Quo vadis?
Met interesse heb ik uw redactioneel commentaar in het Antilliaans Dagblad van afgelopen maandag gelezen, getiteld ‘Wie zwijgt stemt toe?’. Daarin verbaast u zich over het feit dat allerlei maatschappelijke organisaties zich ‘angstvallig op de vlakte houden’ omtrent de laatste acties en intimidaties van enkele vakbonden en hun adviseur(s), en wijst u op de dreigingen voor onze samenleving en de rechtstaat. Een voor de hand liggende reden voor dit zwijgen zou kunnen zijn dat zij zich terdege realiseren dat hier ‘hogere’ machten met grote geopolitieke- en bedrijfsbelangen aan het werk zijn en dat zij hun vingers hier voorlopig niet aan willen branden.
Wat mij echter nog meer verbaast is hoe makkelijk het blijkbaar is om werknemers aan te zetten om te handelen tegen hun directe eigenbelang en tegen het belang van hun collega-werknemers in andere sectoren. ‘Timing is everything’ zegt een bekend adagium. Het is frappant dat net de periode januari/februari is gekozen voor het creëren van maatschappelijke onrust door stakingen en wegblokkades. Deze acties waren niet het gevolg van moeilijke vastgelopen collectieve arbeidsovereenkomst (cao)-onderhandelingen tussen werkgevers en werknemers. Langer lopende non-cao issues waarover men in onderhandeling was of waar reeds gemaakte afspraken niet snel genoeg werden nagekomen, werden aangegrepen om een georkestreerde onrust te creëren. Want dat de acties gecoördineerd en georkestreerd waren mag wel duidelijk zijn. Wat zou het doel hiervan kunnen zijn? In dit kader is het opvallend te noemen dat de ‘preferred bidder’ voor overname van de exploitatie van de raffinaderij op het allerlaatste moment, net voor het ondertekenen van de Memorandum of Understanding (MoU), afhaakte, terwijl de onderhandelingen daarvoor zo goed leken te gaan. Hebben zij zich laten afschrikken door ‘militante’ vakbonden die archaïsche confrontatietechnieken hanteren in plaats van aan de onderhandelingstafel te zitten voor een constructieve dialoog? Wie is er eigenlijk het meeste gebaat bij het niet doorgaan van deze deal? En de Isla-werknemers, hoe komt het dat die zich gaan beklagen bij iedereen, behalve bij hun adviseur(s) en collega-bonden die verantwoordelijk waren voor de onrust? Zij zien dagelijks, aan de fysieke toestand van de raffinaderij en het ontbreken van olie voor raffinage, wat het betekent om afhankelijk te moeten zijn van Venezolaanse olie. Je zou denken dat ze blij zouden zijn met een grote speler die wel genoeg geld heeft om de raffinaderij te onderhouden/renoveren/om te bouwen en kan beschikken over eigen (lees niet-Venezolaanse) voorraden olie voor raffinage. Waarom lijken de Isla-bonden en hun adviseur(s) zich dan in te willen zetten voor het behoud van de status quo? En dit terwijl zij drommels goed weten dat dit tegen het belang is van hun leden, omdat PdVSA geen olie hier naartoe kan sturen zonder dat er beslag op wordt gelegd en omdat, gezien de maatregelen die door de Verenigde Staten zijn aangekondigd, zij binnenkort ook geen geld kunnen sturen (als ze dat al hadden willen doen). Hoe worden straks de salarissen van deze werknemers betaald? Dit allemaal is voor mij een groot mysterie. Ik kan me deze gang van zaken eigenlijk alleen maar voorstellen als er grote sommen geld worden betaald aan enkele kopstukken die misbruik maken van de angst en onzekerheid die heerst onder de Isla-werknemers en daarmee andere belangen dienen dan die zij zouden moeten dienen.
Michael Samson, Curaçao