Het afhaken van Motiva Enterprises - de naam van deze ‘preferred partner’ is eerder van officiële zijde nooit bevestigd, maar ook niet ontkend - als de ideale huurder en exploitant van de Isla-raffinaderij, is niet alleen een zeer grote klap voor Curaçao, het zorgt ook voor spanning en onrust. In het bijzonder onder de werknemers en de Isla-bonden en ook onder de bevolking als geheel. Begrijpelijk. Alle hoop was immers gevestigd op deze succesvolle Amerikaanse dochter van Saoedi-Arabische aandeelhouders. Met Aramco als uiteindelijke eigenaar stond vast dat Motiva als operator zich zowel technisch als financieel ruimschoots kwalificeert om de petroleumindustrie van Curaçao (raffinaderij en olieterminal) over te nemen, te upgraden, uit te breiden en te zorgen voor schone productie. Die hoop lijkt nu vervlogen, hoewel Motiva nog wel de deur op een kier houdt en mogelijk geïnteresseerd is in een later stadium zaken te doen met een nieuwe operator.
MotivaWat is er gebeurd dat Motiva zich zo plotseling terugtrekt? Het blijft speculeren. Maar nadat deze voorkeurskandidaat op 29 november 2018 was medegedeeld als beste uit de bus te zijn gekomen, heeft de Motiva-top op 31 januari 2019 laten weten af te haken. Vertraging en nieuwe opportunities die zich voordoen geeft het Amerikaanse concern op als reden(en). Slechts twee maanden later dus. En ook vond begin vorige week nog een bespreking plaats van een Curaçaose delegatie met de top van Motiva, waar de deelnemers van Curaçao unaniem een goed gevoel aan hadden overgehouden. Er zou zelfs begin deze week over een MoU worden onderhandeld, om volgende week de due dilligence op Curaçao op te starten. Vraag blijft: Wat is er dan misgegaan? Het blijft, zoals gezegd, gissen. Maar óf de Amerikanen zien de businesscase niet meer zitten (in dat geval lijkt het einde verhaal) óf ze zijn geweldig afgeschrikt door het hele omkoopschandaal rond de afgezette directeur Roderick van Kwartel van overheids-nv Refineria di Kòrsou (dan valt er met uitleg misschien nog iets te redden).
Lezing van het onderzoeksrapport zorgt ervoor dat de haren overeind gaan staan; zo afschuwelijk zijn de ex-directeur en twee hoge RdK-medewerkers plus hun consultant omgegaan met de belangen van de vennootschap én van Curaçao. Terwijl Van Kwartel op de op dit moment meest cruciale stoel van het eiland zat, heeft hij zich beziggehouden met een ‘paralleltraject’ om een andere partij - tegen belofte van ‘winstdeling’ - als strategische partner te selecteren. Het was direct al duidelijk dat Motiva zich verre wilde houden van geruchten hierover en zwart op wit wilde hebben op generlei wijze bij het schandaal betrokken te zijn geweest. Dat blijkt klip en klaar uit het Ivy-rapport dat in Houston onder meer is toegelicht door de hoofdonderzoeker zelf. Het mocht kennelijk niet baten. Alles wijst erop dat de betrokkenen bij de poging tot (uitlokking van) omkoping verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor het niet doorgaan van Motiva als operator van Isla.
Maar, wie wordt dan wél die nieuwe operator? is al tijden de andere grote vraag, nadat het leasecontract met het Venezolaanse PdVSA enkele jaren terug door toenmalig premier Ben Whiteman (Pueblo Soberano) is opgezegd. Want intussen tikt de klok door. Per 31 december 2019 moet er een geschikte kandidaat zijn gevonden. En natuurlijk al veel eerder, want een raffinaderij is geen pond suiker die even gemakkelijk over de toonbank gaat, maar een uiterst complexe aangelegenheid. Niet morgen dus, maar liefst eergisteren al. De realiteit is dat Curaçao begin februari 2019 met lege handen staat en ook geen serieuze ‘prospect’ heeft. Dat maakt dat er nervositeit ontstaat. In het Project-Arawak, de zoektocht naar een geschikte overnamekandidaat, resteerden er na evaluatie naast Motiva nog twee andere kandidaten: PdVSA, die zich opnieuw heeft aangemeld, en de Amerikaanse partner van het Nederlandse Count dat verwikkeld is in de omkoopkwestie. Die partner wordt genoemd in het onderzoeksrapport Ivy, namelijk AOT. Count heeft, in een consortium met AOT als partner, als geïnteresseerde partij aan het aanbestedingstraject deelgenomen. AOT is anders dan Motiva/Aramco geen concern met raffinaderijen en expertise op het gebied van raffinage, maar een zogeheten ‘trader’. Die status verdiende - terecht - in eerste instantie niet de voorkeur van Curaçao. Bovendien moet zeker met de kennis van nu vooraleerst komen vast te staan dat AOT zelf niets te maken had met de omkooppraktijken, maar dat dit geheel en alleen is toe te schrijven aan Count. AOT scoorde echter niet voor niets hoog waardoor het uitkwam bij de beste drie.
Dan PdVSA, waarmee het contract eindigt maar dat staat te springen en dringen om toch ook vanaf 1 januari 2020 weer de Isla te exploiteren. Afgelopen weekeinde hebben twee hoge vicepresidenten van PdVSA samen met directeur Vanessa Flores van Refineria Isla dit opnieuw duidelijk gemaakt aan regering en RdK. Staatsbedrijf PdVSA en Venezuela zelf verkeren echter in diepe crisis en zijn niet of nauwelijks in staat om vanuit het land met de grootste bewezen olievoorraden genoeg ruwe olie aan te leveren voor de raffinaderij op Curaçao. Toch is de Isla juist vanwege de crisis en onhoudbare schuldenproblematiek van groot belang voor Venezuela, met het oog op het voorzien van brandstofproducten die de eigen Venezolaanse raffinaderijen nauwelijks meer in voldoende mate kunnen produceren. Dan is wel een derde partij nodig, waarvoor Curaçao instrumenteel kan zijn om die binnen te halen. Daarmee lijkt alles weer terug bij af.
De geopolitieke omstandigheden rond president Nicolás Maduro - niet langer erkend door de westerse wereld en een groot deel van Zuid-Amerika - maken de situatie alleen maar nog lastiger, vooral omdat Washington daardoor PdVSA de duimschroeven heeft aangedraaid en nog net geen doodvonnis over heeft uitgesproken. Maar met de zelfuitgeroepen en inmiddels door vele landen, inclusief het Nederlandse Koninkrijk, erkende Juan Guaidó in het presidentiële paleis Miraflores kan alles in één klap veranderen en opeens wél mogelijk zijn.
De tijd zal het leren. Het zijn uiterst spannende tijden voor Curaçao. Dat vraagt van de zijde van de regering veel uitleg en informatie, zoals gisteren uitvoerig aan de bezorgde en zenuwachtige werknemers en Isla-bonden. Maar het vereist óók dat allen het hoofd koel houden en de rust bewaren. Paniek is de slechtste raadgever. Curaçao moet nu de beste beschikbare krachten bundelen, de slimste koppen bij elkaar steken en de sterkste schouders eronder zetten om te doen wat het beste is voor het eiland en de bewoners. Daarbij is het beslist niet uitgesloten dat Motiva/Aramco na grondige, volledige en eerlijke voorlichting toch op andere gedachten kan worden gebracht. Premier Eugene Rhuggenaath (PAR) wil daartoe zelf het voortouw nemen. ,,We will not give up”, zei hij tegenover de verzamelde werklieden, daarbij vergezeld door minister Kenneth Gijsbertha (MAN), zelf oud-werknemer van Isla, en minister Suzy Camelia-Römer (PIN). Het is goed te weten dat de regeringscoalitie op dit punt als één front optrekt.

Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.