Commentaar: Wie controleert de controleur?
,,Het toezicht was deficit”, staat er in een uitgebreide bijdrage in het jaarverslag 2023 van de Raad van Advies (RvA), het hoogste adviescollege van de regering van Curaçao. Verwezen wordt naar het toezicht van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten op verzekeraar Ennia Caribe Leven en Girobank. Dat is een snoeihard oordeel van de econoom die door de RvA gevraagd was deze bijdrage te schrijven. Het toeval wil dat het volgens deze deskundige tekortgeschoten instituut, de CBCS, vorige week in verband met het Girobank-debacle een ‘Lessons Learned’-verslag uitbracht, nadat Deloitte Nederland al een jaar geleden een rapport met feitelijke bevindingen had gepresenteerd. Gelukkig heeft de toezichthouder naar eigen zeggen lering getrokken uit hetgeen op jammerlijke wijze is misgegaan met de financiële instelling die ooit begon als de Girodienst van de overheid, maar het wekt de indruk alsof hiermee voor CBCS de kous af is. Dat is echter alles behalve het geval voor iedereen, zeker niet voor de gedupeerden die schade hebben opgelopen en er nog steeds mee kampen.
Enkele ‘hoofdpunten’ van het Girobank-drama: om te beginnen dat het toezicht deficiënt was, zeker in 2010-2013 - de periode vóórdat de noodregeling werd toegepast - want de CBCS liet het (te lang) toe en greep te laat in, waardoor het leed feitelijk al was geschied. Kort daarop verscheen een volgens velen vernietigend rapport van PwC over de CBCS: de toenmalige president was als persoon het instituut CBCS geworden, ook wat betreft het toezicht; de rest telde niet mee, of zat erbij en keek ernaar. Lange tijd werd Giro ‘in de lucht gehouden’ met enorme voorschotten van de Centrale Bank, wat eindigde met een discussie over de solvabiliteit van Girobank, en een run op bank door rekeninghouders in december 2019 - zes jaar na instelling van de noodregeling. Vervolgens dient zich de fase aan van geplande afwikkeling met behulp van Gi-ro Settlement Holding (GSH). De lening van de CBCS aan Girobank - in werkelijkheid was het liquiditeitssteun - wordt door het Land Curaçao overgenomen (267 miljoen), maar grote depositohouders hebben nog voor circa ruim 300 miljoen bij Girobank uitstaan. De noodlening van Nederland van 170 miljoen kan via GSH waarschijnlijk volledig afgelost worden door het terugbetalen van leningen en vervroegde aflossingen door geldleners bij Giro. Maar blijft over ruim een half miljard. Het Openbaar Ministerie (OM) reageert op een officiële aangifte ‘dat een onderzoek is opgestart, maar ook weer is afgesloten’; kortom: er volgt géén strafrechtelijke vervolging.
De CBCS sluit nu af met ‘lessons learned’. De Giro-affaire heeft de CBCS dan ook weinig tot niets gekost en er is niemand op aan te spreken. De huidige CBCS-president Richard Doornbosch kan er niet op worden aangesproken (bij Ennia was zijn betrokkenheid, vooral bij de oplossingsrichting - die grotendeels ook bij de overheden werd neergelegd - een stuk groter). De ‘lessons learned’ is een logisch vervolg op en was ook toegezegd na het Girobank-feitenonderzoek van Deloitte.
Toch blijft het wrang en neigt het naar het afsluiten van het dossier bij de CBCS ‘als het kalf verdronken is, dempt men de put’. Maar in die put zit nog een bedrag van 267 miljoen (plus rente) dat de overheid (lees: de belastingbetalende burger) moet aflossen aan de CBCS en een bedrag van naar schatting 250 tot 280 miljoen waar de dertig grote depositohouders ‘naar kunnen fluiten’. Daar komt bij de ongeveer 140 verloren arbeidsplaatsen en het feit dat meerdere ex-medewerkers in de (hypotheek)schulden zijn vervallen en soms nog steeds geen werk hebben - de meeste banken krimpen - en dan is de schade nog vele malen groter. Misschien is de put voor CBCS wel gedempt, maar dat geldt zeker niet voor allen. Rest daarom nog de vraag: Wie controleert de controleur?