Het Hof van Justitie heeft ervan afgezien te oordelen over de verantwoordelijkheid van individuele personen voor het vastgestelde wanbeleid bij overheids-nv’s in de energieketen in de jaren 2010-2012. Dat is jammer en voor sommigen zelfs onbegrijpelijk, omdat het in de beleving van de burger juist van belang is man en paard, naam en toenaam, te noemen. Het een en ander neemt niet weg dat de beschikking van het Hof in het kader van de civiele enquête vernietigend is voor Gerrit Schotte (MFK), destijds als premier de vertegenwoordiger van het Land als aandeelhouder, en voor degenen die toen deel uitmaakten van de Raad van Commissarissen van zowel Aqualectra als Refineria di Kòrsou (RdK). Het Hof geeft een nogal beperkte uitleg van de doeleinden van het enquêterecht. Tot die doelen behoort volgens menig expert óók de vaststelling bij wie de verantwoordelijkheid berust voor wanbeleid. In elk geval is het in de redenering van de ‘gewone man’ zo, dat áls er wanbeleid wordt vastgesteld - zoals het Hof nadrukkelijk doet - dat er dan óók een of meer personen verantwoordelijk moeten worden gehouden. Zeker als het gaat om zulke enorme, vaak nationale, belangen als de huidige en toekomstige energielevering en ‘gigantische bedragen die op onrechtmatige en/of ondoelmatige wijze zijn uitgegeven’. Het Hof: ,,Deze uitgaven zijn verloren gegaan. Hierdoor is het zeer de vraag geworden of RdK in staat zal zijn de exploitatie van de raffinaderij na 2019 zelfstandig ter hand te nemen, mocht dat nodig zijn.” Een zeer verstrekkende bevinding. Juist is dat het Hof in dit soort zaken niet gaat over de aansprakelijkheid van individuen. Daarvan zegt het Hof dat de overheidsvennootschappen zélf stappen moeten ondernemen; zo wordt er door het Hof bij RdK en Aqualectra ook geen onafhankelijke functionaris aangesteld, zoals wel verzocht. Terugkijkend op de afgelopen bijna vijf jaar, waarbij het Openbaar Ministerie op verzoek van burgerbeweging Akshon Sivil een enquêteverzoek had ingediend, moet worden geconcludeerd dat de hele enquêteprocedure veel te lang heeft geduurd. En of het ooit nog tot het succesvol aansprakelijk stellen van individuen komt, valt nog te bezien. Winst is wel dat het Hof in duidelijke bewoordingen heeft aangegeven welke gedragingen absoluut niet door de beugel kunnen. Dat maakt het in de toekomst, mochten zich weer misstanden voordoen, gemakkelijker direct om ingrijpen te verzoeken, met een beroep op deze belangrijke uitspraak. Wanbeleid mag niet lonen voor degenen die zich er - vaak met schaarse gemeenschapsgelden - ongegeneerd schuldig aan maken.