‘Consumerende’ Arubaanse overheid
ANALYSE
Terwijl het kabinet van premier Mike Eman (AVP), bezig met zijn tweede regeringstermijn, altijd heeft verkondigd min of meer ‘anticyclisch’ te hebben gehandeld - door juist als de crisis toeslaat en de economie zware tijden doormaakt als overheid geld in de samenleving te pompen - in een poging om door middel van overheidsbestedingen en -investeringen de Arubaanse economie aan de praat te houden, blijkt dat de investeringen minimaal waren en dat er vooral sprake was van een ‘consumerende’ overheid.
De overheidsuitgaven van Aruba zijn tussen 2009 en 2014 met ongeveer 10 procent toegenomen terwijl de belastingontvangsten sinds 2009 slechts een stijging van 6 procent lieten zien. Het nominale bruto binnenlands product (bbp, zeg maar: de totale omvang van de economie) is in dezelfde periode met 7 procent toegenomen.
Het zijn vooral personeelsuitgaven (lees: aan ambtenarensalarissen gerelateerde kosten), zo constateert het College financieel toezicht (Cft), die een sterke toename hebben laten zien van niet minder dan 20 procent. De investeringen vanuit de overheidsbegroting zijn gedurende de hele periode laag gebleven en kwamen uit op minder dan 1 procent van de totale uitgaven in 2014. De jaarlijkse stortingen in het FDA (Fondo Desaroyo Aruba) zijn wel doorgegaan, in 2014 overigens voor het laatst. Dit FDA is een uitvloeisel van afspraken tussen Nederland en Aruba uit 2000 om financiële zelfstandigheid van Aruba te bereiken in 2010. Nederland zou tussen 2000 en 2009 zo’n 220 miljoen Nederlandse gulden en Aruba zo’n 180 miljoen florin storten ten behoeve van overheidsprojecten. Het voortbestaan van het fonds is verlengd, maar loopt dit jaar af.
Niet alleen het jongste Secretariaatsrapport van het Cft signaleert bovenstaande, ook uit het rapport van de National Commission on Public Finance (commissie Mehran) uit 2007 komt hetzelfde beeld van de samenstelling van de begroting naar voren als uit de situatie van de afgelopen jaren. En ook het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatiecentrum (WODC) in 2011 constateerde een overheid die vooral ‘consumeert’.
Uit een eerdere vergelijking door Mehran - in de periode dat de huidige oppositiepartij MEP op Aruba nog aan de macht was - met een ‘peer group’ (Bahama’s, Barbados, Cyprus, Malta) blijkt dat de overheidsinvesteringen op Aruba achterblijven en dat de ontvangsten als percentage van het bbp ook lager zijn dan in vergelijkbare landen, zoals bijvoorbeeld Barbados en Malta. Wat resteert zijn - ook in vergelijking tot deze peer group - hoge personeelsuitgaven, die sindsdien alleen nog maar verder zijn toegenomen.
De stijging op Aruba van de aan het ambtelijk personeel gerelateerde uitgaven met ongeveer 20 procent de afgelopen vijf jaar, wordt veroorzaakt door een forse toename van het aantal werknemers en contractanten in dienst van de overheid (met +6,5 procent), terwijl bovendien sprake was van een sterke toename van het gemiddeld inkomen (+8,5 procent) en van de werkgeverspremies (+3,5 procent).
Uitgaven aan goederen en diensten zijn in de begroting 2014 sterk teruggebracht, naar het niveau van 2009. De rentelasten zijn door de fors hogere schuld met ongeveer 50 procent sterk toegenomen.
Per saldo kan dus gesteld worden dat het budgettaire regeringsbeleid in reactie op de (wereld)crisis vanaf 2009 en de definitieve sluiting van de Valero-raffinaderij expansief is geweest in de zin dat de belastingopbrengsten achter zijn gebleven bij het potentieel (met name veroorzaakt door de halvering door Eman I van de omzetbelasting bbo), maar vooral door een sterke toename van de personeelsuitgaven. Investeringen vanuit de landsbegroting zijn daarentegen achter gebleven. Blijft over het door de werkelijkheid verscherpte beeld van een ‘consumerende’ Arubaanse overheid.
De prijs voor dat ‘consumeren’ zal de komende jaren moeten worden betaald in de vorm van een combinatie van gedwongen bezuinigingen (aanpak van de ambtenarenkosten) en hogere lasten (een verhoging van de bbo met één a twee procentpunten ligt voor de hand naast een bbo-achtige bestemmingsheffing algemene ziektekostenverzekering AZV en een heffing op financiële transacties), om slechts een deel van de noodzakelijke maatregelen te noemen.