Wat wil, kan en doet PdVSA?
‘Venezuela moet weer olie leveren aan Curaçao en Bonaire’, ‘Rechterlijke uitspraak voorkomt oliecrisis op Curaçao en Bonaire’ kopten media in het weekend en deze krant zaterdag na het vonnis van vrijdag ‘PdVSA moet leveren’. De regering van Curaçao reageerde bij monde van premier Eugene Rhuggenaath (PAR) blij op deze uitspraak, die vervroegd kwam, waarmee het gerecht er blijk van geeft dat het een urgente kwestie is. Terecht na de spanning van afgelopen week. Beide eilanden konden opgelucht het weekend in. Dit komt omdat de bevolking over het algemeen een groot vertrouwen heeft in het justitiële systeem en vonnissen van rechters van het gemeenschappelijk Hof van Justitie. Toch is het maar de vraag of PdVSA wil, kan en zal meewerken aan de uitvoering van deze gerechtelijke uitspraak. De problematische oliemaatschappij is van een nog meer problematische staat, namelijk Venezuela waarvan de gisteren herkozen regeringsleider president Nicolás Maduro en zijn voorganger meer dan eens duidelijk hebben gemaakt zich weinig aan te trekken van regels, wetten, instructies en vonnissen - zeker als ze van het buitenland komen. De facto is deze houding zelfs de aanleiding geweest voor de beslagleggingen door ConocoPhillips (CP), omdat elf jaar geleden de contractuele afspraken eenzijdig werden verbroken en eigendommen van CP in Venezuela zonder pardon werden afgenomen. Tijdens de rechtszaken vorige week op Curaçao en Bonaire toonde PdVSA al weinig interesse: bij het kort geding in Kralendijk werkte PdVSA niet mee en bij de behandeling in Willemstad kwam het Venezolaanse staatsbedrijf zelfs geheel niet opdagen. Dat belooft niet veel goeds, althans het geeft niet het vertrouwen dat PdVSA serieus en met het nodige respect omgaat met het rechtsstelsel in het Caribisch deel van het Koninkrijk. De staatsmaatschappij en haar dochter Refineria Isla op Curaçao hebben veertien dagen om de lokale leveranties te hervatten. Als ze al die tijd benutten is het dus nog twee weken onzeker of PdVSA zich daadwerkelijk houdt aan het vonnis. Voor Bonaire Petroleum Corporation (Bopec) op Bonaire is bepaald dat de levering morgen al hervat moet worden. Het is niet alleen van belang te weten of deze olieonderneming zich aan de voor alle partijen geldende uitspraak wíl houden, maar ook of PdVSA zich er aan kán houden. Ten eerste in praktische zin: om te leveren, moet - als de lokale voorraad opraakt - ruwe olie geïmporteerd worden en vervolgens geraffineerd om te kunnen leveren. Staat ConocoPhillips dit toe en neemt PdVSA dit risico? En daarnaast: de technische en financiële slagkracht van PdVSA staat zo enorm onder druk, to say the least, dat het de vraag is of PdVSA nog wel in staat is tijd, geld en energie te steken in Isla en Bopec - wetende dat er een zwaard van Damocles van 2 miljard dollar hangt (2 miljard van de wereldwijd 40 miljard aan schulden) - terwijl prioriteit nummer één toch echt wel Venezuela zelf is. Dan maakt een dwangsom van 1 miljoen dollar per dag wellicht weinig indruk, ook al kan deze oplopen tot 100 miljoen dollar - met Bonaire erbij 110 miljoen. Het is afwachten wat PdVSA doet.