Oud goud
Geheel in overeenstemming met de Afrikaanse cultuur en die van de ons omringende Latijns-Amerikaanse landen, konden ouderen op Curaçao altijd rekenen op heel veel respect. Maar dit jaar viel er op ‘de internationale Dag van de Ouderen’ op 1 oktober niet veel meer te vieren volgens Kopamko.
De toon was al eerder gezet, toen de president ad interim van de CBCS vorig jaar in haar kerstboodschap sprak over ‘de grijze bedreiging’ en daarmee een kantelpunt markeerde in de Curaçaose cultuur.
Nooit eerder werden de bejaarden in onze samenleving zo respectloos afgeserveerd. Door de ogen van een bankier bleken zij slechts eindeloze kostenposten te zijn. Zonder te werken innen zij immers elke maand hun pensioen; door hun broze en aftakelende lichamen doen ze een voortdurende aanslag op de gezondheidszorg en uiteindelijk gaan ze dood, wat ook weer de nodige kosten met zich meebrengt.
Dit beeld verdient echter enige nuancering, want er is ook een grote groep vitale gepensioneerden die zich onvermoeibaar en belangeloos inzet voor onze samenleving. Je zou hen kunnen kwalificeren als ‘Oud goud’.
Ze zijn weliswaar niet meer zo stralend en fonkelend en hebben hier en daar een deukje en een krasje opgelopen, maar ze zijn met al hun kennis en ervaring wel waardevast.
Je komt ze als vrijwilliger tegen in de bibliotheek, in het ziekenhuis, bij de voedselbank en in het hospice. Ze zijn de mantelzorgers voor zieke familieleden en eenzame vrienden. Ze verlenen hand- en spandiensten in de gezinnen van hun kinderen en kleinkinderen. Ze doen bestuurswerk, zingen in koren, staan als trainer op het sportveld, begeleiden nieuwe generaties bij hun schoolwerk en helpen bij het uitvoeren van spreekopdrachten en schoolprojecten.
Financieel hebben ze hun zaakjes meestal goed voor elkaar. Ze hebben een aanvullend pensioen, ze wonen in hun eigen huis en de hypotheek is afbetaald en de overheid maakt daar dankbaar gebruik van. De Belastingdienst is er als de kippen bij om de pensioenen zonder enige aftrekpost af te romen, wat psychologisch gezien juist is, want niemand wil sterven met schulden en dus wordt er stevig gespaard voor de belasting en onmiddellijk betaald. Zelfs Ennia is dit jaar gestart met een ouderenheffing op lijfrentes en alleen God weet waar dat geld naartoe gaat, want jaarrekeningen zijn niet voorhanden. Maar de meest stabiele factor zijn de pensioenfondsen, grote geldpotten door vorige generaties bij elkaar gebracht, waar de huidige bestuurders wel raad mee zouden weten.
Zo bezien ligt de nieuwe conclusie eigenlijk voor de hand.
Onbetaald maatschappelijk inzetbaar, sociaal betrokken, financieel onafhankelijk en geen schulden.
Het zijn de bejaarden die zorgen, dat Curaçao niet omvalt.
Elisabeth Hollander,
Curaçao