Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Titan Petrochemicals, met Guangdong Zherong Energy (GZE) als aandeelhouder, heeft met veruit de laagste prijs de commercieel-financiële evaluatie van de aanbesteding van de LNG-terminal gewonnen met een zogeheten ‘NPV (net present value) of Total Costs’ van 2.374 miljoen dollar.
Dat blijkt uit documenten in handen van deze krant. Het gat tussen Titan en de eerstvolgende aanbieders - die overigens allemaal relatief dichtbij elkaar zitten - is aanzienlijk groot. Centrica kwam na de financiële beoordeling met een offerte van 3.293 miljoen dollar als nummer twee uit de bus. Gevolgd door Cheniere met 3.685 miljoen en Shell met 3.729 miljoen dollar op de vierde plaats.
Zoals het Antilliaans Dagblad gisteren berichtte, scoorde laatstgenoemde, Shell, qua technische beoordeling het beste, met een 9,7 als rapportcijfer. Bij deze zelfde technische evaluatie eindigde Titan Petrochemicals, een dochteronderneming van GZE, op de tiende plaats met een 7 als cijfer.
Er zijn wel verschillen in het type ontwerp. Titan en Centrica bieden een onshore-installatie aan, terwijl Cheniere en Shell een offshore-terminal offreren. Het gaat overigens om een LNG Transhipment Terminal, dus ook voor de in- en uitvoer van liquefied natural gas waarmee ook inkomsten en buitenlandse deviezen moeten worden gegenereerd.
Er zit bijna een miljard dollar, 919 miljoen om precies te zijn, verschil tussen het bod van Titan/GZE en de eerstvolgende offerte van Centrica. De kloof bedraagt circa 40 procent. Een nader onderzoek zou aan het licht hebben gebracht dat hier nauwelijks een financieel gezonde businesscase in kan zitten voor Titan. Op vragen om opheldering zou gesteld zijn dat Titan met de LNG-terminal en Guangdong Zhenrong Energy (GZE) met de modernisering van Isla-raffinaderij op een package deal hadden gerekend: wat Titan bij de LNG financieel tekort zou komen, zou bij de raffinaderij - mits ook uitgevoerd door GZE - kunnen worden gecompenseerd.
De LNG-terminal betreft ‘design, financing, construction, operation, supply of natural gas and ownership’ volgens het BOO-principe: build, own & operate. Doel is levering van schonere brandstof voor de olieraffinaderij, waardoor de uitstoot bij het productieproces van de raffinaderij vele tientallen procentpunten minder zou worden. Overigens ook als brandstof voor krachtcentrale CRU (Curaçao Refinery Utilities) en Aqualectra.
Het proces hiertoe werd al in 2012 door overheids-nv Refineria di Kòrsou (RdK) in gang gezet. In 2015 werd een Request for Proposal (RfP) opgesteld. Medio juni 2016 werd deze publiekelijk bekendgemaakt, gevolgd door een ‘Job Walk & Clarification Meeting’ op Curaçao begin augustus dat jaar.
Aanvankelijke toonden niet minder dan 105 internationale ondernemingen interesse. Daarvan bleven er 67 over en hebben er 16 een offerte uitgebracht. Dat laatste gebeurde op 21 november 2016. De aanbiedingen werd in technisch opzicht geëvalueerd door Poten & Partners en een commissie. Uiteindelijk zijn 12 bedrijven door de technische beoordeling gekomen. Daarna volgde de financieel-commerciële evaluatie.