Transformatie CBCS
De nieuwe directie van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) wil met het nieuwe strategische plan onder andere ‘open, innovatief en transparant’ zijn. Zo verklaarde waarnemend president Leila Matroos-Lasten afgelopen woensdag in haar toespraak bij de VBC-lunch. Niets is meer gewenst. Open voor nieuwe ontwikkelingen, innovatief om mee te gaan met de tijd en transparant omdat een Centrale Bank als publieke autoriteit anno 2018 helder moet zijn over het beleid dat zij voert en over de resultaten die daarmee zijn behaald. De president ad interim en financieel-economisch directeur José Jardim zijn nog geen vol jaar in functie - zij traden medio november 2017, in afwachting nog van hun door de gouverneur ondertekende Landsbesluit, aan als ‘tijdelijke’ directeuren - en moesten zich zeker in het begin inwerken. Intussen werd het Strategisch Plan 2018-2020 begin juli gelanceerd. Het plan betreft een weergave van de ‘transformatie’ van de CBCS naar een ‘state of the art’ Centrale Bank waarop kan worden vertrouwd. Allemaal zeer toe te juichen.
Alleen, so much for transparency. ‘Accountability’, ofwel het afleggen van verantwoording, is daar een wezenlijk onderdeel van. Het is daarom jammer - anderen zullen zeggen kwalijk - dat het jongste jaarverslag 2017 zoveel minder informatie bevat dan voorgaande jaren. In dat jaarverslag, met een Report of the President van Matroos-Lasten, wordt onvoldoende verantwoording afgelegd. Zeven van de twaalf reguliere hoofdstukken ontbreken, zoals deze krant vorig weekend berichtte. Zo is er géén verantwoording over het gevoerde monetaire beleid, het toezicht en het betalingsverkeer. En toen daarover mediavragen werden gesteld, werden die tot tweemaal toe weggeschoffeld. Ruim een week na publicatie van het artikel ‘Uitgedund jaarverslag CBCS’ kwam er ook nog geen enkele na-reactie. Dat getuigt niet van de noodzakelijke zorgvuldigheid, volledigheid en transparantie. Terwijl het om reeds gemaakte beleidskeuzes gaat en om ontwikkelingen in 2017, werd luchtigjes verwezen naar een nog te houden presentatie over het eerste kwartaal van 2018. De toekomst zal leren of dit de gewenste klaarheid brengt.
Het gaat er echter natuurlijk ook om hoe buitenlandse investeerders en instellingen dit beoordelen. Die willen dit zwart-op-wit zien. Dan kan openheid wel een begrip of term zijn in (strategische) plannen en andere documenten, maar wat uiteindelijk telt is hoe de Centrale Bank-leiding hier in de praktijk mee omgaat. En ook hoe stakeholders, de Raad van Commissarissen (RvC) en vermogensgerechtigden (de landen/regeringen van Curaçao en Sint Maarten), en de omgeving waarin de CBCS opereert hier vrijwel kritiekloos - zo lijkt het - mee omgaan. Een transparante Centrale Bank draagt, behalve aan goed openbaar bestuur, ook bij aan een aantrekkelijk investeringsklimaat.
Naast een goede verantwoording van, onder meer, de eigen financiële huishouding, het toezicht plus de monetaire ontwikkelingen van de twee landen, lijkt het een taak van de Centrale Bank om een goede macro-economische analyse te presenteren, en daarbij ook te wijzen op knelpunten of belemmeringen die economische groei in de weg staan. De CBCS heeft een tiental of zelfs meer economen in dienst: die denktank moet, zeker gezien de langdurige slechte toestand van de Curaçaose economie, maximaal worden ingezet. De recente plannen ten aanzien van een Caribische munt - overigens is deze al op 10-10-‘10 aangekondigd in het nieuwe Centrale Bankstatuut - met een virtuele tegenhanger zijn interessant en moeten worden onderzocht, maar daarmee wordt de motor van de economie niet aangezwengeld, hooguit kan het internationale betalingsverkeer hopelijk beter worden gefaciliteerd.
Mooie verhalen over toekomstbespiegelingen in een transparante omgeving zijn prima, als ‘accountability’ niet in de genen zit, blijft het daar echter bij. Voor de nieuwe CBCS-top is het zeker nog niet te laat; zij kunnen tien maanden na hun aantreden nog altijd het verschil maken om daarmee de vereiste ‘transformatie’ te doen welslagen.