaar
Op mijn artikel over Papiamentstalige opleidingen is in diverse media gereageerd, onder meer door Plataforma Union di Papiamentu/o. Het is goed dat er een debat op gang komt over de talenkwestie in ons onderwijs en ik ben blij met hun belangstelling en betrokkenheid. Om dit debat constructief te kunnen voeren, is allereerst noodzakelijk dat alle partijen het over hetzelfde vraagstuk gaan hebben. Dat is nu niet het geval.
Het vraagstuk dat ik aan de orde stel is: ‘Hoe krijgen Papiamentstalige kinderen dezelfde toegang tot onbeperkte informatiebronnen als leeftijdgenoten in het Koninkrijk?’ Mijn stelling is dat onze kinderen met het Papiaments zich onvoldoende kunnen verrijken met kennis en informatie. Ze zullen alleen dezelfde toegang tot informatie verkrijgen als ze naast het Papiaments een grotere taal op (bijna) hetzelfde hoge niveau beheersen. Ik stel vast dat Plataforma Union di Papiamentu/o in geen van hun reacties op deze vraagstelling ingaat. Ik merk nergens dat zij zich bewust zijn van de moeilijkheid van onvoldoende bronnen en publicatiemogelijkheden in het Papiaments. Ze maken geen inhoudelijke analyse wat dat betekent voor het onderwijs op de ABC-eilanden. Laat staan dat Plataforma Union di Papiamentu/o oplossingen aandraagt voor mijn probleemstelling. De ‘oplossing’ van Google Translate is geen oplossing.
Er zijn en waren in onze gemeenschap Papiamentstaligen die uitblinken in het gebruik van het Papiaments. Ik noem als voorbeeld wijlen Nydia Ecury. Met bewondering kon ik luisteren naar haar prachtige gebruik van het Papiaments. Eloquent! Nydia Ecury, Moises ‘Dòktor’ da Costa Gomez, Joceline Clemencia, May Henriquez en vele anderen hebben geen Papiamentstalig onderwijs genoten. In hun tijd werd op school zelfs het spreken van het Papiaments bestraft. Bovendien werd het Nederlands erin geramd. Wel beheersten zij allen onmiskenbaar het instrument ‘taal’ om hun inhoud te verwoorden op geavanceerd niveau; zowel in het Papiaments als in het Nederlands. Een essentieel gegeven is dat zij allemaal een grotere taal (i.c. het Nederlands) uitstekend beheersten. Dat is belangrijk om te begrijpen hoe je als Papiamentstalige leert om op geavanceerd niveau te communiceren over inhoudsonderwerpen.
De kern van mijn analyse is dat Papiamentstalige leerlingen de vaardigheid om in het Papiaments te communiceren, op steeds hoger niveau, kunnen ontwikkelen juist doordát zij in het onderwijs een grotere taal op hoog niveau leren beheersen. Alle Papiamentstaligen kunnen in hun moedertaal communiceren over dagelijkse zaken. Op school echter moeten leerlingen leren spreken, lezen en schrijven over ingewikkelder onderwerpen. Dit geavanceerde taalniveau wordt bereikt door veel te lezen. Er zijn onvoldoende Papiamentstalige bronnen, dus Papiamentstaligen zullen vooral moeten lezen in een grotere taal. Die taal moeten ze goed begrijpen om echt te snappen wat ze lezen. Pas als zij lezen met begrip kunnen zij zelfstandig hun kennis en woordenschat over allerlei onderwerpen uitbreiden. En vervolgens zelfstandig hun mening erover vormen en de (taal)vaardigheden ontwikkelen om over deze onderwerpen te spreken en te schrijven. Maar als zij de informatiebronnen niet begrijpen, kunnen ze in geen enkele taal leren om over de onderwerpen uit deze informatiebronnen te spreken en te schrijven. Dus ook niet in het Papiaments! En dat betekent dat juist ook hun Papiamentstalige ontwikkeling blijft steken op een veel te laag niveau.
In de vorige eeuw was er in de wetenschap onvoldoende kennis over wat Papiamentstalige kinderen nodig hebben in onze specifieke onderwijssituatie. Hierdoor zijn hele generaties kinderen onvoldoende ondersteund geweest en als gevolg daarvan onder meer beschadigd geraakt in hun zelfvertrouwen. Wie wil er terug naar die tijd die voor velen traumatisch is geweest? Dat wil niemand! Gelukkig heeft de wetenschap niet stilgestaan en zijn er tegenwoordig wél volop mogelijkheden om jonge kinderen op een leuke en interessante manier een nieuwe taal te leren en dat op hoog niveau. Daarbij is inzet van de thuistaal een belangrijke didactische ondersteuning die bijdraagt aan hun zelfvertrouwen.
Het allerbelangrijkste om een andere taal goed te leren is veel oefenen. Het kind moet de taal veel kunnen horen en spreken. Het huidige onderwijsbeleid focust op voornamelijk Papiamentstalig kleuteronderwijs. Hierdoor is er onvoldoende onderwijstijd om een goede basis te leggen voor de grotere taal die toegang geeft tot kennis. Alle Papiamentstalige burgers hebben recht op die kennis en informatie. De (onderwijskundige) vraag is hoe het onderwijs zodanig in te richten dat niet alleen een select groepje, maar alle burgers gelijke toegang krijgen tot kennis- en informatiebronnen. Dat is waar het debat over moet gaan!
Ik ben een eilandskind en draag onze nationale taal een warm hart toe. Ik ondersteun het streven naar erkenning, bescherming en ontwikkeling van het Papiaments. Ik geef aan dat het Papiaments niet sterker, maar juist zwakker wordt door het huidige onderwijsbeleid. Vanuit mijn vakgebied, ‘Onderwijs aan het Jonge Kind’, weet ik dat je met een beleid van overwegend Papiamentstalig onderwijs in de kleuterjaren de zo gewenste verdere ontwikkeling van het Papiaments om zeep helpt. Om het nog duidelijker te stellen: de beste manier om ervoor te zorgen dat de Papiamentstalige ontwikkeling bij kinderen stagneert, is doorgaan met het kleuteronderwijs voornamelijk Papiamentstalig in te richten. Vanuit onderwijskundig oogpunt zit het beleid helemaal op de verkeerde weg. Dit beleid is niet emanciperend, maar stopt Papiamentstalige kinderen in een te klein hokje. Hierdoor wordt toekomstige ontwikkeling van het Papiaments als taal en cultuuruiting tegengewerkt. Ik zie het als mijn taak om dat helder te maken. Ik neem aan dat iedereen graag wil dat alle Papiamentstalige burgers toegang krijgen tot onbeperkte kennis en informatie. Als Plataforma Union di Papiamentu/o het daar niet mee eens is moeten ze dat zeggen.
De auteur van deze bijdrage, Juana Kibbelaar, is onderwijsadviseur en trainer en heeft jarenlange onderwijservaring in zowel het Caribische als het Europese deel van het Koninkrijk.