Ik heb het toerisme genoemd, doch het plan dat wij via de regering van de Nederlandse Antillen naar voren moeten brengen, moet een plan zijn op velerlei gebied. Ook de aloë moet worden bekeken, de visserij, de landbouw, de veeteelt, ons zout, in het kort elk facet moet worden bestudeerd. Deskundigen uit Nederland en van de FOA kunnen worden verkregen, mits de regering ons steunt en de verzoeken daartoe laat uitgaan en de benodigde gelden beschikbaar stelt of aanvraagt aan de Staten. Het is ondenkbaar dat wij zelf een dergelijk plan kunnen opstellen; hiervoor hebben wij de topmensen op elk gebied nodig. De besten die er te vinden zijn. Het maken van dit plan zal veel geld kosten, doch dat moeten wij - in de Antillen - er voor over hebben. Wat het ook kosten mag, deze gelden komer er weer uit op de lange duur en dan komen wij wellicht nog eens tot een moment dat wij kunnen zeggen dat Bonaire zijn eigen begrotingsgelden kan opbrengen.
Ik heb het plan een vijfjarenplan genoemd, omdat het kind nu eenmaal een naam moet hebben. Het kan best zijn dat het een tienjaren plan wordt, doch dit zullen de deskundigen gezamenlijk moeten uitmaken.

LodewijkGerhartsBrief aan de minister-president
De Eilandsraad stuurt de volgende brief aan de minister-president van de Nederlandse Antillen: ,,De Eilandsraad van het Eilandgebied Bonaire veroorlooft zich hiermede het volgende onder de aandacht van Uwe Excellentie te brengen: De begroting van dit eilandgebied vertoont ieder jaar een nadelige saldo van rond een millioen gulden. De uitgaven van de gewone dienst vormen rond 80% van het totaal, de uitgaven en de kapitaalsdienst rond 20%. De aard van de uitgaven van de kapitaalsdienst is zo dat ze in het algemeen niet strekken tot verbetering van de economische positie van dit eilandgebied. Voor een grondige verbetering van deze positie zijn vele miljoenen nodig, bedragen die dit eilandgebied niet kan opbrengen, terwijl evenmin kan worden verwacht, dat het land een dergelijke wijze Bonaire zou kunnen steunen. Wanneer gesproken wordt over verbetering van de economische positie van het eilandgebied wordt in de allereerste plaats gedacht aan het toenemende toeristenverkeer naar het Caraibische gebied.
Indien men van deze toenemende belangstelling werkelijk gebruik wil maken om er voordelen voor het eiland mede te verkrijgen, is het noodzakelijk dat het wegennet over het gehele eiland wordt verbeterd. Er dienen dan tientallen kilometers goede wegen te worden aangelegd, waarover de toeristen zich kunnen doen vervoeren, zonder het gevaar te lopen onderweg in de modder of losse grond te blijven steken. Een voorlopige berekening geeft een weglengte aan van meer dan honderd kilometers. Alleen hiervoor zullen enige miljoenen nodig zijn."

Faciliteiten
De brief vervolgt: ,,Voor het aantrekken van het toerisme zullen de faciliteiten die men aan deze gasten kan aanbieden belangrijk verbeterd en uitgebreid moeten worden. De baai voor Kralendijk is een van de schoonste van de omtrek. Om deze baai tot een goede exploitatie te brengen, om een veilige jachthaven te verkrijgen, zullen ingrijpende veranderingen nodig zijn. Behalve het toerisme kan de opbrengst van het Land tenminste met 100% omhoog worden gebracht. Als er goede wegen zullen zijn, waarmede men zonder veel vertraging alle plaatsen van het eiland kan bereiken, zal het gemakkelijker zijn gronden, die thans niet veel of niets opbrengen, in exploitatie te nemen. De Eilandsraad denkt hierbij in de eerste plaats aan verbetering en vergroting van de aloë-productie, invoering van andere economisch verantwoordde gewassen. Hiernaast dient opnieuw bestudeerd te worden of het mogelijk is de zoutpannen tot exploitatie te brengen. De wetenschap en de techniek zijn in de laatste jaren met reuze schreden vooruit gegaan, zo, dat het wellicht mogelijk is door gebruikmaking van moderne machines en met medewerking van technici uit het Pekelmeer meerdere producten te halen, aan welke tot nu toe niet is gedacht omdat het kapitaal en de kennis ontbreekt. Tevens dient hierbij gedacht te worden aan de visserij, de veeteelt en verdere mogelijkheden die land en zee kunnen geven. Zo zijn er nog andere aspecten die bekeken dienen te worden. Het zou het doel van deze brief voorbij streven thans reeds alle facetten van de mogelijkheden op te noemen, zelfs als dat mogelijk ware.
De Eilandsraad van Bonaire in zijn vergadering van 3 februari heeft met algemene stemmen besloten deze brief tot Uwe Excellentie te richten met het verzoek het daarheen te willen leiden dat een diepgaand deskundig onderzoek naar de geschetse mogelijkheden wordt ingesteld.
Gedacht is hiervoor een beroep op Nederland te doen en op de FOA (eventueel ook de FAO), in dier voege dat verzocht wordt deskundigen op velerlei gebied herwaarts te zenden om een plan op te stellen voor de ontwikkeling van Bonaire in bijv. 5 of 10 jaar.
Het is bekend dat Noord Amerika bijvoorbeeld over uitstekende experts op toeristengebied beschikt en zo dienen, volgens de mening van de raad, zeer bekwame krachten te worden aangezocht om hier zelfstandig een onderzoek in te stellen met het genoemde doel.
De raad is er zich van bewust dat de uitvoering van dergelijke plannen vele miljoenen zal vergen. Echter de raad zou Uwe Excellentie in overweging willen geven met de regering van Nederland contact te zoeken om te trachten te verkrijgen dat Nederland in deze medehelpt ons eiland economisch sterker te maken.
Waar de Nederlandse regering en de Staten-Generaal steeds bereid waren en zijn om landen die in nood verkeren of uit andere overwegingen hulp nodig hebben, bij te staan, door financiële of technische hulp te verlenen, komt het de raad voor dat men hulp aan een gebied dat deel uitmaakt van het Koninkrijk - een verbintenis die reeds 325 jaren bestaat - met enthousiasme zal verlenen, mits de plannen degelijk en uitvoerbaar blijken te zijn.
Vooral ook omdat met weet dat de ontwikkeling uit eigen kracht niet mogelijk is.
De raad beveelt het bovenstaande zeer in de aandacht van de regering aan.”

Opdracht
feuilletonNatuurlijk kreeg Bonaire niet direct de steun die de leden van de Staten-Generaal graag hadden willen geven. Maar er werd een opdracht verstrekt aan de Terna (Technische Economische Raad Nederlandse Antillen). Mijn toespraak in de Eilandsraad: ,,Mijnheer de voorzitter, ik hoop en vertrouw dat de raad mijn voorstel overneem zodat aan de uitwerking zonder vertraging en met spoed kan worden gewerkt. Ik ga maandag naar Curaçao en reeds maandag ga ik er achteraan teneinde te verkrijgen dat de gelden die hiervoor nodig zijn beschikbaar worden gesteld. Ik doe een beroep op de raad de brief te keuren en u te machtigen hem uit te zenden. Laat deze kans niet voorbij gaan”. De brief werd met alle stemmen door de raad goedgekeurd en op 7 februari 1956 verzonden.
Ik was wel een beetje te optimistisch. Immers Bonaire mocht en mag nog steeds zich niet direct tot de Nederlandse regering richten. Onze brief ging dus, zoals gezegd, naar de minister-president te Curaçao. Dat wij ons niet direct tot Nederland mochten richten, was een voortdurende ergernis. Wat er verder met onze brief gebeurd is, weet ik niet. Wel werd aan de Terna opdracht gegeven tot het maken van een rapport tot voorbereiding van het ‘Ontwikkelingsplan voor het Eilandgebied Bonaire’. Het werd in 1956 gepubliceerd. In de verscheidene jaren nadien werd in het jaarverslag van het eilandgebied opgemerkt ‘dat de welvaartsplannen, welke reeds jarenlang door de centrale regering worden voorbereid, spoedig ten uitvoer dienen te worden gebracht’. ,,Het is wellicht nuttig hier op te merken, dat de kansen op genezing van een patiënt slechter worden, naarmate men langer wacht met het toedienen van de juiste medicijnen”.
Een juiste opmerking, maar veel aandacht werd door de centrale regering nog steeds niet aan Bonaire geschonken. De voornaamste oorzaak is de krappe kaspositie van de regering. Zou een bezuinigings-inspecteur goed werk kunnen doen?


Week toppers

Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.