Basisbescherming, maar geen wondermiddel

DGS hoe werkt het 1In de nasleep van de gebeurtenissen rond de failliete Girobank, is de discussie over de bescherming van spaargelden bij banken op Curaçao en Sint Maarten opnieuw actueel geworden. De verwachte invoering van een depositogarantiestelsel (DGS) in 2025 brengt dit onderwerp opnieuw onder de aandacht. Eerder berichtte deze krant dat de minister van Financiën op Statenvragen antwoordt dat aan een wetsvoorstel Depositogarantiestelsel ‘nog wordt gesleuteld’. Maar wat houdt een dergelijk stelsel precies in, en wat betekent dit voor rekeninghouders en spaarders?

‘Potje’
Een depositogarantiestelsel (DGS) is een mechanisme dat wordt ingesteld om rekeninghouders een zekere mate van bescherming te bieden als hun bank failliet gaat. Veel mensen geloven dat dit stelsel een ‘potje’ is dat door de Centrale Bank wordt beheerd en dat het alle saldi op alle bankproducten garandeert. Dit is echter een misvatting.
In werkelijkheid wordt een dergelijk stelsel streng gereguleerd door de overheid en de Centrale Bank van het betreffende land, maar het is géén fonds dat door deze nationale instanties wordt beheerd. Integendeel, de fondsen van het DGS worden volledig gefinancierd door dotaties van de lokale (commerciële) banken en maken geen aanspraak op publieke middelen. Dit betekent dat noch de nationale overheden, noch hun Centrale Banken direct bijdragen aan dit stelsel. Het beheer van een DGS gebeurt doorgaans door een onafhankelijke entiteit met een eigen bestuur.

Hoe het werkt
Het opbouwen van de buffer van een DGS gebeurt niet in één keer, maar neemt meestal vijftien tot twintig jaar in beslag. Banken dragen periodiek bij aan het fonds, waarbij de omvang van de bijdrage afhangt van diverse criteria waaronder de grootte van de bank, zoals het balanstotaal en de omvang van de deposito’s. Dit betekent echter dat er in de beginfase nog geen volledige dekking is voor het geval een bank tussentijds in de problemen raakt.
Het Nederlandse depositogarantiestelsel biedt hier een goed voorbeeld. Het begon al in 1978 met een maximale dekking van omgerekend 20.000 euro per rekeninghouder en is geleidelijk verhoogd tot het huidige niveau van 100.000 euro. In de Verenigde Staten dekt de Federal Deposit Insurance Corporation (FDIC) tegenwoordig tot 250.000 dollar per rekening. Elk land hanteert eigen regels en dekking, afhankelijk van de nationale context.

Wat dekt DGS?
Een depositogarantiestelsel biedt geen volledige dekking voor alle bankproducten. Het dekt doorgaans alleen bepaalde deposito’s tot een vastgesteld maximum. Dit betekent dat klanten altijd een bepaald eigen risico blijven dragen, zelfs met een DGS. Het is daarom belangrijk dat rekeninghouders zich bewust zijn van de beperkingen van het stelsel en hun risico’s goed afwegen.

Voorbeelden regio
Verschillende Caribische eilanden hebben al een functionerend depositogarantiestelsel en zijn lid van de International Association of Deposit Insurers. De dekkingsgraden variëren per land: zo biedt de Bahama’s een dekking tot 50.000 Bahamaanse dollars; Barbados tot 25.000 dollar; en Jamaica slechts 8.000 dollar. In de Franse overzeese gebieden zoals Guadeloupe en Martinique ligt de dekking echter op 100.000 euro, net als in het Europese deel van Frankrijk. Ook voor Caribisch Nederland (Bonaire, Saba en Sint Eustatius) heeft De Nederlandsche Bank (DNB) in 2017 een specifiek stelsel ingesteld met een dekking tot 10.000 dollar per deposant per financiële instelling.

Girobank-case
DGS hoe werkt het 2De oplossing die destijds door de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) en het ministerie van Financiën werd gekozen om de rekeninghouders van de Girobank te compenseren, was aanzienlijk gunstiger dan wat een regulier depositogarantiestelsel zou bieden. Voor de ruim 27.000 rekeninghouders werd tot 1,2 miljoen gulden per rekeninghouder vergoed.
Indien het nieuwe depositogarantiestelsel van kracht was geweest, zou een dekking van bijvoorbeeld maximaal 25.000 gulden (ongeveer in lijn met Bonaire), hebben geleid tot veel minder compensatie, met veel grotere miljoenenverliezen voor deposanten, ruimschoots boven het huidige 301 miljoen gulden uitstaande saldo aan vorderingen bij de Girobank.

‘Lender of last resort’
Dan ook nog dit: als het zo zou zijn dat men al 100.000 gulden aan dekking wil realiseren vanaf 2025 - wat erg hoog lijkt en zelfs zesmaal hoger dan DNB’s garantie voor Caribisch Nederland - ook dán zouden de Girobank-deposanten nog altijd tientallen miljoenen meer mislopen dan onder de oplossing die via de Gi-Ro Settlement Holding-constructie (GSH) is gevonden.
Waar het om gaat is dat een depositogarantiestelsel ‘op zich’, dus zonder extra aanvullende oplossingen zoals de CBCS die een ‘lender of last resort’-rol erbij neemt, onvoldoende is. De vraag die vervolgens gesteld mag en zelfs moet worden: hoe veel ‘lender of last resort’ kan de CBCS zich de komende decennia veroorloven als een commerciële bank klapt?
Verzekeraar Ennia eist al enkele tientallen miljoenen, waarvan 15 miljoen vanuit de Centrale Bank gedurende 50 (!) jaar, aan liquide redding. Kan de CBCS er nog eens 5 of 10 miljoen per jaar bij hebben over bijvoorbeeld tien tot vijftien jaar? En hoe zit het met de vordering van 267 miljoen van CBCS op het Land Curaçao in verband met de omgevallen Girobank, gelden die nog niet worden terugbetaald? Hoeveel liquiditeitsdruk kan ‘ónze’ CBCS dragen? Dit zijn geen fantasieverhalen of doemscenario’s, omdat het meeste wat hier wordt benoemd al vaststaat.

Conclusie
De invoering van een depositogarantiestelsel op Curaçao en Sint Maarten is een belangrijke stap in het versterken van de financiële stabiliteit en het vertrouwen in het banksysteem. Hoewel het DGS geen wondermiddel is, biedt het wel een basisbescherming voor spaarders in een tijd van onzekerheid. Het geeft een zekere mate van bescherming, maar rekeninghouders moeten zich bewust blijven van de grenzen van deze dekking.

Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.