Analyse: Knops moet open kaart spelen
‘Bedenkingen’ bij geheim ontwerpbesluit RvS zorgt voor opstopping
Minister Raymond Knops (CDA) van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) zit ermee in zijn maag. Uit alles is duidelijk geworden dat hij van de Raad van State - het hoogste adviescollege van het Koninkrijk - geen gelijk heeft gekregen in verband met de aanwijzing die de Rijksministerraad (RMR) vorig jaar op zijn aangeven aan Curaçao gaf. Althans voor een (groot) deel ongelijk. Vermoedelijk. Want precies weten we het niet, omdat Knops het ontwerpbesluit van de Afdeling advisering van de Raad van State in het kader van de beroepsprocedure van Curaçao tegen de aanwijzing van de RMR zorgvuldig geheimhoudt.
Wellicht heeft dit laatste, dat de Nederlandse minister géén open kaart speelt, nog wel meer nadelige consequenties dan de aanwijzing en de uitkomst van de procedure zelf. En is het ook schadelijker voor de onderlinge ‘koninkrijksrelaties’, omdat partners zo niet met elkaar omgaan of behoren om te gaan.
Natuurlijk zijn er belangen - en die liggen in Den Haag anders dan in Willemstad - en begrijpelijkerwijs ook strategieën, waarbij je de ander niet in je kaarten laat kijken. Maar het voor Curaçao achterhouden van een belangrijke zienswijze van de RvS, terwijl het juist Curaçao aangaat, bevordert de relatie niet. Zeker niet het zó lang achterhouden - al ruim twee maanden - terwijl de aanwijzing zelf al van medio 2019 is. En dat ten aanzien van een ‘bevriende’ regering, namelijk het kabinet van premier Eugene Rhuggenaath (PAR), die niet bepaald te boek staat als tegenstander van de Nederlandse regering of als anti-Nederlands. Integendeel, zou men eerder kunnen zeggen.
Met zijn handelwijze, waarbij Knops de kaarten dus bewust op de borst houdt en daarmee ook een informatievoorsprong behoudt, zet hij extra druk op een kwestie die reeds erg gevoelig ligt: de aanwijzing aan Curaçao vanuit Den Haag (lees: een interventie in het autonome bestuur). Dit is op zich al complex genoeg, maar zijn optreden jegens de ministerraad in Willemstad doet daar een grote schep bovenop. Naar het aanziet onnodig en bepaald niet in de geest van gelijkwaardige partners en ‘samen de schouders eronder’, zoals beoogd met het Groeiakkoord. De feiten en gebeurtenissen op een rijtje:
De Rijksministerraad neemt op 12 juli 2019 op voorstel van toen nog staatssecretaris Knops van BZK een besluit tot een aanwijzing aan de regering van Curaçao. De aanwijzing volgt op het advies van het College financieel toezicht (Cft), dat de afgelopen jaren zijn zorgen heeft geuit over het financieel beheer van Curaçao en het oplopen van de tekorten op de begroting van het land.
Curaçao is het niet eens met het besluit en is daartegen in beroep gekomen. Omdat het om een Koninklijk Besluit (KB) gaat, richt dit beroep zich tot de Kroon. Dit is een andere aanduiding voor de regering, in dit geval de Koninkrijksregering, ofwel de RMR.
De Afdeling advisering van de RvS houdt op 14 november 2019 een openbare hoorzitting over het KB van 12 juli waarbij aan Curaçao de zogenoemde aanwijzing is gegeven. Op deze hoorzitting verschijnen vertegenwoordigers van de Raad van Ministers van Curaçao en de RMR (die laatste wordt vertegenwoordigd door ambtenaren van BZK).
De hoorzitting is openbaar, dus toegankelijk voor belangstellenden en journalisten, het ontwerpbesluit is echter vertrouwelijk (dus geheim). In deze beroepsprocedure heeft de Afdeling advisering van de RvS een ontwerpbesluit voorbereid voor de koninkrijksregering. De Afdeling advisering heeft hiervoor een zogeheten ‘Procesreglement rijksbestuursgeschillen RvS van het Koninkrijk’ vastgesteld. De RMR moet uiteindelijk het definitieve besluit nemen op het beroep van Curaçao. Dat is zo geregeld in de Rijkswet financieel toezicht (Rft).
De RvS is er al (heel) snel uit. Begin december, vermoedelijk op of vóór 9 december 2019, krijgt Knops het toegezonden. Tijdens zijn bliksembezoek aan de ABC-eilanden en een nog korter verblijf op Curaçao erkent hij op vragen tijdens de persconferentie op 16 januari 2020 dat het oordeel van de RvS er is, maar de bewindsman - zo bericht deze krant - ‘houdt het nog even voor zich’. ,,Ik ben geïnformeerd”, geeft de minister van Koninkrijksrelaties toe. Maar hij is zich naar eigen zeggen ‘nog aan het beraden’ alvorens hij het aan de Rijkministerraad aanbiedt. Hoe lang zal dat nog duren? Knops verwacht februari of maart.
Daarmee zit hij tot nu toe dus op schema. Zijn eigen schema welteverstaan. De maand ervoor, in december, had Rhuggenaath - vermoedelijk al vlak voor Kerst - nog schriftelijk geïnformeerd naar de stand van zaken, zo maakte de Curaçaose premier deze week bekend. Rhuggenaath maakt aan Knops duidelijk dat de voortdurende onzekerheid over de aanwijzing voor Curaçao en zijn regering niet bevorderlijk is. Hij wijst op de bijzondere uitdagingen waar zijn kabinet voor staat en benadrukt - als altijd - de goede samenwerking in het Koninkrijk. Spoedige besluitvorming is van belang evenals het tijdig informeren van Fòrti, zodat Curaçao weet waar het aan toe is. Financieel toezicht is, aldus Rhuggenaath, een aangelegenheid van samenwerking tussen de landen.
Knops is echter onverstoord en staat op het standpunt, zo laat hij de pers weten, dat wat de RvS ook meldt in het ontwerpbesluit - dan natuurlijk al wel bij hem bekend -, de financiële situatie van Curaçao niet anders wordt. ,,Dat heb ik ook zo gezegd tegen de Raad van Ministers van Curaçao.”
Uit de woorden die de Curaçaose minister van Financiën, Kenneth Gijsbertha (MAN), afgelopen week in de Staten uitsprak en wat ook wordt bevestigd door regeringsleider Rhuggenaath, kan worden opgemaakt dat Knops pas vrij onlangs officieel heeft laten weten ‘bedenkingen’ te hebben bij het oordeel van de RvS en deze ‘bedenkingen’ ook in wil dienen bij het hoogste adviescollege, namelijk tegen het ontwerpbesluit van de RvS. Volgens de reconstructie van deze krant moet Knops dit ergens in de tweede week van februari hebben laten weten aan de premier van Curaçao.
Zolang dit het geval is - zolang Knops bezig is ‘bedenkingen’ te bedenken om deze naar de RvS te sturen, of deze al heeft ingestuurd en er moet worden gewacht op de reactie van de RvS - kan de RMR, met de Nederlandse minister-president Mark Rutte (VVD) als voorzitter, geen beslissingen nemen. Een RMR, waar Curaçao (alsmede de andere autonome Caribische landen) met de Gevolmachtigde minister weliswaar aan meedoet, maar waarin altijd een Nederlands overwicht bestaat.
,,Het definitieve besluit van de regering (lees: RMR, red.) wordt gepubliceerd”, meldt de RvS op de website. Strikt juridisch genomen, met de Rijkswet financieel toezicht als een soort Bijbel in de hand, klopt het waarschijnlijk allemaal wel. Maar in een relatie van volgens het Statuut gelijkwaardige partners past het niet om zo kiekeboe met elkaar te spelen.
Over juridisch gesproken: gezien het genoemde ‘Procesreglement’ lijkt het erop dat de RvS Knops juist of mede op juridische gronden ongelijk geeft - en dat advies is in principe bindend - en dat de ‘bedenkingen’ van de bewindsman zijn gericht op het beleidsmatige deel van het ontwerpbesluit. Met andere woorden: alleen wat betreft de doelmatigheid kan de RvS beleefd verzocht worden nog eens naar het ontwerpbesluit van begin december te kijken, maar over de rechtmatigheid kan (eigenlijk) geen verdere discussie meer bestaan.
Knops is minister van BZK en daarmee ‘dossierhouder’, maar hij is niet de RMR. In plaats van de ‘koninkrijksrelaties’ onder druk te zetten door allerlei niet-transparantie en weinig vertrouwenwekkende schijnbewegingen, doen Knops en de in Haagse ogen ‘bevriende regering-Rhuggenaath’ er veel beter aan om open kaart te spelen en in goed vertrouwen toe te werken naar een werkbare oplossing. Zoals in een goed huwelijk. Vooral omdat gezaghebbende instanties als de Centrale Bank CBCS en het Internationaal Monetaire Fonds (IMF) en zelfs het orgaan waar het allemaal mee begon - het Cft - in hun adviezen veel minder ver lijken te gaan dan Knops en het gewraakte KB.
Pragmatischer en dus effectiever is het om daadwerkelijk en ruimhartig invulling te geven aan het Groeiakkoord, een alleszins toe te juichen onderlinge regeling - waar partijen het samen dus wél over eens zijn - met afspraken over zowel directe maatregelen als structurele hervormingen om de economie van Curaçao weer aan te jagen en, natuurlijk, de overheidsfinanciën op orde te brengen. Ook over de voortgang dáárvan moet - in dit geval door het Land Curaçao - veel meer openheid van zaken worden gegeven aan de hand van de periodieke rapportages. In het belang van de bevolking. Mét elkaar en niet tegenover elkaar.