De situatie voor de Venezolaanse staatsoliemaatschappij PdVSA wordt met de dag nijpender en daarmee de risico’s voor de eilanden voor de kust - in het bijzonder Curaçao dat met de Isla-raffinaderij en de olieterminal bij Bullenbaai erg afhankelijk is van PdVSA - steeds groter. Het is daarom van cruciaal belang om op alle scenario’s voorbereid te zijn, zoals een eventuele ‘early step in’ - voor zover dat realistisch is - mocht Isla/PdVSA niet in staat zijn tot en met het einde van de looptijd van het huidige leasecontract per ultimo 2019 aan zijn verplichtingen jegens Curaçao te voldoen.De problemen van PdVSA zijn gerelateerd aan de gigantische problemen van het land Venezuela, dat onder het socialistische bewind van eerst wijlen president Chávez en later onder de zittende president Maduro zo voor Sinterklaas hebben gespeeld en tegelijkertijd zo weinig oog hebben gehad voor het bedrijfsleven - dat zelfs grotendeels werd genationaliseerd - dat de economische motor stil kwam te staan. Onderwijl werd verzuimd te investeren in vernieuwing en onderhoud van de melkkoe: de petroleumindustrie, waar in Venezuela álles om draait. Gevolg: ineenstorting van de productie(capaciteit), kelderende inkomsten - ook mede door de reeds jarenlange lage(re) wereldolieprijs - en dus een nóg slechter functionerende economie met tekorten aan vrijwel alles. Terwijl het land afhankelijk is van olie-exporten, zouden deze volgens Reuters sinds de hoogste stand met een derde zijn teruggevallen en draaien de raffinaderijen op amper 31 procent van hun kunnen. Dat was de situatie gedurende het eerste kwartaal van 2018.
En daarenboven komen de miljardenclaims, vaak als gevolg van onteigeningen een decennium terug door de Bolivariaanse Republiek of het op andere wijze niet nakomen van verplichtingen. Het recent beslag van ConocoPhillips van 2 miljard dollar - waar nu zoveel om te doen is omdat ze ook dichtbij huis doel treffen, namelijk op Bonaire (Bopec) en op Sint Eustatius (NuStar) - blijkt slechts een fractie van de totale claim van 33 miljard dollar dat dit Amerikaanse olieconcern via allerlei internationale gerechten reeds toegewezen kreeg. Om een idee te geven: die 2 miljard dollar zou ruim een vijfde vertegenwoordigen van alle buitenlandse deviezenreserves, zo berichtte persbureau Associated Press onlangs. En er zouden méér multinationals, zoals Exxon Mobile, met claims die in de rij staan. Zo zouden nog een twintigtal arbitragezaken lopen bij onder meer de Wereldbank, aldus AP. Om maar te zwijgen over de megaschuld die Venezuela heeft aan de Volksrepubliek China. Dat alles kán niet ongestraft blijven. Eens zal er toch moeten worden afgerekend. Met een sputterende productie wordt dat echter steeds lastiger, zo niet onmogelijk.
Dat is - in principe - het probleem van het buurland, en niet van de ABC-eilanden, ware het niet dat de nabijheid, verwevenheid en de afhankelijkheid juist door de olie-industrie zo groot is. Tegelijkertijd zijn Venezuela en vooral Curaçao tot elkaar veroordeeld, althans is de afhankelijkheid wederkerig. Want hoe klein Bonaire, Curaçao en in dit geval ook Sint Eustatius ook zijn, in olietermen zijn ze uiterst voornaam voor PdVSA. Zo zou op Statia op 4 miljoen vaten beslag zijn gelegd. Op Bonaire beschikt de maatschappij over 10 miljoen vaten opslagcapaciteit. Beide eilanden zouden vorig jaar een tiende van de Venezolaanse olie-uitvoer voor hun rekening hebben genomen. Ook op Aruba heeft PdVSA, via de Amerikaanse dochter Citgo te San Nicolas, een opslag- en overslagterminal. Maar vooral ten aanzien van Curaçao zijn de Venezolaanse belangen het grootst: met de Isla-raffinaderij (met een topproductie van 335.000 vaten per dag, maar in de betere jaren gemiddeld 200.000 tot 250.000 vaten) en de Bullenbaai-terminal was Curaçao tot voor kort goed voor 14 procent van alle exporten. Samen vertegenwoordigen de Nederlands-Caribische eilanden daarmee al snel een kwart van de olie-output van Venezuela.
Sinds afgelopen week geldt echter een nieuwe werkelijkheid. Volgens het internationale persbureau Reuters zou PdVSA inmiddels zijn toevoer van olie naar het Caribische gebied hebben stopgezet om beslaglegging daarop te voorkomen. Alle tankers zouden de opdracht hebben gekregen terug te keren naar de ‘veilige’ Venezolaanse wateren om verdere instructies af te wachten. Veilig omdat hier geen claims zouden kunnen worden gelegd in verband met onbetaald gebleven rekeningen. Maar ‘veilig’ in de territoriale wateren van Venezuela betekent ook: geen afzet en misschien wel erger, het niet kunnen voldoen aan de beloofde volumes waar het land zich toe heeft verplicht, zoals aan megaschuldeiser China. Het houdt echter ook in dat de toevoer aan Curaçao stokt en dat de raffinage stil komt te liggen.
Een vrijwel uitzichtloze situatie voor PdVSA, waar onze eilanden - in het bijzonder Curaçao, met nog altijd een paar duizend werknemers die voor hun brood afhankelijk zijn van PdVSA - op voorbereid moeten zijn.

analyse

Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.