Gezondheids’zorg’ is een zorg
Ik dus maanden geleden weer een afspraak gemaakt. 5 Mei was de eerst volgende mogelijkheid, dus heb ik die - in arren moede - geaccepteerd.
Toen stelde de arts voor om een tweetal nieuwe onderzoeken te doen. Hij zou het resultaat dan in mijn bijzijn bespreken met zijn collega’s.
Ik ben gewend dat er steeds maar onderzoeken worden gedaan, waar ik als patiënt dus niets mee opschiet, maar dan ben je wel weer maanden verder voor de volgende afspraak. En maanden verder in de progressie van de ziekte. Je bent een ‘salaris verzekering’ van de arts op deze manier. Zo gaat het nu al zes jaar. Mijn toestand is in die zes jaar zeer ernstig verslechterd. Wat dit allemaal gekost zal hebben. En ik ben er geen millimeter op vooruit gegaan, integendeel, een keer werd ik door een contrastvloeistof zo ernstig onwel dat in allerijl twee injecties moesten worden toegediend, dit terwijl men mij had verzekerd dat deze vloeistof geen jodium bevatte, waar ik allergisch voor ben.
Op 5 mei hoorde ik dus opnieuw: twee onderzoeken laten doen. Heb ik gedaan. Op zich zeer goed verlopen die onderzoeken, niets dan lof voor deze professionals. Je moet dan wel zelf steeds bellen of de kliniek de uitslagen al binnen heeft. Je vraagt je af waarvoor ze je telefoonnummer daar noteren.
Toen ik belde, bleken ze de resultaten nog niet binnen te hebben.
Toen ik de onderzoeker zelf belde was die hoogst verbaasd want hij had het rapport dezelfde dag al doorgestuurd aan de kliniek (Bravo, meneer da Silva). Nu ze dan eindelijk de onderzoeksresultaten binnen hebben, ging ik er heen maar kon geen afspraak maken, moest dat telefonisch doen.
U raadt het al, ik moet nu wederom maanden wachten voor ik aan de beurt kom. En dan vraagt die juffrouw: komt u voor het eerst? Nou ja. De dokter zelf aan de lijn krijgen is onmogelijk, terwijl hij wel altijd gebeld wordt als ik eindelijk mijn drie minuten spreektijd van hem krijg. Ergerlijk. Dat ik ‘een beetje boos’ ben, wie vindt dat gek? Misschien helpt dit schrijven me meer dan deze dokter. Ik ga er niet meer heen.
Johan van Eenennaam, Curaçao