Analyse: NOW, it’s time to act!
‘Tijdige bekendmaking’ en ‘tijdige beschikbaarheid’ zijn naast bijvoorbeeld ‘voldoende funding’ volgens de Commissie Noodfonds kritische succesfactoren voor de Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW), die als eerste onderdeel uitmaakt van het Pakket Alivio 2. Toch is, medio april, het bedrijfsleven (dat zijn de werkgevers én de werknemers) niet of niet goed op de hoogte van waar men aan toe is. Wordt de NOW toegepast conform het voorstel van de Commissie Noodfonds Covid-19 van 1 april jongstleden? En zo ja, is dit al wettelijk verankerd en wordt dit officieel afgekondigd? Of wordt het de ‘versobering’ naar het advies van het College financieel toezicht (Cft), waar de Caribische leden zich van hebben gedistantieerd (maar dat vooral in verband met de geadviseerde lening door Nederland in plaats van de gevraagde schenking)?
Het Antilliaans Dagblad zet de voorstellen van de commissie op een rij aan de hand van het nog altijd niet openbaar gemaakte ‘Pakket van Sociaal Economische Steunacties - Alivio 1 & 2’, alsmede de presentatie ervan op 4 april aan het Cft. Deze presentatie, eveneens in handen van deze krant, eindigt met de veelzeggende leuze ‘It’s time to act!’. Dat is exact het gevoel dat overheerst in de private sector, die nog altijd niet (goed) weet wat te verwachten. Hopelijk komt daar spoedig helderheid over. ,,Om te voorkomen dat (ook) werknemers in vaste dienst ontslagen worden in de komende weken, is het van belang dat de voorgestelde tegemoetkomingsregeling (NOW) wordt ingevoerd”, aldus de commissie onder voorzitterschap van Daisy Tyrol-Carolus, zelf werkzaam in de top van de grootste commerciële bank. Voor werknemers in loondienst is aansluiting gezocht bij de ‘Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid’ (NOW) in Nederland, de aangepaste versie daarvan op de BES-eilanden (Bonaire, Sint Eustatius en Saba), en ook de Ziektewet van de Sociale Verzekeringsbank (SVB), namelijk een tegemoetkoming aan de werkgever van maximaal 80 procent van het salaris en in dit geval tot een maximaal salarisbedrag dat gelijk is aan het SVB-maximumdagloon (5.781 gulden per maand). ,,De door de regering ter beschikking te stellen uitkering omvat 80 procent maal de verwachte omzetderving maal het brutosalaris”, legt het document uit. ,,Voorwaarde is dat de werkgever verwacht ten minste 25 procent omzet te verliezen en het personeel in dienst blijft van de werkgever en doorbetaald wordt. Belastingen en sociale lasten zullen gewoon afgedragen worden door de werkgever, zodat er daar geen sprake is van inkomstenderving bij de overheid.”
Voorbeeld
De Commissie Noodfonds Covid-19 geeft zelf een voorbeeld van een bedrijf met 20 werknemers, van wie 15 onder de ZV-loongrens van de SVB vallen en 5 werknemers erboven. De omzetderving bedraag in dit voorbeeld 40 procent. De 15 werknemers hebben een maandsalaris van ieder 3.500 gulden met een (gezamenlijke) grondslag loonsom van 52.500. De NOW-uitkering aan de werkgever bedraagt dan 80%x40%=32% en komt uit op 16.800 gulden. Voor de 5 werknemers met een maandsalaris boven de ZV-grens, namelijk van 7.500 gulden, geldt het SVB-maximumdagloon (5.781 gulden) als basis, waardoor de grondslag loonsom uitkomt op 28.905 gulden. Met een NOW-uitkering van 32 procent ontvangst de werkgever voor deze vijf 9.250 gulden. Voor de 20 werknemers bij elkaar is dat - bij een omzetverlies van 40 procent dus - een uitkering van 26.050 gulden (over een totale loonsom van 90.000, wat neerkomt op een compensatie van bijna 29 procent). Nog even op een rijtje wat de commissie beoogt met de NOW-steunmaatregel:
- Voor de werkgever om de werknemer in dienst te houden;
- Voorwaarde is dat de werkgever verwacht ten minste 25 procent omzet te verliezen en zich verplicht álle vaste werknemers in dienst te houden en volledig door te betalen;
- Tegemoetkoming aan de werkgever van 20-80 procent van de loonsom (afhankelijk van het percentage verwacht omzetverlies);
- Loonsom gemaximeerd op maximumdagloon SVB (Ziektewet, 5.781 per maand);
- Belastingen en sociale lasten worden gewoon afgedragen door de werkgever;
- De maatregel is niet bedoeld voor eenmanszaken en overheids-nv’s;
- Een commissie van de ministeries van Financiën en Economische Ontwikkeling (MEO) bepaalt welke sectoren direct en welke sectoren eventueel in de toekomst toegang krijgen tot deze regeling;
- Ondersteuning in de werkgeverslasten door pro-rata tegemoetkoming AOV/AWW- werkgeversbijdragen. Deze worden vrijgesteld voor alle werkgevers die NOW ontvangen voor het percentage omzetderving waarvoor ze NOW ontvangen. De (overheids)kosten van deze maatregel zijn 15 miljoen voor drie maanden.
- Indicatie kosten: circa 126 miljoen gulden voor drie maanden met als geschat effect dat de werkgelegenheid voor 16.500 werknemers in stand blijft.
Het Cft ziet het wat anders en noemt de Curaçaose regeling voor baanbehoud ‘duur’. Zo wijst het College met Raymond Gradus als voorzitter erop dat van werknemers met een salaris tot het maximumdagloon ZV/OV - iedereen onder de 5.781 gulden per maand - ‘geen bijdrage gevraagd wordt’. Gezien de ernst van de Covid-19-crisis en de staat van de overheidsfinanciën geeft het Cft in overweging om een bijdrage van álle werknemers te vragen, bijvoorbeeld door uit te gaan van arbeidstijdverkorting tot 60 procent van het salaris met handhaving van een minimum (80 procent minimumloon van 1.669 gulden per maand) en maximum (maximum dagloon ZV/OV). Overigens adviseert het Cft ook om afspraken te maken met werkgevers en werknemers over opname van vakantiedagen, nu veel werknemers noodgedwongen niet kunnen werken.
Terug naar het NOW-voorstel van de commissie. ,,Indien toekenning wordt bepaald aan de hand van criterium omzetdaling van 25 procent of meer dient nadien aan de hand van de omzetgegevens van de maanden april-september 2019 bepaald te worden of steun terecht is verstrekt voor de maanden”, schrijft de commissie, die bij Landsbesluit van 19 maart werd ingesteld, toevallig dezelfde dag dat de eerste brief van het kabinet-Rhuggenaath naar de Rijksministerraad (RMR) in Den Haag werd gestuurd met het verzoek om bijstand op grond van artikel 36 Statuut (,,Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten verlenen elkander hulp en bijstand”). De eerste ‘kick-off’ meeting van de Commissie Noodfonds vond plaats op 23 maart - waarbij ‘social distancing’ werd toegepast, zo wordt voor de zekerheid opgemerkt. Op 1 april werd het eerste pakket uit de doeken gedaan. Ten aanzien van NOW waarschuwt de commissie dat er risico’s aan kleven, waaronder als eerste ‘te late bekendmaking’, maar ook de capaciteit uitvoeringsorganisatie (SVB) en misbruik doordat de omzetderving te hoog wordt ingeschat. De urgentie wordt zeker ingezien: ,,Als het gevolg van Covid-19 zijn er veel bedrijven die kampen met direct omzetverlies, en die door de geleden verliezen moeten overgaan tot ontslag van werknemers, en zelfs in faillissementsgevaar komen. Het ondersteunen van deze bedrijven met een omzetdaling-gerelateerde tegemoetkoming in de loonkosten is een krachtige maatregel om zo veel mogelijk werkgelegenheid in stand te houden, de economie zo min mogelijk te ontwrichten, en een zo snel mogelijke terugkeer naar de werkgelegenheidssituatie van vóór de crisis mogelijk te maken”. Maar dan dient er dus wel (snel) actie te worden ondernomen. De commissie noemt zelf de volgende ‘besluitpunten’: over de hoogte van het maximale percentage (in relatie tot andere maatregelen en tot werktijdverkorting betaald door werknemer); de hoogte van het maximale salaris; beschikbaar in volgorde van prioriteit per door Financiën en MEO goedgekeurde sector; bepaling en prioriteitsstelling sectoren; beschikbaarheid regeling voor overheids-nv’s (daar wordt door de commissie niet van uitgegaan); en het doorlopen van vrijstelling afdracht werkgeversbijdrage AOV/AWW, en toepassing op alle NOW-sectoren (pro rata), ter ondersteuning. ,,De NOW stelt werkgevers in staat werknemers in dienst te houden en (grotendeels) door te betalen, ook als deze werknemers ‘technisch’ werkloos zijn. Dit gebeurt in de vorm van een redelijk eenvoudig te bepalen tegemoetkoming, die in verhouding staat tot het omzetverlies waarmee de werkgever wordt geconfronteerd. Kerneffecten zijn behoud van werkgelegenheid en het voorkomen van bedrijfsfaillissementen”, benadrukt het steunpakket nogmaals. De NOW lijkt in uitvoering veel op de al bestaande uitkering ZV/OV die de SVB verzorgt. Ook daar gaat het om een uitbetaling van een percentage van het SVB-loon, en geldt het maximumdagloon. De enige aanpassing die nodig is, is toepassing van een lager en variabel percentage dat wordt bepaald op basis van de verwachte omzetdaling. Ondertussen groeit echter met het ongeduld ook de scepsis en gaan er allerlei (wilde) berekeningen rond, die erop neerkomen dat de compensatie met de voorgestelde NOW-regeling te beperkt zou zijn, vooral omdat belastingen en sociale lasten gewoon afgedragen moeten worden. Volledige (100 procent) uitbetaling van de lonen/salarissen wordt in deze crisistijden als niet redelijk beschouwd; wel bijvoorbeeld 70 procent, waarvan een (groot) deel voor rekening komt van NOW en de rest voor de werkgever, een scenario dat ook meerdere maanden kan worden volgehouden. En waarom belastingen als een groot deel van NOW opgaat aan belasting? Sommigen overwegen daarom géén gebruik te maken van NOW en over te gaan tot lagere salariëring (in combinatie met voedselpakketten voor werknemers en hun gezinnen) of toch (deels) ontslagaanvragen. Zoals de commissie zelf luid en duidelijk aangeeft, is het zaak dat er tijdige bekendmaking en besluitvorming plaatsvindt, goede voorlichtingscampagnes en communicatie, tijdige beschikbaarheid en voldoende funding. Dit moet vooral de regering zich aantrekken, om een nóg grotere crisis (mede gevoed door onzekerheid) te voorkomen. NOW, it’s time to act!