Constructief regeren
De aanwijzing van de Rijksministerraad (RMR) aan de regering van Curaçao medio 2012, al binnen twee jaar na het ontstaan van het Land Curaçao, was het resultaat van volstrekt onverantwoord en destructief beleid ten tijde van het kabinet Schotte (MFK/PS/MAN) met Jamaloodin als incapabele minister van Financiën. Een jaar en acht maanden verder is het de huidige regering Asjes (PS/PAIS/PNP/Sulvaran), met nu Jardim als bewindsman belast met het beheer van ’s lands schatkist, gelukt de vernederende aanwijzing weg te werken. Vernederend omdat de ingreep van hogerhand - ‘Den Haag’ - toch wel als een ondercuratelestelling moet worden gezien. Een soort noodrem voor als het mis gaat, gebaseerd op de Rijkswet financieel toezicht. Het waren met name de grootste tegenstanders van (consensus)rijkswetten - MFK, PS en MAN - die het ingrijpen door de koninkrijksregering over zich en het land afriepen en daarmee direct verantwoordelijk zijn voor de ‘aantasting van de Curaçaose autonomie’. Hoewel Jamaloodin en andere partijgenoten ook na de aanwijzing nog bleven verkondigen dat de publieke financiën op orde waren, dat er zelfs sprake zou zijn van overschotten in plaats van gapende (lange tijd voor pers en publiek verscholen gehouden) tekorten, was het met name PS en toenmalig Soberano-leider wijlen Wiels die toen al het vertrouwen in de minister van Financiën opzegden. Verder dan een motie van afkeuren in de Staten durfde PS op dat moment echter niet te gaan. Na de gedwongen aftocht uit Fòrti van de ministers van het kabinet Schotte kwam er vanaf het vierde kwartaal van 2012 de noodzakelijke verandering. Eerst met het interim-kabinet, toen het transitie- of takenkabinet en daarna met het huidige politieke kabinet. De constante factor was minister Jardim, die zonder poeha - bijna saai en emotieloos maar wel doortastend en effectief - aan de slag ging. Na de sociale dialoog met partners (werknemers- en werkgeversorganisatie) presenteerde hij de ‘cold turkey’ aanpak. Een harde, diepe en pijnlijke ingreep die snel resultaten oplevert in plaats van een langdurig proces waar maar geen einde aan lijkt te komen. Cold turkey is het omgekeerde van ‘de zachte heelmeester’, maar die veroorzaakt dan ook ‘stinkende wonden’. Niet dat cold turkey géén slachtoffers of wonden veroorzaakt. De economie bijvoorbeeld door een fors hogere druk van belastingen en premies en daarmee verslechterde bedrijfsresultaten, banenverlies en minder inkomen en koopkracht. Beloofd was de tekorten in de publieke sector in één keer weg te werken - dat lijkt vooralsnog gelukt - maar dit zou wel worden aangevuld met economiestimulerende maatregelen. Aan dit laatste heeft het te veel ontbroken. De plannen zijn er en de intenties ook, maar het vertrouwen ontbreekt en dus ook de uitvoering. Enerzijds blijft een minimale meerderheid van 11 van de 21 Statenzetels waar de zittende coalitie op steunt te wankel. Anderzijds overheerst de onzekerheid door het onopgelost blijven van de moord op Wiels (zaak Magnus) en het uitblijven van helderheid in de zaken rond loterijhouder Dos Santos (Bientu) en ex-premier/huidig Statenlid Schotte (Babel). Dit betreft vooral zaken van justitie en die moet met de nodige urgentie en prioriteit, zoals de nieuwe PG Schram terecht aangeeft, maar tegelijk in alle rust haar werk kunnen doen. De regering kan ondertussen wél zorgen dat de gemeenschapsgelden effectief en integer worden ingezet, dat de overheid en het ambtenarenapparaat niet weer uitdijen, en dat elk beetje aan overschot wordt aangewend voor uitsluitend lastendrukverlaging en productieve (sociale) investeringen zoals in kennis, kunde en onderwijs. Dat is bouwen aan de toekomst en dat is het verschil tussen destructief en constructief regeren. En dan is een tweede aanwijzing niet meer nodig.