Geduld burger raakt op
Er zijn gewone burgers (werknemers en werkgevers in de particuliere sector) en er zijn speciale burgers (ambtenaren). Voor laatstgenoemden gelden bijzondere regels en is sprake van een voorkeursbehandeling. Dat vinden overheidsvakbonden niet leuk om te horen en de ministers, zelf ook ambtenaren, belast met het dossier van overheidsdienaren willen liever niet dat er zo over wordt gepraat. De feiten wijzen echter uit dat het de regering maar moeizaam, of zelfs niet lukt om de bonden die de ambtenaren vertegenwoordigen mee te krijgen in de noodzakelijke besparingen. Zelfs zodanig dat de begroting 2016 - die op hoofdlijnen al af moet zijn omdat het pakket aan voorgenomen ontvangsten en uitgaven over pakweg zes weken officieel ingediend moet worden bij het parlement - aangepast dient te worden. Niet op een detail, om een kleine post alsnog te verwerken: het gaat om niet minder dan 212 miljoen gulden op een begroting van circa anderhalf miljard. Dat is ruim een tiende. Waarom? Omdat men er maar niet in slaagt nieuwe, versoberde pensioenafspraken met ambtenaren te maken. Zij houden liever vast aan hun royale regelingen als verworven recht. Dat de overheidsbonden voor hun leden en daarmee voor zichzelf opkomen is begrijpelijk. Niemand wil graag inleveren. Iedereen wil behoud van verkregen rechten. Het verschil is alleen dat sommigen geen keuze hebben, simpelweg omdat niemand voor hen opkomt. Zij worden zonder daar enige inspraak in te hebben geconfronteerd met hogere premies, hogere belastingen en dus verlies aan koopkracht - en in bepaalde gevallen zelfs verlies van baan en inkomen. Ambtenaren echter zullen pas per 1 september toetreden tot de basisverzekering ziektekosten (bvz), het nota bene door henzelf bedachte stelsel dat gewone burgers min of meer werd opgedrongen. Onderhandelingen daarover hebben ruim een jaar geduurd. En dan nóg is sprake van voortrekking, want met ambtenaren is afgesproken dat ze er niet op achteruit gaan wat betreft het medisch pakket. Wat met de bvz dan eindelijk lijkt te zijn gelukt, is wat betreft de pensioenregels nog verre het geval. Omdat een pensioenakkoord uitblijft, moet de regering nu hals over kop alternatieve maatregelen treffen. Geen lastenverzwaring - zoveel begrijpt de politiek ook wel dat dit écht niet geaccepteerd zal worden - maar er moet wel flink geschrapt worden; dit kan dan al snel ten koste gaan van sociaal beleid en economische doelen. Niet alleen is dit asociaal, maar ook het paard achter de wagen spannen. Want er moet eerst verdiend worden (lees: de economie moet eerst weer gaan groeien) om onder andere het overheidsapparaat te kunnen bekostigen. De veel te lang durende onderhandelingen en het sterke gevoel dat hier sprake is van tegenwerking, zetten bij bedrijfsleven en bevolking veel kwaad bloed. De lastendruk is hoog en er bestaan nu al twijfels over de goede besteding van publieke middelen. Met het openlijke verzet van ambtenaren tegen noodzakelijke bezuinigingen, neemt de kans op burgerlijke ongehoorzaamheid en belastingontwijking door bijvoorbeeld zwart werk alleen maar verder toe. Terecht lijkt minister Van der Horst (PAIS) van Bestuurlijke Planning en Dienstverlening aan te geven dat de druk nu wel zal worden opgevoerd. Liever gisteren nog dan vandaag. Het geduld van de gewone burger met zijn weinig solidaire speciale medeburger raakt op.