Dengue op Bonaire
De op 6 september 2011 ingezonden brief ‘Noodoproep Dengue Bonaire’ van A. en E. Brauns aan de voorzitter van de Tweede Kamer heeft geresulteerd in behandeling van het onderwerp in de Kamercommissie waarna Edith Schippers zich als minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport verantwoordelijk achtte hier op 6 december concreet aandacht aan te besteden in de Tweede Kamer, aangezien het direct Volksgezondheid betreft van een gemeente van Nederland.
Minister Schippers wil experts van het RIVM en de GGD inzetten en daarnaast met het bestuur van Bonaire en specialisten optrekken om ondersteuning te bieden in de bestrijding van dengue. Kamerleden van D66 hebben toen terecht vragen gesteld over de inzet van RIVM en GGD bij lokaal preventiebeleid.
Ook over de kosten van preventiebeleid zijn vragen gesteld. In gesprek met Kamerlid Wassila Hachchi van D66 blijkt dat de uitgestelde beantwoording hiervan door Schippers in de Tweede Kamer geagendeerd staat voor eind januari.
Preventie is een goed onderwerp, maatregelen tot elimineren zou beter zijn.
Dat Schippers met het bestuur van Bonaire wil samenwerken lijkt uiteraard een logische stap. Het is echter ongelofelijk en treurig dat het bestuur van Bonaire de afgelopen jaren geen enkele visie, laat staan daadkracht heeft getoond in de bestrijding van dengue. Het lijkt de omgekeerde wereld dat minister Schippers contact met het bestuur gaat opnemen over dengue, in plaats van dat het bestuur dit met ministers Schippers opneemt.
De Projectgroep Bonaire Dengue Vrij blijkt een verzoek aan het Bestuurscollege te hebben gedaan om een beroep te doen op de Rijksoverheid voor steun. Ook dit lijkt de omgekeerde wereld. Volgens de behandeling in de Tweede Kamer is die steun al toegezegd, de vraag is enkel naar de concrete invulling daarvan. Het is vanuit bestuurlijk functioneren enigszins schandelijk dat particuliere initiatieven, zoals mijn brief aan de Tweede Kamer en de onlangs opgerichte projectgroep Bonaire Dengue Vrij, nodig zijn om een item dat de Volksgezondheid van Bonaire bedreigt onder de aandacht te krijgen.
De ‘achteroverleunmentaliteit’ van het bestuur van Bonaire heeft ertoe geleid dat het afgelopen jaar veel burgers en toeristen dengue opgelopen hebben. Niet alle huisartsen hebben geconstateerde denguegevallen als zodanig gemeld waardoor het werkelijke aantal dengue gevallen ruim de geregistreerde gevallen overstijgt. In het belang van een bestrijdingsbeleid is een correcte weergave uiterst noodzakelijk.
Het kernpunt in de brief ‘noodoproep dengue Bonaire’ was niet enkel tot plannen te komen maar tot directe actie. Aangezien het bestuur van Bonaire een dienst Gezondheid en Hygiëne heeft, is het wederom onbegrijpelijk dat deze niet intensief ingezet is voor, tijdens of desnoods direct na de dengue-epidemie van het regenseizoen 2010-2011.
De laatste jaren neemt dengue toe. Sinds 2002 neemt de actie van de overheid af en verdwijnt zelfs in 2010 door niet eens meer muggen te bestrijden via spuitwagens, althans niet merkbaar. Actieve controle in woongebieden op broeiplaatsen van muggen verminderde en verdween ook. Het aantal personeelsleden van Gezondheid en Hygiëne bedraagt 15. In gesprek met een personeelslid blijkt dat men voor denguebestrijding wel in actie komt door een terrein te controleren en voorlichting te geven maar enkel wanneer men op de hoogte gebracht wordt van een plaatselijk denguegeval. Men heeft eenvoudigweg te weinig personeel.
Wie heeft er weet van dat men hen kan inschakelen? Wordt het controlegebied van 250m2 waarbinnen de <I>Aedes aegypti<I>-mug zich beweegt in acht genomen? Is het beleid van vroeger op Curaçao ook geen handvat om huis aan huis te controleren en een verklaring van mug- c.q. larvenvrij te ontvangen of een boete bij nalatigheid? Gaat eliminatie niet vooraf aan preventie? Er zijn nieuwe methodes in ontwikkeling om dit te bewerkstelligen door onder andere muggendodende schimmels in te zetten, wat blijkt uit een ontdekking van entomologen B. Knols en W. Takken aan de Universiteit van Wageningen.
Knols is recentelijk op Bonaire geweest om dengue-bestrijding te inventariseren. In contact met R. Suer van Universiteit Wageningen blijkt dat men in het lab een val aan het ontwikkelen is voor specifiek de <I>Aedes aegypti<I>-mug op basis van gevangen muggen op Aruba.
Op dit moment is afdeling Gezondheid en Hygiëne druk doende met het verstrekken van voorlichting, het controleren van waterbakken, en een opstart in het bestrijden van dengue door in wijken te gaan spuiten. Middelen, kennis en een concrete aansturing zijn een vereiste. Voorlichting en samenwerking met de bevolking is een noodzakelijk begin in de strijd tegen dengue.
Ondersteuning vanuit VWS doet de hoop op een effectief beleid groeien.
E.E. Brauns, Bonaire