Isla-bonden op glad ijs
Opeenvolgende lokale regeringen die contact met Venezuela zochten/zoeken om harde afspraken te maken over de toekomst van de Isla-raffinaderij na 2019, zijn allemaal van een koude kermis thuisgekomen. Venezuela heeft Curaçao een tijdlang aan het lijntje gehouden. Met af en toe een uitschieter waarbij het eiland vanuit Caracas een worst werd voorgehouden die later van plastic bleek of met lucht gevuld was.
Vorige maand verklaarde de Venezolaanse staatsoliemaatschappij PdVSA in gesprek met de Isla-bonden en overheids-nv Refineria di Kòrsou (RdK), eigenaar van de raffinaderij, bereid te zijn om een derde partij toe te laten. Partijen tekenden een document, dat niet anders gezien kan worden als de notulen van de onderwerpen waarover gesproken was en waar in de toekomst nog heel veel meer over gesproken en onderhandeld moet worden om tot een akkoord te komen. Het goede nieuws van vorige maand was echter wel dat partijen elkaar eindelijk hadden ontmoet en de afspraak maakten snel weer verder te praten, en wel uiterlijk 15 juni. Die vergadering is tot nader orde uitgesteld. PdVSA heeft laten weten meer tijd nodig te hebben om na te denken over bijvoorbeeld de rol van Petrocaribe voor de levering van ruwe olie aan Curaçao, aldus een van de Isla-bonden aan deze krant. Het staatsbedrijf wil eerst intern overleggen met de huidige directeur van de raffinaderij en later een nieuwe datum prikken.
Op het eerst gezicht is dat legitiem. Ware het niet dat Venezuela de ongeslagen kampioen is in het doen van mooie beloftes, die daarna als sneeuw voor de zon verdwijnen. Afgezien daarvan is het zo dat minister Manuel Quevedo van Olie, tevens president-directeur van PdVSA, na de ontmoeting met de Curaçaose delegatie juichend twitterde over het veiligstellen van de levering van ruwe olie aan het eiland via Petrocaribe. Overigens zonder in details te treden hóe dat in de praktijk eraan toe zou moeten gaan. Vorige week werd in de regionale media gemeld dat Venezuela, vanwege de sterk dalende olieproductie, fors gaat snijden in de levering aan landen in de buurt. Aangenomen dat dit waar is, is het de vraag of Curaçao dan misschien de olie krijgt die deze eilanden moeten missen, of dat de situatie bij PdVSA en Petrocaribe zo nijpend is, dat Curaçao überhaupt niet langer voorzien kan worden.
De Isla-bonden PWFC en Apri verklaarden eerder dat zij zich in het overleg met PdVSA keihard hebben opgesteld. De bonden zullen als waakhonden het onderhandelingsproces volgen, aldus een van de voorzitters vastbesloten. En dat niet alleen. Zij zullen aan de onderhandelingstafel aanschuiven als er afspraken gemaakt moeten worden over de toekomst van de raffinaderij. Ferme taal, maar los daarvan begeven zij zich met deze verklaring op glad is. Het is de vraag of zij door PdVSA en RdK gezien en erkend worden als partij om mee te onderhandelen over de technische en financiële aspecten van de toekomst van de Isla. Als blijkt dat de bonden geen partij zijn voor PdVSA en RdK, dan hebben zij hun hand overspeeld en riskeren zij ook de steun van hun achterban te verliezen. Een achterban die de afgelopen maanden wel vaker aangaf ontevreden te zijn over de manier waarop de bonden hun zaken behartigen.