Redactioneel commentaar: Geld in kas
Er is geld in kas, de nationale overheidskas, maar dat wil zeker nog niet zeggen dat Curaçao zich rijk mag rekenen. Er is - nog lang - geen reden voor een hoerastemming. Integendeel. Dat Curaçao het jaar 2021 begon met een plus in de Landskas van 158 miljoen gulden, in plaats van de amper twee maanden eerder geprojecteerde min van 853 miljoen, betekent niet dat alle (geld)problemen tot de verleden tijd behoren. Eerder het tegenovergestelde, gezien de miljardenschuld en dalende belasting-, premie- en dividendinkomsten als gevolg van de coronacrisis. Dat er een positieve liquiditeitspositie is, komt feitelijk door twee hoofdoorzaken. Allereerst doordat Curaçao vorig jaar bijna 670 miljoen aan liquiditeitssteun van Nederland ontving, waarvan 286 miljoen eind 2020. Het grootste deel is bedoeld als begrotingssteun, om de overheid overeind te houden, waaronder ambtenarensalarissen uit te kunnen betalen. De tweede reden is dat het ministerie van Financiën tal van betalingen vooruitschuift: aan crediteuren, aan sociale verzekeringsbank SVB en pensioenfonds APC. Ook is bijvoorbeeld de VVU-uitkering (vrijwillige vervroegde uittreding van ambtenaren) vooruitgeschoven. Wat echter óók opvalt is dat de aanvankelijk aanzienlijke bedragen voor het Noodfonds Covid-19 in werkelijkheid zeer beperkt zijn aangewend. Of er is vooraf hoog ingezet om Nederland te wijzen op een liquiditeitsbehoefte, of er is beknibbeld op hulp aan bedrijven, zelfstandige ondernemers, zzp’ers en mensen die hun baan kwijtraakten. Het is goed dat de overheid ‘op de kleintjes let’ en verspilling voorkomt. Er zijn echter veel ondernemingen die het door alle coronamaatregelen bijzonder lastig hebben en toch (net) niet in aanmerking komen voor NOW-loonsubsidie en TVL, tegemoetkoming vaste lasten. Óf omdat te rigide wordt opgetreden, óf omdat het omzetverlies wel erg ruim is gedefinieerd, namelijk minimaal 25 procent. Natuurlijk moet ergens een grens worden getrokken, maar een bedrijf dat al tien maanden 15 tot 20 procent minder omzet draait en toch het personeel vol moet blijven uitbetalen alsmede Aqualectra, huur en andere vaste kosten, komt vroeg of laat in de problemen. Het is een illusie te denken dat de meeste bedrijven op Curaçao (winst)marges hebben van 20 procent of hoger. Allerminst, door de al tien jaar kwakkelende en neergaande economie en de ‘high cost of doing business’ - niet in de laatste plaats door een te dure overheid - zijn die marges minimaal. Samengevat: het Land is allesbehalve rijk, maar wat er ‘over is’ dient effectiever besteed te worden met een betere verdeling tussen de publieke sector en anderzijds de werkgevers en werknemers in de private sector.