Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De tax holiday-wetgeving, officieel de Landsverordening belastingfaciliteiten investeringen, wordt uitgebreid. Het doel is om investeringen, nodig om de zwakke economie aan te jagen, te stimuleren.
Ten eerste wordt een vijftiental sectoren, waarvoor de speciale belastingfaciliteiten van toepassing zijn, toegevoegd. Daarnaast wordt, om in aanmerking te komen voor de aantrekkelijke fiscale behandeling, het minimuminvesteringsbedrag aangepast en vastgesteld op 5 miljoen gulden. En omdat het de regering ook gaat om banen te creëren, dient sprake te zijn van het bieden van werkgelegenheid van ten minste 25 in het bevolkingsregister ingeschreven personen bij de aanvang van de bedrijfsactiviteiten.
Een jaar na het aantreden van het kabinet-Rhuggenaath (PAR/MAN/PIN) is minister Kenneth Gijsbertha (MAN) van Financiën bezig met dit traject om door middel van bepaalde belastingvoordelen investeringen door het bedrijfsleven aan te trekken.
,,De verbreding van de economische basis van Curaçao heeft grote prioriteit en om die reden zijn grote investeringen, om de economie te stimuleren, van groot belang,” staat er in de overwegingen bij het concept-Tijdelijke Landsbesluit belastingfaciliteiten grote projecten. Het landsbesluit heeft betrekking op de tijdelijke wijziging van de bedragen, het aantal personen en de sectoren in de landsverordening.
,,Als gevolg van de huidige economische situatie op Curaçao is het wenselijk om die grote investeringen in meerdere sectoren van de economie aan te trekken”, vervolgt het document dat het Antilliaans Dagblad heeft. ,,De Landsverordening belastingfaciliteiten investeringen ter realisatie van die investeringen dient op een zo groot mogelijk aantal investeerders van toepassing te zijn.”
In dat kader worden vijftien nieuwe sectoren toegevoegd, naast de tot nu toe voornamelijk hotels en industrie. Het gaat dan om landbouw en bosbouw; mijnbouw en delfstoffen; productie en distributie van en handel in elektriciteit, aardgas, stoom en gekoelde lucht; winning en distributie van water, rioolsysteem, afvalverwerking en sanering (herstel); bouwnijverheid; groot- en kleinhandel; reparatie van motorvoertuigen en motorfietsen; horeca; informatie en communicatie; financiële en verzekeringsactiviteiten; onroerend goedactiviteiten; beroeps-, wetenschappelijke en technische activiteiten; verhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening; maatschappelijke dienstverlening; cultuur, sport en recreatie; en - kennelijk voor de zekerheid ook - ‘overige dienstverlening’.
Uit correspondentie tussen zijn ministerie en minister Gijsbertha blijkt dat sprake is van ‘hoge prioriteit’. Zo schrijft sectordirecteur Fiscale Zaken ad interim, Lisa Rodriguez, de urgentie te begrijpen gezien de noodzaak om investeerders aan te trekken en dat daarom het ontwerp voor spoedadvies naar de Raad van Advies (RvA) wordt of is gestuurd.
Het zal vermoedelijk tegelijkertijd voor eveneens spoedadvies aan de Sociaal Economische Raad (SER) worden voorgelegd. De gewijzigde SER-wet bepaalt namelijk dat ook dit adviesorgaan de regering en de Staten van advies dient te voorzien over regelingen die sociaaleconomisch van aard zijn.