Onbevredigend
Het besluit van het Openbaar Ministerie (OM) Bonaire ervan af te zien gedeputeerde James Kroon strafrechtelijk te vervolgen, is voor alle partijen de meest onbevredigende uitkomst die maar denkbaar is. De feiten waarvan het OM de politicus beschuldigt en die het via een persbericht wereldkundig heeft gemaakt, zijn zeer ernstig: valsheid in geschrifte en oplichting. Het OM straft Kroon - die zelf in alle toonaarden ontkent - hard door hem opvallend gretig aan de schandpaal te nagelen. Het laat echter na de bewijzen te tonen, sterker nog: het kiest er welbewust voor zijn beweringen niet te laten toetsen door de onafhankelijke rechter. Daarmee ontneemt het OM de verdachte ook nog eens het grondrecht zich ten overstaan van de rechtbank te verweren. De argumentatie van het OM, om Kroon niet te vervolgen is niet alleen flinterdun maar bovendien volstrekt ongeloofwaardig. Het stelt dat het ‘in zijn visie primair aan de lokale volksvertegenwoordiging is de integriteit van bestuurlijk handelen te controleren, te toetsen en zo nodig te sanctioneren’. Dat is op zichzelf helemaal juist. Maar dat had het OM zich ook kunnen én moeten bedenken voordat het zijn onderzoek startte. Door er desondanks aan te beginnen, laadt het OM de verdenking op zich het niet helemaal nauw te nemen met de scheiding der machten zoals eerder al is gebeurd in de Zambezi-zaak. Het kan natuurlijk heel goed zijn dat het OM Bonaire van hogerhand (bijvoorbeeld via het college van procureurs-generaal) is teruggefloten. De kwestie waar het hier om gaat, het vermoedelijk niet conform de procedures verstrekken van een taxivergunning, komt immers vast niet voor in de prioriteiten-top10 van het opsporingsapparaat. Het staat ook in geen verhouding tot de golf van criminaliteit die het eiland het laatste jaar overspoelt en vooral het verontrustend lage oplossingspercentage. In dat licht bezien is het interessant te weten hoeveel mensuren en geld het kleine OM-filiaal in Kralendijk in het onderzoek naar Kroon heeft gestoken. Dat mag gezaghebber Emerencia zich dan aantrekken. Zij had de kwestie binnen het openbaar bestuur moeten oplossen maar ontbeert kennelijk het inzicht en gezag daartoe. Haar keuze formeel aangifte te doen, heeft alleen maar verliezers opgeleverd. Zij doet er daarom goed aan het OM ervan te overtuigen de zaak alsnog voor de rechter te brengen. Het kan niet zo zijn dat in het Koninkrijk der Nederlanden een burger, schuldig of niet, wordt veroordeeld zonder te zijn berecht.