Door Peter Kavelaars
Ik heb in deze rubriek al vaker aandacht gevraagd voor herzieningen van de fiscale stelsels in het Caribisch deel van het Koninkrijk. Helaas is daarvan namelijk al jaren niet echt sprake anders dan aanpassingen die noodzakelijk waren in verband met het roemruchte Beps-project van de Oeso tegen het ontwijken van belastingen. peterkavelaars2

Onlangs organiseerden de UoC in samenwerking met Maastricht University een drietal seminars gespreid over drie opeenvolgende weken waarin voor een belangrijk deel werd gesproken over mogelijke aanpassingen van het Caribische fiscale stelsel. Ik had de eer mee te mogen doen bij de derde sessie. Deze column biedt de mogelijkheid enkele van mijn gedachten bij een breder publiek onder de aandacht te brengen.
Een van de onderdelen die bediscussieerd werd was de invoering van één fiscaal stelsel op alle zes de eilanden. Naast het feit dat daarover separaat werd gediscussieerd, heb ik dit thema ook ingeleid. De kernvraag is of de zes eilanden één gezamenlijk fiscaal stelsel zouden moeten hebben. Het antwoord daarop is wat mij betreft ronduit bevestigend. In het algemeen is het namelijk nogal inefficiënt voor betrekkelijk kleine gebieden als de zes eilanden afzonderlijke belastingstelsels te hanteren. De zes eilanden zijn wat betreft omvang e.d. in essentie te vergelijken met de zes Waddeneilanden. Ik kan me niet voorstellen dat iemand wil bepleiten dat de Waddeneilanden niet alleen een eigen fiscaal stelsel zouden hebben, laat staan dat dit stelsel dan ook nog zou verschillen per eiland. Dat is echter min of meer wel de situatie in het Caribisch Koninkrijk. Nu bepleit ik niet dat het Nederlandse fiscale stelsel in het Caribisch Koninkrijk zou moeten worden geïmplementeerd; immers er moet rekening worden gehouden met onder andere de historie, de maatschappelijke, lokale en geografische omstandigheden etc. Daarin past niet het Nederlandse complexe fiscale systeem. Maar zoals gezegd zou het toepassen van één fiscaal stelsel een belangrijk winstpunt zijn. Daarvan uitgaande zou elk eiland daarnaast een beperkt lokaal belastinggebied kunnen hebben dat qua idee vergelijkbaar zou kunnen zijn met de Nederlandse lokale heffingen. Maar dan wel op een veel eenvoudiger wijze, namelijk door een opcentenregime op dat algemene belastingregime en met name op de loon- en inkomstenbelasting en een toeristenbelasting. Deze heffingen kunnen per eiland variëren. Op de BES zou dat tevens ertoe moeten leiden dat de huidige lokale belastingen vervallen. Daarvoor is veel te zeggen: het huidige stelsel waarbij elk van de drie BES-eilanden circa tien lokale belastingen kunnen toepassen is gelet op de kleinschaligheid van de eilanden onbegrijpelijk en onwenselijk. Zelfs bij grootschaligheid kan men beter zo min mogelijk lokale heffingen toepassen, omdat dit in het algemeen vrij inefficiënt is. Vandaar mijn pleidooi voor een opcentenregime met daarnaast alleen een toeristenbelasting.
Van geheel andere aard is het stimuleren van de economie door middel van innovatie. Vooropgesteld dat men zeer terughoudend moet zijn met gedragsbeïnvloeding door middel van het fiscale stelsel – de werking daarvan is in de regel niet goed meetbaar en voor zover dat wel het geval is, blijkt uit bijvoorbeeld rapporten van de Algemene Rekenkamer dat het niet erg effectief en efficiënt is - moet innovatie bij voorkeur niet gestimuleerd worden aan de outputkant maar aan de inputkant. Zowel Nederland als Curaçao past de innovatiebox toe. Dat klinkt mooi maar is het niet. In Nederland is bijvoorbeeld gebleken dat dit instrument niet veel effect sorteert. Ik zie niet in waarom dat voor Curaçao anders zou liggen. Belangrijk is echter ook de reden: het is veel effectiever en efficiënter aan de inputzijde te faciliteren dan aan de outputzijde. Er is dan al winst gemaakt die vervolgens laag wordt belast. Het is evenwel veel zinvoller de input goedkoper te maken en dus te faciliteren. We hebben het dan over het fiscaal faciliteren van kapitaal en vooral van arbeid die worden ingezet ten behoeve van innovatie. Dit laatste moet dan wel ten gunste van de investerende onderneming komen. Nederland kent een dergelijke regeling waarbij arbeid aangewend in de innovatieve sector lager wordt belast. Dit gebeurt door een zogenoemde afdrachtvermindering ofwel: de werknemer is de normale loonbelasting door inhouding op het loon verschuldigd maar vervolgens hoeft de ondernemer/werkgever niet de volledige loonbelasting af te dragen aan de fiscus. In Nederland heeft onderzoek uitgewezen dat deze methodiek behoorlijk effectief is.
Een thema van geheel andere aard is de fiscale behandeling van eigen en vreemd vermogen. Traditioneel wordt eigen vermogen zwaarder belast dan vreemd vermogen: rente is immers aftrekbaar en dividend niet. Deze ongelijke behandeling leidt tot diverse economische verstoringen en ook tot oneigenlijke constructies. Deels is dit opgelost door renteaftrekbeperkingen in de wet of op basis van de rechtspraak. Een andere meer structurele oplossing is de zogenoemde vermogensaftrek ofwel een allowance for corporate equity (ACE). Het nadeel daarvan is echter evident: het kost de schatkist gederfde belastingopbrengst. In die zin zijn renteaftrekbeperkingen veel aantrekkelijker want die leveren de schatkist immers geld op. Maar er is natuurlijk ook nog een tussenweg: de allowance for corporate capital (ACC). Daarbij is rente als zodanig niet aftrekbaar maar wordt over het totale eigen en vreemd vermogen een procentuele aftrek toegepast. Daarmee ontstaat enerzijds een eenvoudig systeem en anderzijds een gelijke behandeling van vreemd en eigen vermogen. Overigens moet bij dit laatste wel een kanttekening worden geplaatst: bij de ontvanger van de rente of het dividend vindt wel een verschil in behandeling plaats afhankelijk van wie de ontvanger is en hoe de vermogensverstrekking in de heffing wordt betrokken. In dit verband kan men denken aan verschil tussen natuurlijke en rechtspersonen, maar ook binnen die groepen kunnen verschillen in fiscale behandeling bestaan.
Er valt natuurlijk nog meer te bedenken en te bespreken wat betreft belastingherzieningen. Daar kom ik de komende tijd nog wel een keer op terug.

Peter Kavelaars is hoogleraar Fiscale Economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en of counsel bij Deloitte.

Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.