Koningin Máxima bij tentoonstelling Kòrsou-Curaçao
Door Cees Luckhardt
Den Haag - Het Relaas van Tula is voor de laatste keer te zien in het Nationaal Archief in Den Haag. In dit relaas is het gesprek opgetekend dat Pater Jacobus Schinck in 1795 heeft met Tula, de leider van wat uiteindelijk de grootste slavenopstand in de geschiedenis van de Nederlandse Antillen zou worden.
Tula legt hierin uit waarom hij in opstand kwam en wat hij wilde bereiken. Dit is het enige stuk waar de stem van Tula zelf is opgetekend. Dat maakt het document een uitzonderlijk document en van groot historisch belang, zowel nationaal als internationaal.
In het weekend van 15 en 16 oktober kan iedereen dit uiterst bijzondere document met eigen ogen zien tijdens een bijzonder evenement in de Haagse tentoonstelling Kòrsou-Curaçao. Na deze twee dagen zal het belangrijke document, onder de juiste omstandigheden, weer opgeborgen worden in het depot, zodat het ook voor toekomstige generaties bewaard blijft.
Het Tula-weekendevenement zal plaatsvinden in het Haagse Nationaal Archief in het kader van de tentoonstelling Kòrsou-Curaçao die tot 20 november te bezoeken is en gisteren nog bezocht is door koningin Máxima.
Máxima geboeid door geschiedenis
Koningin Máxima, die de tentoonstelling Kòrsou-Curaçao gisteren bezocht, blijkt enorm geïnteresseerd in hoe de eilandengeschiedenis meer openbaar en toegankelijk gemaakt kan worden. Tijdens de rondleiding door gastconservator Dyoñna Benett en educatiemedewerker Zion Piggott kreeg zij inzicht in hoe deze jonge enthousiaste museale medewerkers een ander inzicht willen bieden in heden en verleden van ‘hun Kòrsou’. Ze weten dit te koppelen aan de verhalen die uit de archiefstukken spreken en veelal via mondelinge overlevering verteld worden door de Curaçaoënaars onderling. De tentoonstelling levert daardoor een sterk beeld van de veerkracht van de bevolking, dat nog eens versterkt wordt door de enorm beeldende en verhalen vertellende foto’s van Selwyn de Wind. De tentoonstelling maakte vragen los bij de koningin over woord- en taalgebruik inclusief naamgeving. Haar persoonlijke achtergrond en kennis van de Spaanse taal, en hierdoor indirect van het Papiaments, speelde hierbij zeker een rol. Zo stelde zij vragen en kreeg zij uitleg over de tambú-onderdrukking en uiteindelijke erkenning. Een geschiedenis die ook, vertelde Benett haar, doorgemaakt is door de eigen taal Papiaments, waardoor dit uiteindelijk de voertaal is geworden in het Curaçaose parlement. Uitermate geïnteresseerd was de koningin in hoe met name jongeren hun eigen familiegeschiedenis digitaal kunnen onderzoeken. Sterker nog, met Piggott nam zij alle tijd om diens familieachtergrond inzichtelijk te krijgen vanuit het computerprogramma van het Nationaal Archief.
In het nagesprek kreeg zij een nog duidelijker beeld van hoe het Nationaal Archief de stukken online beschikbaar stelt via onder andere Wikipedia. Geboeid luisterde ze naar het verhaal dat veel achternamen verbonden zijn met bepaalde wijken op het eiland. Ook sprak zij met de nu in Nederland woonachtige Bonairiaanse Alfrida Martis, die samen met Daudi Cijntje de Caribbean Ancestry (stamboom) Club opgericht heeft, als gebruiker en wegwijsmaker van het archief. Daarbij kwam duidelijk naar voren dat de tussen de eilanden veel voorkomende migratie het achterhalen kan bemoeilijken van de familiegeschiedenis. Plus dat veel jongeren bij het woord ‘archief’ een onduidelijk beeld hebben waardoor het extra belangrijk is om hen meer informatie te geven. Soms vinden ze het zelfs eng om online hun familie te onderzoeken. Ze zouden meer bekendheid moeten krijgen bij het feit dat het archief ook van en voor hen een grote bron is voor de ontstaansgeschiedenis van het heden en dus ook hun toekomst en die van hun (geboorte)eiland. De eerste onlinelessen hierover zijn inmiddels al vanuit het Haagse Archief gegeven aan scholieren op Curaçao door hun eilandgenoot Zion Piggott.
‘Kórsou-Curacao, stemmen van toen, mensen van nu’ is vanaf heden (weer) te bezoeken in het Nationaal Archief in Den Haag (naast het Haagse Centraal Station). De teksten van de tentoonstelling zijn in het Papiaments, Nederlands en Engels. Vanaf iedere computer is via www.nationaalarchief.nl/curacao te ontdekken dat er in het Nationaal Archief veel te vinden is over Curaçao. Bij de tentoonstelling organiseert het Nationaal Archief een afwisselend programma met gesprekken, lezingen en rondleidingen waarvan een deel online te volgen is. Voor een actueel aanbod kan onderstaande website geraadpleegd worden.
www.nationaalarchief.nl/agenda