Ta prohibí lubidá - Verboden te vergeten
Aan deze aanwijzing van wijlen Helmin Wiels werd gevolg gegeven door de heer Clyde van Putten tijdens het symposium van Pueblo Soberano, daags na de herdenking van de moord op Wiels die plaatsvond op Bevrijdingsdag. Van Putten herinnerde de aanwezigen eraan dat bemoeienis vanuit Nederland met onze eilanden niet zonder eigenbelang is. Als voorbeeld noemde hij de Nederlandse inmenging in de Antilliaanse offshore-industrie, naast de recente uitschakeling van het eilandsbestuur van St. Eustatius, die naar van Puttens beschrijving via de nodige manipulaties tot stand kwam. Offshore heeft betrekking op een bepaald soort belastingconstructie en was een tak van de economie die het eiland Curaçao c.q. het land Antillen, een tijd lang ruime financiële opbrengsten leverde. Na Curaçao echter met de nodige morele verontwaardiging met het bekende opgeheven vingertje te hebben beschuldigd van incorrecte belastingpraktijken, droogde deze financiële bron, door wetgeving vanuit Nederland, vrijwel volledig op voor de eilanden, terwijl daarna hetzelfde soort constructie in Nederland werd ingevoerd ten voordele van de Nederlandse staatshuishouding! Dit valt niet te ontkennen en mag niet vergeten worden. Goed beschouwd zou van de grootste koninkrijksgenoot compensatie moeten worden geëist vanwege het via een juridisch schimmenspel financieel onderuithalen van de eilanden. Met een dergelijke genoegdoening zou er op 10-10-‘10 sprake kunnen zijn geweest van een gezonde financiële startpositie in plaats van, zoals nu, de eis tot het aflossen van schuld en opgelegd begrotingstoezicht met daarmee gepaard gaande aantasting van de autonomie van het land Curaçao. Autonomie die de heer Van Putten en zijn medestanders op grond van de uitslag van het referendum op St. Eustatius zijn blijven nastreven en ook willen blijven nastreven. In de geest van wijlen Helmin Wiels en diens ‘verbod om te vergeten’.
Trudi Martinus-Guda,
Curaçao