Analyse: Silvania ‘politiseert’ vragenrecht Staten
Analyse redactie
Op feitelijke Statenvragen van het parlementslid Giselle Mc William (MAN), die daarmee als het controlerend orgaan van het Land Curaçao optreedt, geeft MFK-minister Javier Silvania - met het oog op de verkiezingen over twee weken - een in alle opzichten vooral politiek (gekleurd) antwoord, waarbij hij er niet voor terugdeinst om te schofferen en het persoonlijk te maken:
,,Ik heb kennisgenomen van uw brief van 27 februari jongstleden met als onderwerp ‘Gebrek aan transparantie in financieel beheer’. Allereerst merk ik op dat het succes van mijn financieel beheer u blijkbaar enorm veel zorgen baart. Eén van de redenen hiervoor is dat uw regering (2017-2021) uitsluitend subsidies heeft gekort in plaats van een duurzaam financieel beleid te voeren, zoals ik dat wél doe, zodat stichtingen kunnen floreren in plaats van te worden uitgeknepen. Dit is blijkbaar een doorn in het oog van mevrouw Mc William, vandaar dat zij manieren zoekt om het volk zand in de ogen te strooien! Uw regering koos ervoor om te snijden in de subsidies van de stichtingen in plaats van een duurzaam financieel beleid te voeren en de middelen te vinden waar deze beschikbaar waren. Mevrouw weet maar al te goed dat het volk dit als een spiegel voor u zal houden op 21 maart aanstaande.”
Hij wijst op een tabel waarin ‘we zien hoe uw regering voortdurend subsidies en overdrachten heeft verminderd’. ,,Ook wordt duidelijk hoe wij hier vanaf 2022 - het eerste begrotingsjaar onder kabinet Pisas II - verandering in hebben gebracht. In 2020 gaf uw regering slechts 21 miljoen van de liquiditeitslening aan subsidies, terwijl de rest van de liquiditeitslening werd verdeeld onder goed bevriende bedrijven naar eigen believen. Mevrouw Mc William, het volk is dit niet vergeten, hoe hard u ook probeert hen zand in de ogen te strooien. Mevrouw Mc William, het volk kent u maar al te goed. Daarom noemen velen u ook ‘e deborado di pueblo’ (de schuldenaar van het volk).”
Ongehoord
Het is binnen het Koninkrijk en andere democratieën ongehoord dat de regering (lees: de uitvoerende macht) zo te keer gaat - op schrift nog wel - tegen een Statenlid/Statenfractie (lees: de controlerende macht). Vooral als de vragen feitelijk van aard zijn, is het goed gebruik en een teken van beschaving om die ook feitelijk en zakelijk - en liefst zo apolitiek (lees: neutraal) mogelijk - te beantwoorden. Beantwoording van formele Statenvragen is namelijk iets anders dan op een verkiezingspodium staan of op Facebook allerlei berichten verspreiden. Zo gebeurt dat in de Tweede en Eerste Kamer van het Nederlandse parlement, in de Staten (lees: de parlementen) van de Koninkrijkslanden Aruba en Sint Maarten en tot voor kort ook altijd in de Staten van Curaçao. MFK-minister Silvania echter, gebruikt het in een democratisch rechtsstaat heilige ‘vragenrecht’ van de 21 Curaçaose parlementsleden om in zijn antwoorden (partij)politiek te bedrijven.
Als uitvloeisel van het recht op inlichtingen waarover alle individuele Statenleden - van coalitie én oppositie - beschikken, kent het parlement van Curaçao het vragenrecht. Met dit recht kunnen alle leden tijdens de debatten en de schriftelijke behandeling van (wets)voorstellen vragen stellen aan de regering, die verantwoording aflegt aan de Staten - en niet andersom.
Hoe controleren?
Want hoe kan het parlement de regering controleren? De leden van de Staten hebben bepaalde rechten om de regering zo goed mogelijk te controleren. Deze rechten staan zelfs in de Staatsregeling, de grondwet van Curaçao. Zo hebben ze het recht om wetsvoorstellen van de regering aan te passen. Ook kunnen parlementsleden vragen stellen aan ministers over hun keuzes, besluiten, beleid, ideeën en handelingen.
Silvania, nummer twee van MFK bij de verkiezingen op 21 maart, maakt er echter een politieke Silvania-show van, zoals hij vrijwel álles naar zich toetrekt om vooral zichzelf het middelpunt van de belangstelling te maken. Hij schuwt daarbij weinig middelen, zelfs niet het ‘politiseren’ van officiële schriftelijke antwoorden aan de volksvertegenwoordiging, nog altijd het hoogste orgaan van het Land Curaçao.
Maar, wat triggert de bewindsman dat Silvania zó reageert? De hoofdvraag die MAN-Statenlid Mc William stelde, luidt: ,,Goed financieel beheer en transparantie zijn van uiterst belang voor goed bestuur. Onlangs hebben wij kennisgenomen van verschillende niet-begrotingsgebonden subsidies die door uw ministerie zijn toegekend aan diverse instanties. Gezien het budgetrecht van het parlement, wenst de fractie van MAN inzicht te verkrijgen in het beleid en de toekenning van deze subsidies.”
Als door een wesp gestoken antwoordt Silvania: ,,De stijging van subsidies en overdrachten vanaf 2022 toont niet alleen de veerkracht van kabinet Pisas II, maar ook onze sterke wens om te investeren in de stichtingen die jarenlang zijn verwaarloosd door de regering Mc William! En nu probeert mevrouw Mc William zich voor te doen als de barmhartige Samaritaan, terwijl ze zelf medeplichtig is aan de ramp die haar regering heeft veroorzaakt bij de stichtingen.”
En nóg is de nummer twee van MFK, de rechterhand van minister-president Gilmar Pisas, niet uitgeraasd: ,,Mevrouw Mc William, onze regering investeert in onze stichtingen om de pijn en mishandeling die uw beleid heeft veroorzaakt te verzachten. We geven de jongeren hoop en laten zien dat wij niet zoals u zijn! Wij werken hard om hen een betere toekomst te bieden. Mevrouw Mc William, wij verspillen geen overheidsmiddelen in 100 dagen, zoals u van plan was. Wij investeren liever in ons volk, in onze stichtingen, in onze jongeren. Wij zetten het volk op de eerste plaats, wij dienen het volk, wij willen Curaçao zien floreren. Daarom hebben wij jaar na jaar verlichting gebracht aan de stichtingen. Wij werken hard om te herstellen wat u heeft verwoest!”
Geen woord over het ‘budgetrecht’ van de Staten of een uitleg dat de regering van mening is deze financiële beleidsruimte te hebben zonder daarvoor de instemming van het parlement nodig te hebben. In plaats daarvan vindt Silvania het ‘opmerkelijk’ dat de MAN ‘zich ineens zorgen maakt over transparantie, terwijl uw regering structureel geen verantwoord financieel beleid heeft gevoerd’. ,,Uw zogenaamde bezorgdheid, vlak voor de verkiezingen, lijkt meer op een politieke aanval dan op een oprechte zorg om het welzijn van het volk. Maar zoals ik al zei, het volk kent u door en door en weet dat achter uw witte tanden geen oprecht hart schuilt!”
Minachting
Mc William is als politicus en partijleider van MAN-PIN zeer goed in staat voor zichzelf op te komen, maar het moet worden gezegd: dat het ongekend is dat een minister (Latijn voor dienaar) een gekozen volksvertegenwoordiger - die zoals het hoort vragen stelt, vragen die ook vele anderen in de samenleving stellen - op deze manier wordt afgeblaft door Silvania.
Ministers zijn verantwoording schuldig aan het parlement, zowel gezamenlijk als afzonderlijk. Dit heet ook wel ministeriële verantwoordelijkheid. Ook Silvania moet dus verantwoording afleggen aan het parlement. De minister en ook het kabinet als geheel is verplicht alle informatie te geven waar het parlement of een parlementslid om vraagt. Deze informatieplicht staat in de constitutie. Daaraan tornen is minachting van de wet. Dat dient afgekeurd te worden; door vriend en vijand, want dit is grensoverschrijdend en morgen is een ander aan de beurt.
Anders gezegd: de Staten zijn de toezichthouder wat betreft het beleid van de regering, en behoren zelfs vragen te stellen om te kunnen vaststellen of sprake is van wetmatig en verantwoord financieel beheer. Die vragen beantwoorden met holle retoriek en nauwelijks inhoud, getuigt van de genoemde grote minachting voor de Staten en daarmee voor het volk namens wie de Staten de regering controleren.
Mc William dient Silvania van repliek
Meer hierover lezen? Neem een online abonnement op de krant.