Analyse: RdK en Corc al ruim in blessuretijd
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - ‘Geen nieuws is goed nieuws’ wordt weleens gezegd, maar de vraag is of dit ook opgaat voor overheids-nv Refineria di Kòrsou (RdK) ten aanzien van het ‘Project Arawak’, de zoektocht naar een nieuwe operator van de Curaçaose raffinaderij en de complete daarmee samenhangende petroleumsector.
Terwijl de ‘Definitive Agreements’ met Corc op 1 maart 2021 hadden moeten zijn ondertekend ‘for immediate execution’, is dat - nu bijna zeven weken verder - nog niet gebeurd. En terwijl op 17 maart een MoU werd ondertekend, met daarin de uitdrukkelijke afspraak om op 18 maart tot definitieve overeenstemming te komen, is er een maand later nog steeds geen getekende deal.
Marcelino ‘Chonky’ de Lannoy, voorheen interim-directeur en sinds kort aangesteld als volwaardig directeur RdK, reageert niet (meer) op verzoeken van het Antilliaans Dagblad om een update. Het gaat hier om een zaak van nationaal belang, maar erover communiceren met het publiek is er al een tijdlang niet bij.
De regering-Rhuggenaath (PAR-MAN) had gehoopt het hoofdpijndossier, dat sinds het kabinet-Whiteman en daarna al een paar keer jammerlijk mislukte, vlak voor de verkiezingen van 19 maart af te ronden met de mededeling dat Curaçao een partner had voor de exploitatie van de Isla-raffinaderij; die de gemeenschap nu elke dag veel geld kost in plaats van opbrengt.
Intussen heeft RdK al wel een presentatie gegeven aan de nieuw te vormen coalitie van MFK-PNP en liet demissionair premier Eugene Rhuggenaath (PAR) weten van mening te zijn dat de vermoedelijk nieuwe regering van de aanstaande premier Gilmar Pisas wat hem betreft nauw betrokken moet worden bij de onderhandelingen met de operator.
Die nieuwe operator is Corc bv, die op 5 januari officieel een ‘Notice of selection of Preferred Partner’ toegestuurd kreeg van RdK-bestuurder De Lannoy.
Corc, Curaçao Oil Refinery Complex, is een lokale vennootschap van lokale aandeelhouders waaronder directeur Manoel De Silva De Freitas en met participatie van de Isla-vakbonden PWFC en Apri. Corc heeft naar verluidt vergaande afspraken met de Braziliaanse olie- en gasondernemer Roberto Viana. Maar ook met GDE Trading (Grupo Dislub Equador) in Brazilië. Verder is er betrokkenheid van Sinopec (China Petroleum & Chemical Corporation) voor technische expertise. Voorts van Unido, de United Nations Industrial Development Organization, dat industriële ontwikkeling helpt bevorderen.
De aanstaande regeringspartij MFK sprak intussen eveneens met Corc en met de Braziliaan Viana. Daar was als lid van de MFK-delegatie ook de ex-gedetineerde voormalig premier Gerrit Schotte bij aanwezig, zo verneemt deze krant uit goede bronnen. Overigens had de partij van lijsttrekker Pisas al vóór de verkiezingsdatum van 19 maart contact gezocht met de ‘preferred bidder’ en in heldere bewoordingen laten weten dat MFK sowieso bereid is te tekenen.
Intussen is het, althans in de publiciteit, stilgevallen rond Project Arawak. Op 18 december 2020 stuurde Corc - met naast De Silva De Freitas ook voormalig Isla-directeur Javier Hernández in de top - de zogeheten ‘Binding Proposal’ in. Daarop heeft RdK Corc uitgekozen als ‘preferred bidder’ om mee verder te onderhandelen over de definitieve overeenkomst.
De volgende stap was dat RdK medio januari 2021 een eerste concept voor de finale overeenkomst stuurde, waarop Corc dan een week de tijd kreeg om daarop te reageren. De bedoeling was dat partijen tot en met 28 februari de tijd zouden nemen om de onderhandelingen af te ronden, met 1 maart als ondertekeningdatum.
Corc moest daarbij niet alleen met RdK onderhandelen, maar apart en parallel daaraan ook met het Land Curaçao, overige overheids-nv’s, het Isla-personeel en hun bonden. Het gaat dan om zaken als fiscale afspraken; investeringsbescherming; vergunningen en ontheffingen, waaronder milieuvereisten; werkgelegenheid; brandstofleverantie aan de lokale markt; maritieme dienstverlening; en vuilverwerking.
RdK heeft aangeboden bij dit parallelle onderhandelingstraject te assisteren, maar was/is daartoe niet verplicht, met als doel de voortgang en besprekingen met ‘derden’ te monitoren.
De onderhandelingen tussen RdK en Corc betreffen de contracten ten aanzien van het gebruik, de exploitatie, het onderhoud en de modernisering van de petroleumfaciliteiten op basis van een ‘(sub)(long)lease’ van de onroerende zaken alsook het gebruiksrecht van bepaalde roerende goederen, waaronder machines en apparatuur.
Op 17 maart trad RdK voor het laatst officieel naar buiten (Corc op haar beurt heeft in dit proces nog weinig tot niets van zich laten horen, ondanks indringende verzoeken daartoe van onder andere deze krant). Dat was met de ondertekening van het Memorandum of Understanding (MoU).
De overeenkomst voor de huur en exploitatie door Corc van de Isla-raffinaderij te Emmastad, van dochterbedrijf Curaçao Refinery Utilities (CRU) op het Isla-terrein en van de olieterminal bij Bullenbaai was daarmee weer een stap dichterbij gekomen. ,,Een concrete stap die het begin inluidt van het einde van de onderhandelingen”, aldus RdK in een persbericht.
De verkiezingen kwamen en gingen voorbij, maar medio april ligt er nog niets concreets op tafel. Intussen betaalt overheidsvennootschap RdK de voormalige Isla-personeelsleden met gemeenschapsgeld; reserves uit het verleden, zonder dat er momenteel nieuwe (lease)inkomsten tegenover staan.
In eerste instantie nam RdK begin 2020, via dochterbedrijf CRU, de doorbetaling van 915 werknemers in vaste dienst over, maar noodgedwongen zijn dat er sinds de tweede helft van vorig jaar nog (maar) 550. Die staan allemaal op de payroll van de overheids-nv en dat kost vele miljoenen. Dat geldt ook voor het aan de praat houden - al is het stationair, zonder enige productie - van de raffinaderij, waar elke avond nog een oranjerode gloed boven hangt vanwege de felle vlam aan de top van een van de schoorstenen.
Formeel zitten de partijen, RdK en Corc, al ruim in blessuretijd. Want in de documenten, ingezien door het Antilliaans Dagblad, staat onder meer dat elk van de twee de onderhandelingen per direct kunnen beëindigen, zelfs zonder inachtneming van een opzeggingstermijn, als de ‘Definitive Agreements’ nog niet in werking zijn getreden met ingang van 1 maart 2021 (tenzij deze datum is verlengd door partijen).
Op 17 maart beloofden zij elkaar plechtig ‘in good faith’ de onderhandelingen voort te zetten. Maar wel met de bedoeling de volgende dag nog, op 18 maart, een ‘definitive understanding’ te bereiken.
Sindsdien is het echter stil en zwijgt RdK in alle talen. Hoeveel reserves en tijd zijn er nog?