Integreren of socialiseren?
Een van de meest ingewikkelde processen in een mensenleven is ‘integreren’. Het is niet één proces. Nee, het is een voortdurende processie van processen, die in een mens voorbijgaan. Van zijn eerste ademteug tot en met zijn laatste ademsnik.
Over dit proces, de moeder van alle menselijke processen, wordt door de politiek en door de ambtelijke uitvoerders ervan erg makkelijk gedacht en gesproken. Vooral in ons kleine Koninkrijk. Alsof het een fluitje van een cent is. Maar dat is onterecht. Want integreren is een voortdurende worsteling op verschillende fronten en niveaus tegelijkertijd. Het omvat in- en uitvechten, aanpassen, inpassen en oppassen.
Het gedonder begint direct na je geboorte. Je wordt vrijwel onmiddellijk daarna in je blootje op de weegschaal gelegd. En daarna in je wiegje. Daar lig je dan met al die starende ogen en mummelende monden en stemmen boven je nog o zo kleine en probleemloze hoofdje. Al die grote mensenhoofden zijn alleen op jou gericht. En al die hoofden hebben commentaar. Oh wat een schatje, wat lijkt hij op opa, en zij op mamma, wat een toetje, wat een bekkie. En die commentaren zijn nog aardig.
Maar soms hoor je ook kwaadaardig fluisteringen: dat je een lelijk kindje bent, en bovendien niet gewenst. Van schrik groei je meteen een stuk groter.
En zo moet je dan, vanaf je eerste dag op aarde, al beginnen met integreren in het gezin en in de familie waarin je geboren bent. In die beginfase heb je het nog erg makkelijk, omdat er een megateam van hulpverleners en integratiebegeleiders tot je beschikking staat, zoals een moeder, vader, oma, opa, broertjes, zusjes, kraamzuster, kinderarts, huisarts en een nanny om een paar van die integratieprofessionals te noemen. Ook moet je je moerstaal leren. Maar integreren is ook leren schreeuwen en huilen wanneer jij je zin niet krijgt.
Maar is deze vorm van ‘integreren’ in de eigen gezins- en familiecultuur eigenlijk niet ‘socialiseren’ in plaats van ‘integreren’? Socialiseren betekent toch ‘aanpassen aan je eigen cultuur’? Of zou Helmin Wiels in zijn opleiding tot maatschappelijk werker het verschil tussen socialiseren en integreren niet geleerd hebben, omdat de betreffende school dat verschil ook niet kende?
Als je wat ouder bent, worden er een aantal integraties gecombineerd met integratiecursussen en trainingen via scholing. Je gaat van het ene schoolniveau met haar specifieke cultuur naar het volgende. Ben je dan aan het socialiseren of integreren? Wie het weet mag het zeggen. Want al die begrippen zijn tamelijk verwarrend: van basisschool naar vakschool of via de middelbare school, naar de hogeschool of universiteit. Maar al die perioden hebben één ding gemeen. Keer op keer moet je weer integreren in een nieuwe situatie. Want iedere school en scholing heeft haar eigen cultuur, taal en jargon. En als je dat allemaal onder de knie hebt, kom je terecht in de draaikolk van werken, functieveranderingen, carrière maken, op je bek gaan, opstaan en weer scoren. En je blijft maar integreren in nieuwe werksituaties, werkprocedures, werkverhoudingen, en werkomstandigheden. In eigen land of in den vreemde. En dat bijna altijd zonder enige vorm van integratiecursus.
En het mooie is dat negen van de tien mensen dat fiksen. De een weliswaar met meer gemak dan de ander, maar zij integreren wel, al gaan daar soms wel een paar generaties overheen. Mijn conclusie is dan ook, dat niet de zogenaamde vreemdelingen, zoals de Marokkanen, Turken, Libanezen, Indiërs, Surinamers of makamba’s niet kunnen integreren. Maar de politici zelf en hun ambtenaren - en in het kielzog daarvan veel kiezers - zij blijken keer op keer niet te kunnen integreren - of socialiseren - in de nieuwe multiculturele samenleving van heden ten dage. Het zijn de politici zelf, hun autochtone kiezersvolk en hun ambtenaren die de integrerings- of socialiseringscursussen en trainingen moeten volgen! Want door de oprukkende globalisering veranderen de samenleving en dientengevolge de cultuur in ieder land bijna dagelijks. Meer ten goede, dan ten kwade.
Dat proces is niet tegen te houden en niet om te keren. Niet door een heer Geert Wilders en niet door een heer Wiels, door niemand niet. Het zijn deze politici die vast blijven zitten in en aan hun verleden van ‘es war einmal, und es bleibt nun einmal’. Juist zij moeten dringend worden bijgeschoold in socialisatie en integratie. Dat zou voor onze samenleving een verlossende stap voorwaarts betekenen. De ‘nieuwe vreemdelingen’ in ons land konden wel eens grotere patriotten zijn dan de oude vreemdelingen van ooit. En ieder land heeft die ‘nieuwe vreemdelingen’ hard nodig. Om te overleven als land, als volk. Hoe groot of klein ook.
Reinoud van den Berkhof is columnist van Radio Paradise FM en schrijft ook regelmatig opiniebijdragen voor het Antilliaans Dagblad.